31 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 10, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
" Art. 10. De ambtenaar heeft recht op een jaarlijks vakantieverlof waarvan de duur naargelang de leeftijd als volgt is bepaald :
- minder dan 45 jaar : 26 werkdagen;
- van 45 tot 49 jaar : 27 werkdagen;
- van 50 tot 54 jaar : 28 werkdagen;
- van 55 tot 59 jaar : 29 werkdagen;
- van 60 tot 61 jaar : 30 werkdagen;
- op 62 jaar : 31 werkdagen;
- op 63 jaar : 32 werkdagen;
- van 64 tot 65 jaar : 33 werkdagen. "
Art.2. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 13. De vermindering van het jaarlijks vakantieverlof, bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid, is niet van toepassing op het bijkomend jaarlijks vakantieverlof.
Onder " bijkomend jaarlijks vakantieverlof " dient te worden verstaan het aantal dagen jaarlijks vakantieverlof hoger dan 29 werkdagen. "
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
Art. 4. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 januari 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
S. VANACKERE.