16 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit houdende de vastlegging van de uurtarieven voor bijkomende buitengewone prestaties door of in opdracht van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- " Agentschap " : het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, opgericht door de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
- " exploitant " : de natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de inrichting of de beroepsactiviteit waarvoor een vergunning of aangifte in de zin van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, vereist is;
- " inrichtingen " : de inrichtingen bedoeld in artikel 2, 3°, zevenenveertigste streepje van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;
- " beroepsactiviteiten " : de beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;
- " bijkomende buitengewone prestaties " : de prestaties en de studie- en/of controlewerkzaamheden, uitgevoerd in het belang van de exploitant naar aanleiding van een incident of een ongeval of een dreiging ter zake;
- " kostprijs " : het totaalbedrag van alle kosten gefactureerd aan het Agentschap, gebaseerd op het uurtarief gehanteerd door de derde die prestaties uitvoert in opdracht van het Agentschap.
Art.2. § 1. De bijkomende buitengewone prestaties uitgevoerd door personeelsleden van het Agentschap, worden aangerekend aan het algemeen uurtarief van :
- euro 171 per ingezet personeelslid voor prestaties verricht in inrichtingen van klasse I (basis voor prestaties uitgevoerd in het jaar 2009);
- euro 124 per ingezet personeelslid voor prestaties verricht in de andere inrichtingen en in het kader van beroepsactiviteiten (basis voor prestaties uitgevoerd in het jaar 2009).
§ 2. De bijkomende buitengewone prestaties uitgevoerd door een derde in opdracht van het Agentschap, worden aangerekend aan kostprijs. Zo de persoon die door het Agentschap wordt belast met de opdracht, onderworpen is aan de belastingplicht voorzien in het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde van 3 juli 1969 wordt het bedrag van de belasting over de toegevoegde waarde eveneens aangerekend.
§ 3. De bedragen worden gefactureerd na iedere prestatie. De facturen zijn gericht aan de exploitant of bij ontstentenis aan het hoofd van de onderneming bij wie de prestaties worden uitgevoerd.
Indien de prestaties zich over meerdere maanden uitstrekken worden ze maandelijks gefactureerd.
§ 4. De prestaties van minder dan één uur worden voor een vol uur aangerekend.
§ 5. De bedragen moeten binnen dertig dagen na voorlegging van de factuur gestort worden op het rekeningnummer van het Agentschap vermeld op de factuur.
Art.3. De bedragen van de algemene uurtarieven zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex van de maand november 2008 (111.09, basis 2004). In de maand december van elk jaar, te beginnen in december 2010, past het Agentschap de bedragen aan de gezondheidsindex van november van dat jaar aan en maakt deze in het Belgisch Staatsblad bekend. De aldus aangepaste bedragen worden afgerond op de Euro en zijn van toepassing vanaf 1 januari van het daarop volgende jaar.
Als het cijfer na de komma een 5 of hoger is, wordt het totaalbedrag afgerond naar het hogerliggend getal; indien het cijfer na de komma lager is dan 5, wordt het totaalbedrag afgerond naar het onderliggend getal.
Onder gezondheidsindex wordt verstaan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd.
Art. 5. De Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM