31 MEI 2009. - Koninklijk besluit tot toekenning van financiële hulp aan de steden Hoei, Lier en Lokeren ter compensatie van de onvergoede lasten die die steden hebben geleden bij de terbeschikkingstelling van gemeentepersoneel aan het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid in de periode 1995-2000
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de steden Hoei, Lier en Lokeren wordt een tegemoetkoming toegekend ter compensatie van de meerkost, zijnde het verschil tussen de reële kost van het personeel dat die steden in de periode 1995-2000 in het kader van het drugplan voltijds ter beschikking van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid gesteld hebben en de forfaitaire bedragen die zij in dat kader ontvangen hebben krachtens het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten en financiële hulp kunnen genieten voor de aanwerving van bijkomend burgerpersoneel belast met de begeleiding van alternatieve strafrechtelijke maatregelen, de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugsverslaving; het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1995); het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot toekenning van financiële hulp aan de stad Hoei voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang van drugverslaafden; het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot toekenning van financiële hulp aan de stad Lokeren voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang van drugverslaafden; het koninklijk besluit van 30 juni 1996 tot toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1996); het koninklijk besluit van 11 april 2000 tot de toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1997); het koninklijk besluit van 21 april 2000 tot de toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1996); het koninklijk besluit van 21 april 2000 tot de toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1997); het koninklijk besluit van 5 februari 2001 tot de toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1998); het koninklijk besluit van 5 februari 2001 tot de toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (1999); het koninklijk besluit van 5 februari 2001 tot de toekenning van financiële hulp aan bepaalde steden en gemeenten voor de aanwerving van bijkomend personeel belast met de criminaliteitspreventie en de opvang inzake drugverslaving (2000) :
Hoei : 8.108,25 euro
Lier : 18.991,15 euro
Lokeren : 112.740,37 euro .
Art.2. Deze uitgave wordt aangerekend op het overeenkomstig begrotingsartikel, dat werd ingesteld krachtens artikel 1, § 2quater, tweede lid, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen.
Art.3. Onderhavig besluit heeft uitwerking op 1 oktober 2008.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 mei 2009.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
G. DE PADT