Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 SEPTEMBER 2008. - Ministerieel besluit betreffende de criteria om tewerkgesteld te worden als elitesporter, beloftevolle jongere en sportassistent.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De elitesporter A en B en beloftevolle jongere A en B moeten voldoen aan volgende bijkomende algemene criteria :
  1° geen of onvoldoende middelen genereren uit de beoefening van een sport;
  2° binnen het jaar met vrij grote mate van zekerheid België kunnen vertegenwoordigen met de nationale ploeg.
  De elitesporter A en B, beloftevolle jongere A en B en sportassistent A1, A2, B1, B2, C, en D moeten akkoord gaan met het geven van effectieve return aan visibiliteit van de Vlaamse Gemeenschap.

Art.2. § 1. De elitesporter A moet minstens voldoen aan één van volgende criteria :
  1° voor individuele sporten in Olympische sporttakken :
  a) zesde land op het Wereldkampioenschap;b) vierde land op het Europees Kampioenschap;
  2° voor Olympische ploegsporten : gekwalificeerd zijn voor de Olympische Spelen of het Wereldkampioenschap.
  § 2. De elitesporter B moet minstens voldoen aan één van de volgende criteria :
  1° voor individuele sporten :
  a) Olympische sporttakken :
  1) twaalfde land op Wereldkampioenschap;
  2) achtste land op Europees Kampioenschap;
  3) finale op de grootste internationale tornooien, bij ministerieel besluit te bepalen, na advies van het adviesorgaan.
  b) paralympische sporttakken :
  1) medaille op de Paralympics;
  2) medaille op het Wereldkampioenschap;
  c) niet-Olympische sporttakken :
  1) medaille op de Wereldspelen;
  2) medaille op het Wereldkampioenschap;
  2° voor Olympische ploegsporten : reële kwalificatiekansen hebben voor de Olympische Spelen of het Wereldkampioenschap, na advies van het adviesorgaan;

Art.3. § 1. De beloftevolle jongere A moet minstens voldoen aan één van de volgende criteria :
  1° twaalfde land op Wereldkampioenschap 'Senioren -1 leeftijdscategorie';
  2° achtste land op Europees Kampioenschap 'Senioren -1 leeftijdscategorie';
  3° reële mogelijkheden hebben om, na het behalen van de criteria vermeld onder 1° en 2°, tijdens een overgangsperiode, te voldoen aan de criteria van de sportspecifieke ontwikkelingslijnen naar elitesporter A of B, na advies van het adviesorgaan.
  § 2. De beloftevolle jongere B moet voldoen aan de criteria van de sportspecifieke ontwikkelingslijnen naar elitesporter A of B, na advies van het adviesorgaan.

Art.4. § 1. De wegrenners die niet voldoen aan de criteria vermeld in artikel 2 en 3 komen toch in aanmerking als ze minstens voldoen aan één van de volgende criteria :
  1° de elitesporter A van de damesploeg :
  a) Wereldbekerwedstrijden en wedstrijden 1.1 top acht;
  b) rit in wedstrijden 2.1 top vijf;
  c) wedstrijden 2.1 eindklassement top acht;
  d) wedstrijden1.2 top vijf;
  e) rit in wedstrijden 2.2 top vijf;
  f) wedstrijden 2.2 eindklassement top vijf.
  2° de elitesporter B :
  a) van de herenploeg :
  1) wedstrijden Hors Categorie en wedstrijden 1.1 top tien;
  2) rit in wedstrijden 2.1 top zes;
  3) wedstrijden 2.1 eindklassement top tien;
  4) wedstrijden 1.2 top drie;
  5) rit in wedstrijden 2.2 top drie;
  6) wedstrijden 2.2 eindklassement top vijf;
  b) van de damesploeg :
  1) Wereldbekerwedstrijden top vijftien;
  2) wedstrijden 1.1 top twaalf;
  3) rit in wedstrijden 2.1 top acht;
  4) wedstrijden 2.1 eindklassement top twaalf;
  5) wedstrijden 1.2 top acht;
  6) rit in wedstrijden 2.2 top zes;
  7) wedstrijden 2.2 eindklassement top acht.
  3° de beloftevolle jongere A :
  a) van de herenploeg :
  1) wedstrijden 1.2 top tien;
  2) rit wedstrijden 2.2 top vijf;
  3) wedstrijden 2.2 eindklassement top tien;
  4) wedstrijden Nation cup top tien.
  b) van de damesploeg :
  1) wedstrijden 1.1 top zestien;
  2) rit in wedstrijden 2.1 top twaalf;
  3) wedstrijden 2.1 eindklassement top zestien;
  4) wedstrijden 1.2 top twaalf;
  5) rit in wedstrijden 2.2 top acht;
  6) wedstrijden 2.2 eindklassement top twaalf.
  § 2. De indeling van de wedstrijden, vermeld in § 1, stemt overeen met de indeling van de UCI.

Art.5. § 1. De sportassistent A moet minstens :
  1° ofwel sportmedische en/of sportwetenschappelijke begeleiding van een elitesporter of beloftevolle jongere kunnen aanbieden en beschikken over andere aantoonbare topsportervaring;
  2° ofwel sporttechnische begeleiding van een elitesporter kunnen aanbieden, beschikken over een VTS-getuigschrift trainer A of gelijkgesteld worden op basis van elders verworven competenties en ervaring in topsportbegeleiding kunnen aantonen.
  § 2. De sportassistent B moet minstens :
  1° ofwel paramedische begeleiding van een beloftevolle jongere kunnen aanbieden en beschikken over andere aantoonbare topsportervaring;
  2° ofwel sporttechnische begeleiding van een beloftevolle jongere kunnen aanbieden, beschikken over een VTS-getuigschrift trainer A of gelijkgesteld worden op basis van elders verworven competenties.
  3° ofwel sportverzorging van één of meerdere elitesporter(s) of beloftevolle jongeren, en een rijke topsportervaring aantonen;
  4° ofwel materiaalverzorging van één of meerdere elitesporter(s) of beloftevolle jongeren en een rijke topsportervaring aantonen.
  § 3. De sportassistent C moet minstens :
  1° ofwel sportverzorging van één of meerdere elitesporter(s) of beloftevolle jongeren en enige topsportervaring aantonen;
  2°ofwel materiaalverzorging van één of meerdere elitesporter(s) of beloftevolle jongeren en enige topsportervaring aantonen.
  § 4. De sportassistent D moet minstens :
  1° ofwel sportverzorging van één of meerdere elitesporter(s) of beloftevolle jongeren en topsportmotivatie aantonen;
  2° ofwel materiaalverzorging van één of meerdere elitesporter(s) of beloftevolle jongeren en topsportmotivatie aantonen.

Art.6. § 1. Om in aanmerking te komen voor een nieuwe tewerkstelling volgend op een eerdere tewerkstelling als elitesporter A en B, beloftevolle jongere A en B en sportassistent A, B, C en D gelden volgende bijkomende criteria :
  1° het bereiken van de concrete en meetbare doelstellingen opgenomen in de lopende arbeidsovereenkomst en het bijgevoegde planningsdocument;
  2° het effectief naleven van de verplichtingen inzake return aan visibiliteit van de Vlaamse Gemeenschap.
  § 2. Van het criterium, vermeld in § 1, 1°, kan afgeweken worden voor elitesporters A of B of voor beloftevolle jongeren A of B, in volgende gevallen :
  1° ofwel het competitie- en trainingschema niet hebben kunnen afwerken omdat, door een oorzaak buiten zijn wil, de elitesporter A of B of de beloftevolle jongere A of B een belangrijke periode inactief was;
  2°ofwel de concrete en meetbare doelstellingen opgenomen in de lopende arbeidsovereenkomst en het bijgevoegde planningsdocument bijna behaald hebben en als elitesporter A of B of als beloftevolle jongere A of B de reële mogelijkheid hebben om deze in de toekomst te halen.
  § 3. Het adviesorgaan geeft advies over de nieuwe tewerkstelling.

Art.7. § 1. Het adviesorgaan, vermeld in artikelen 2, 3 en 6, is de Task Force Topsport. De Task Force Topsport vormt het dagelijkse bestuur van de Stuurgroep Topsport, opgericht krachtens het decreet van 7 mei 2004 tot omvorming van de Vlaamse openbare instelling Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie tot het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid BLOSO, dat adviseert over de topsportdossiers aan de Vlaamse minister bevoegd voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven.
  § 2. De sportspecifieke ontwikkelingslijnen, vermeld in artikel 3, zijn de concrete en leeftijdsgebonden ontwikkelingsfasen kenmerkend voor een bepaalde sport op het vlak van prestaties en tactische, technische, conditionele en mentale vaardigheden bepaald door de analyse van een groot aantal topsporters die de top twaalf van de wereld en de top acht van Europa hebben behaald.

Art.8. De tewerkstelling in een betrekking van sportassistent A1 en A2, die voor het van kracht worden van dit besluit werd toegekend, wordt beschouwd als een tewerkstelling in een betrekking van sportassistent A.
  De tewerkstelling in een betrekking van sportassistent B1 en B2, die voor het van kracht worden van dit besluit werd toegekend, wordt beschouwd als een tewerkstelling in een betrekking van sportassistent B.

Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.
  Brussel, 5 september 2008.
  B. ANCIAUX.