Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002035566 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring voor de consultatiebureaus van het jonge kind worden een punt 17°, een punt 18°, een punt 19°, een punt 20° en een punt 21° toegevoegd, die luiden als volgt :
  "17° dagzitting : een zitting in een consultatiebureau die tijdens de dag wordt georganiseerd met een aanvangsuur na 8 uur en voor 16 uur;
  18° stagiair-consultatiebureauarts : arts die beantwoordt aan de kwalificatievereisten, zoals vastgelegd door Kind en Gezin, om de functie van consultatiebureauarts uit te oefenen. Die arts wordt als beginnend arts op een consultatiebureau, via kijk- en doestages, met een evaluatie en eindbeoordeling, door een mentorarts opgeleid tot een volwaardige consultatiebureauarts;
  19° mentorarts : arts die beantwoordt aan de kwalificatievereisten, zoals vastgelegd door Kind en Gezin, om stagiair-consultatiebureauartsen via kijk- en doestages, met een evaluatie en eindbeoordeling, op te leiden tot volwaardige consultatiebureauartsen;
  20° avondzitting : een zitting in een consultatiebureau die op zijn vroegst begint om 16 uur;
  21° regionaal kwaliteitsoverleg : overleg dat eenmaal per jaar wordt georganiseerd in elke regio voor de consultatiebureauartsen, de regioteamleden, de medische-kwaliteitscoördinator en de organiserende besturen ter bespreking en verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening aan de hand van analyses van relevante cijfergegevens en evaluaties."

Art.2. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het getal "17" vervangen door het getal "16".

Art.3. In artikel 28, § 2, van hetzelfde besluit wordt het getal "90" vervangen door het getal "120".

Art.4. In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 wordt het bedrag "65,30" vervangen door het bedrag "81,44";
  2° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
  "§ 3. Vanaf 2008 verleent Kind en Gezin een subsidie van 649,64 euro per jaar per consultatiebureau voor de professionele omkadering van de consultatiebureaus.";
  3° er wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
  "§ 4. Vanaf 2008 verleent Kind en Gezin een subsidie van 251,39 euro per jaar per consultatiebureau voor het kwaliteitsvol medisch beheer."

Art.5. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 2 worden de woorden "wordt een forfaitaire subsidie verleend van 31,28 euro per uur" vervangen door de woorden "wordt voor een dagzitting een forfaitaire subsidie verleend van 37,13 euro per uur";
  2° in § 3 wordt er tussen de woorden "per consultuur" en de woorden "een subsidie verleend" de woorden "tijdens een dagzitting" ingevoegd;
  3° in § 4 wordt het bedrag "31,28" vervangen door het bedrag "37,13";
  4° er wordt een § 7 toegevoegd, die luidt als volgt :
  "§ 7. Voor een avondzitting wordt een subsidie toegekend van 115 % van de subsidie die verleend wordt voor een dagzitting, zowel voor een arts die zelfstandig is als voor een arts die bediende is."

Art.6. Aan titel V, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt een artikel 46bis toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "Art. 46bis. § 1. De opleiding van stagiair-consultatiebureauartsen door mentorartsen wordt door Kind en Gezin op de volgende wijze vergoed :
  1° Stagiair-consultatiebureauartsen en mentorartsen ontvangen een vergoeding van 64,97 euro per zitting van 3,5 uur. Voor de stagiair-consultatiebureauartsen is dat de enige vergoeding. Voor de mentorartsen komt die vergoeding boven op de vergoeding die op basis van artikel 46, § 2 of § 3, wordt toegekend.
  2° Mentorartsen met een bediendecontract ontvangen voor de verplaatsing naar en van de kijk- en doestages een kilometervergoeding, als vermeld in artikel 46, § 5.
  3° De functioneringskosten van een zitting worden gesubsidieerd overeenkomstig de tarieven, vermeld in artikel 45, § 1 en § 2.
  § 2. Er worden maximaal tweeëndertig mentorartsen aangewezen door Kind en Gezin. Kind en Gezin kan daarover nadere richtlijnen verstrekken.
  De mentorarts moet aan de volgende criteria voldoen :
  1° in het bezit zijn van een diploma jeugdgezondheidszorg of van de specialisatietitel kinderarts. Artsen die niet in het bezit waren van een diploma jeugdgezondheidszorg en door Kind en Gezin vrijgesteld werden van die verplichting overeenkomstig artikel 48, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, blijven voor de toepassing van deze bepaling de vrijstelling genieten;
  2° een halve dag inscholing gevolgd hebben;
  3° ten minste drie jaar werken in een consultatiebureau van Kind en Gezin;
  4° minimaal 270 zittingen op een consultatiebureau hebben waargenomen;
  5° minstens twee vormingsmomenten per jaar volgen.
  § 3. De opleiding van stagiair-consultatiebureauartsen, vermeld in § 1, omvat maximaal vier stagemomenten (een aantal zittingen kijkstage/doestage), gevolgd door een evaluatie, uitgevoerd door de mentorarts en de medische-kwaliteitscoördinator van Kind en Gezin. Voor een student jeugdgezondheidszorg is er tevens een staflid van de masteropleiding betrokken bij de evaluatie. Over de inhoud, de evaluatie en het praktische verloop van de stages kan Kind en Gezin nadere richtlijnen verstrekken.
  § 4. Om de kijk- en doestages kwaliteitsvol te laten verlopen, wordt op de zittingen die in dat kader uitgevoerd worden, het aantal kinderen gereduceerd. Kind en Gezin kan daarover nadere richtlijnen verstrekken.
  § 5. Om de mentorartsen voor te bereiden op hun taak, wordt er een halve dag opleiding gegeven en worden twee halve dagen intervisie georganiseerd. De subsidie daarvoor bedraagt 37,13 euro per uur, als vermeld in artikel 45, § 4."

Art.7. De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd.

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art.9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 18 juli 2008.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  S. VANACKERE

BIJLAGE.
Art. N. Tabel van de salarisschalen van de artsen.
  Salarisschaal 2.
  De anciënniteit wordt opgebouwd vanaf de leeftijd van 24 jaar.

AncienniteitBedragen
  
028.727,30 EUR
129.392,13 EUR
230.056,98 EUR
330.721,98 EUR
531.885,56 EUR
733.049,30 EUR

  Salarisschaal 1.
  De anciënniteit wordt opgebouwd vanaf de leeftijd van 24 jaar.

AnciënniteitBedragen
  
937.424,82 EUR
1138.846,69 EUR
1340.268,58 EUR
1541.690,42 EUR
1743.112,31 EUR
1944.534,18 EUR
2145.956,05 EUR
2347.303,55 EUR
2548.799,81 EUR

  De artsen gaan na negen jaar anciënniteit over van salarisschaal 2 naar salarisschaal 1.
  De bedragen in deze bijlage hebben als referentiejaar 2007.
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind.
  Brussel, 18 juli 2008.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  S. VANACKERE.