17 JANUARI 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen (VERTALING).
Art. 1-17
Artikel 1. Artikel 1, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van grote ondernemingen wordt vervangen als volgt :
"17° "aanvulling op de programmering "convergentie" : de uitvoering van maatregel 1.1. "stimulering van de investeringen ten gunste van de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde" van de aanvulling op de programmering van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, hierna "EFRO" genoemd overeenkomstig artikel 4 van voornoemde Verordening nr. 108/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006;
18° "aanvulling op de programmering "concurrentiekracht en werkgelegenheid" : de uitvoering van maatregel 1.1. "stimulering van de investeringen ten gunste van werkgelegenheid en toegevoegde waarde" van de aanvulling op de EFRO-programmering overeenkomstig artikel 5 van voornoemde Verordening nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006;
19° "gecreëerde arbeidsplaats" : de bijkomende arbeidsplaats(en) gecreëerd ten opzichte van het aanvankelijke personeelsbestand bedoeld in artikel 1, 14°, behalve als de onderneming onder een hoger streefcijfer inzake jobcreatie valt in het kader van een vorig dossier waarin dat streefcijfer inzake jobcreatie als aanvankelijk personeelsbestand wordt genomen;
"20° "spin-off of spin-out" : de onderneming bedoeld in artikel 5, § 1, 2°, d, van het decreet;".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 2bis. § 1. De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan een investeringspremie, tegen 65 % gefinancierd ten laste van de gewestbegroting en tegen 35 % ten laste van EFRO, toekennen in het kader van de aanvulling op de programmering "convergentie" of van de aanvulling op de programmering "concurrentiekracht en werkgelegenheid" aan de onderneming die naast de voorwaarden bedoeld in artikel 2 :
1° minstens tien arbeidsplaatsen creëert;
2° onder volgende sectoren of sectordelen valt :
a) dienstverlening aan ondernemingen;
b) biotechnologieën;
c) chemische en farmaceutische industrie;
d) productie en toepassing van nieuwe materialen;
e) informatie- en communicatietechnologieën zoals intelligente informatica, multimedia, telecommunicatie, ontvangst en transmissie;
f) lucht- en ruimtevaartnijverheid;
g) fabricatie van machines en uitrustingen;
h) fabricatie van medisch materiaal, wetenschappelijke instrumentatie, optica en procedurecontroles;
j) plastic;
j) milieubescherming;
k) hernieuwbare energie, rationeel energiegebruik;
l) agrovoeding;
n) gecombineerd vervoer of logistieke steun;
m) call center of distributiecentrum;
o) onderzoek en ontwikkeling;
p) toerisme.
De Minister bepaalt de sectoren bedoeld in lid 1 nader.
§ 2. De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan eveneens een investeringspremie toekennen aan de onderneming bedoeld in § 1 voor een gelabeld investeringsprogramma in het kader van de concurrentiepolen en die niet gelegen is in één van de sectoren bedoeld in § 1, 2°, met uitzondering van de sectoren uitgesloten bij artikel 4 van het decreet.
Daarnaast kan de Minister de investeringen zoals bepaald in artikel 6, door een in § 1 bedoelde onderneming uitgevoerd, die niet gelegen is in één van de sectoren bedoeld in § 1, lid 1, 2°, met uitzondering van de sectoren uitgesloten bij artikel 4 van het decreet.
De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan eveneens aan de onderneming bedoeld in § 1 een premie toekennen die een bijkomende steun vormt in functie van het belang van het investeringsprogramma voor het Gewest volgens de maximumpercentages en de criteria bedoeld in artikel 7bis, §§ 1, c) tot g), of 2, b) tot g).
§ 3. De verdeelsleutel bedoeld in § 1, lid 1, kan, in het EFRO-deel, verhoogd worden voor de onderneming bedoeld in §§ 1 of 2, die deel uitmaakt van een concurrentiepool of die meer dan 50 arbeidsplaatsen creëert of voor de onderneming bedoeld in §§ 1 of 2 die meer dan 100 arbeidsplaatsen creëert."
Art.3. Artikel 6, § 1, wordt aangevuld met volgend lid :
"De aankoop van grond wordt evenwel beperkt tot 10 % van het toegelaten investeringsprogramma voor de onderneming die dat programma uitvoert in het kader van de aanvulling op de programmering "convergentie" of van de aanvulling op de programmering "concurrentiekracht en werkgelegenheid."
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 7bis. § 1er. In afwijking van artikel 7 wordt het bedrag van de premie bedoeld in artikel 2bis, §§ 1 of 2, toegekend aan de onderneming bedoeld in artikel 2bis, §§ 1of 2 en met betrekking tot de aanvulling op de programmering "convergentie", berekend overeenkomstig de maximumintensiteit van de geweststeun bepaald bij de kaart van de staatssteun met een gewestelijk doel, goedgekeurd door de Europese Commissie op 21 februari 2007, volgens deze modaliteiten :
1° een basissteun van 15 % van het toegelaten investeringsprogramma, vermeerderd met 5 % als het de oprichting van een onderneming betreft;
2° bijkomende steun in de volgende gevallen :
a) 1 % per gecreëerde arbeidsplaats bovenop de minimumdrempels voor gecreëerde arbeidsplaatsen bedoeld in artikel 2bis, § 1, lid 1, met een maximumpercentage van 5 %;
b) 5 % bij de creatie van minstens 50 arbeidsplaatsen, gevoegd bij de 5 % bedoeld onder a);
c) 5 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma gelabeld is in het kader van de concurrentiepolen;
d) 5 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma gelegen is in een stedelijk vrij gebied;
e) 2 % voor de oprichting van een spin-off- of een spin-out-beleid;
f) 2 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma een innoverend karakter vertoont;
g) 2 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma betrekking heeft op de valorisering van eco-innovaties, het rationeel energiegebruik en de hernieuwbare energie of het gebruik van de beste beschikbare technieken.
§ 2. In afwijking van artikel 7 wordt het bedrag van de premie bedoeld in artikel 2, §§ 1 of 2, toegekend aan de onderneming bedoeld in artikel 2bis, §§ 1 of 2, en met betrekking tot de aanvulling op de programmering "concurrentiekracht en werkgelegenheid", berekend overeenkomstig de maximumintensiteit van de geweststeun bepaald bij de kaart van de staatssteun met een gewestelijk doel, goedgekeurd door de Europese Commissie op 21 februari 2007, volgens deze modaliteiten :
1° een basissteun van 10 % van het toegelaten investeringsprogramma, vermeerderd met 5 % als het de oprichting van een onderneming betreft;
2° bijkomende steun in de volgende gevallen :
a) 1 % per gecreëerde arbeidsplaats bovenop de minimumdrempels voor gecreëerde arbeidsplaatsen bedoeld in artikel 2bis, § 1, 1°, met een maximumpercentage van 5 % ;
b) 5 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma gelabeld is in het kader van de concurrentiepolen;
c) 5 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma gelegen is in een stedelijk vrij gebied;
d) 2 % voor de creatie van een middelgrote onderneming in de vorm van een spin-off of een spin-out;
e) 2 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma een innoverend karakter vertoont;
j) 2 % voor de onderneming waarvan het investeringsprogramma betrekking heeft op de valorisering van eco-innovaties, het rationeel energiegebruik en de hernieuwbare energie of het gebruik van de beste beschikbare technieken.
§ 3. Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van het decreet mag de Minister schatten welk investeringsprogramma een hoog belang vertoont voor de duurzame ontwikkeling van het Gewest. Dat hoge belang wordt aangetoond geacht als minstens twee van de criteria bedoeld in §§ 1, c) tot g), of 2, b) tot f), in overweging genomen worden voor de toekenning van de premie aan de onderneming bedoeld in artikel 2bis, §§ 1 of 2."
Art.5. In artikel 8, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006, worden de woorden "Het bestuur bericht ontvangst binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag en bepaalt de datum waarop het investeringsprogramma in aanmerking wordt genomen. Die datum stemt overeen met de datum van ontvangst van de aanvraag." geschrapt.
Art.6. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° lid 3 wordt vervangen als volgt :
"Als de onderneming de voorwaarde bedoeld in artikel 5, 3°, niet naleeft, neemt de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de door het bestuur aan de onderneming medegedeelde premie. Die beslissing gaat in te rekenen van de kennisgeving ervan aan de onderneming en eindigt te rekenen van de ontvangst door het bestuur van een nieuwe financiële toestand betreffende één van beide navolgende boekjaren waaruit blijkt dat de onderneming voldoet aan bovenvermelde voorwaarde.";
2° lid 4 wordt opgeheven;
3° in het vijfde lid vervallen de woorden "of 4".
Art.7. Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005, wordt vervangen als volgt :
"Art. 10. Binnen volgende dertig dagen, al naar gelang het geval na ontvangst van het in artikel 8, tweede lid, bedoelde dossier van de ontbrekende gegevens bedoeld in artikel 9, tweede lid, of van de nieuwe financiële toestand bedoeld in artikel 9, derde lid, licht het bestuur de onderneming erover in dat haar aanvraag de voorwaarden van de artikelen 2 tot 4, 5, 1° tot 3, en 6 in acht neemt.
Binnen de vijfenveertig dagen volgend op de ontvangst van het in artikel 8, tweede lid, bedoelde dossier van de ontbrekende gegevens bedoeld in artikel 9, tweede lid, of van de nieuwe financiële toestand bedoeld in artikel 9, derde lid, maakt het bestuur een voorstel tot beslissing tot toekenning van de premie aan de Minister over. Het bestuur licht de onderneming in volgens de procedure bepaald in artikel 19, § 1, lid 2 van het decreet."
Art.8. Artikel 12, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005, wordt vervangen als volgt :
"Na onderhandeling met de onderneming en binnen de vier maanden volgend op de in artikel 8, lid 2, bedoelde ontvangst van de ontbrekende gegevens bedoeld in artikel 9, tweede lid, of van de nieuwe financiële toestand bedoeld in artikel 9, derde lid, neemt de Minister een beslissing tot toekenning of weigering van de premie in voorkomend geval na advies van het comité."
Art.9. Artikel 13, lid 1, 2°, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
"2° de voorlegging door de onderneming van het bewijs dat zij de fiscale en sociale wet- en regelgeving naleeft, en dat zij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 5, 3°, tijdens het afgesloten boekjaar voorgaand aan het verzoek om uitbetaling."
Art.10. In artikel 15, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005, worden de woorden "onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere overeenkomstbepalingen" toegevoegd na de woorden "niet naleeft".
Art.11. In artikel 16, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 september 2005, worden de woorden "onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere overeenkomstbepalingen" toegevoegd na de woorden "niet naleeft".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 17bis ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 17bis. Wat betreft de onderneming, bedoeld in artikel 2bis, §§ 1 of 2, die in aanmerking komt voor de premie bedoeld in artikel 7bis, §§ 1 of 2 en die een toegelaten investeringsprogramma uitvoert met een bedrag lager dan één miljoen euro, wordt de premie in twee schijven uitbetaald, als volgt :
1° een eerste schijf die 40 % vertegenwoordigt van het bedrag van de premie als de onderneming het bewijs levert dat zij minstens 40 % van het toegelaten investeringsprogramma uitgevoerd en betaald heeft;
2° een laatste schijf die het saldo van de premie vertegenwoordigt als de onderneming het bewijs levert dat zij het gehele toegelaten investeringsprogramma uitgevoerd en betaald heeft.
Wat betreft de onderneming, bedoeld in artikel 2bis, §§ 1 of 2, die in aanmerking komt voor de premie bedoeld in artikel 7bis, §§ 1 of 2 en die een toegelaten investeringsprogramma uitvoert met een bedrag van één miljoen euro en meer, wordt de premie in drie schijven uitbetaald, als volgt :
1° een eerste schijf die 40 % vertegenwoordigt van het bedrag van de premie als de onderneming het bewijs levert dat zij minstens 40 % van het toegelaten investeringsprogramma uitgevoerd en betaald heeft;
2° een tweede schijf die 30 % vertegenwoordigt van het bedrag van de premie als de onderneming het bewijs levert dat zij minstens 70 % van het toegelaten investeringsprogramma uitgevoerd en betaald heeft;
3° een laatste schijf die het saldo van de premie vertegenwoordigt als de onderneming het bewijs levert dat zij het gehele toegelaten investeringsprogramma uitgevoerd en betaald heeft.
De bewijzen bedoeld in leden 1, 1°, en 2, 1°, kunnen voorgelegd worden door de onderneming middels een attest waarvan het model beschikbaar is bij het bestuur, oprecht en waar verklaard door een bedrijfsrevisor om aan te tonen dat de betrokken delen van het toegelaten investeringsprogramma uitgevoerd en betaald zijn.
In afwijking van de artikelen 15, lid 1, en 16, lid 1, wordt de uitbetaling van elke schijf van de premie bedoeld in leden 1 of 2, naast de inachtneming van de formaliteiten bedoeld in artikel 13, lid 1, ondergeschikt gemaakt aan de naleving van de milieuwet- en -regelgeving."
Art.13. In hetzelfde besluit wordt een artikel 17ter ingevoegd, luidend als volgt :
"Art. 17ter. De Minister kan in de gevallen die behoorlijk verantwoord worden door onderneming bedoeld in artikel 2bis, §§ 1 of 2, 50 % van het bedrag van de premie, berekend volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 7bis, § 1, 1°, 2°, c) tot g), of § 2, 1°, 2°, b) tot f), behouden als minstens 80 % van de werkgelegenheidsdoelstelling bedoeld in artikel 2bis, § 1, lid 1, 1°, bereikt wordt."
Art.14. Het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2000 betreffende de uitvoering van het ontwikkelingsplan medegefinancierd door het gewestelijke ontwikkelingsfonds. - Doelstelling wordt opgeheven.
Art.15. Het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002 betreffende de uitvoering van specifieke steunregelingen voor investeringen voorzien in de Enige Programmeringsdocumenten Doelstelling 2 (2000-2006) "Maas-Vesder" en "Plattelandsgebieden" wordt opgeheven.
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 maart 2007.
Art. 17. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 17 januari 2008.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Economie, Tewerkstelling, Buitenlandse Handel en Patrimonium,
J.-C. MARCOURT.