5 SEPTEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de delegaties aan de leden van de Vlaamse Regering en aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen en tot wijziging van de toezichtsbevoegdheid van de Inspectie van Financiën.
HOOFDSTUK I. - Bevoegdheidsverdeling voor bestuur van of toezicht op diensten, instellingen en rechtspersonen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Delegatie en toezichtsbevoegdheid voor bestellingsopdrachten.
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Delegatie voor dadingen en arbitrageprocedures.
Art. 6-9
HOOFDSTUK IV. - Delegatie voor facilitaire dienstverlening en vastgoedbeheer.
Art. 10-12
HOOFDSTUK V. - Subdelegatie.
Art. 13
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 14-15
HOOFDSTUK I. - Bevoegdheidsverdeling voor bestuur van of toezicht op diensten, instellingen en rechtspersonen.
Artikel 1. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 december 2005, 28 juni 2007, 10 oktober 2007 en 14 november 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° aan punt 2° worden een punt e), een punt f) en een punt g) toegevoegd, die luiden als volgt :
" e) Vlaams Landbouwinvesteringsfonds;
f) Financieringsinstrument voor Vlaamse visserij- en aquicultuursector;
g) Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek; ";
2° aan punt 3° wordt een punt m) en een punt n) toegevoegd, die luiden als volgt :
" m) Vlaams Toekomstfonds;
n) Eigen Vermogen van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed; ";
3° in punt 4° worden punt a), punt e), punt f) en punt h) vervangen door wat volgt :
" a) Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie; ";
" e) Agentschap voor Onderwijsdiensten; ";
" f) Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen; ";
" h) VZW de Rand; ";
4° aan punt 4° worden een punt k) en een punt l) toegevoegd, die luiden als volgt :
" k) ESF-agentschap, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie;
l) Herplaatsingsfonds; ";
5° aan punt 5° worden een punt e), een punt f), een punt g) en een punt h) toegevoegd, die luiden als volgt :
" e) Fonds culturele infrastructuur;
f) Vlaams Fonds voor de Letteren;
g) Topstukkenfonds;
h) Vlaams-Brusselfonds; ";
6° aan punt 7° worden een punt e) en een punt f) toegevoegd, die luiden als volgt :
" e) Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant;
f) Garantiefonds voor Huisvesting; ";
7° in punt 8° wordt punt b) vervangen door wat volgt :
" b) Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, de beroepsomscholing en -bijscholing en de sociale promotie; ";
8° aan punt 8° wordt een punt d), een punt e) en een punt f) toegevoegd, die luiden als volgt :
" d) Fonds Stationsomgevingen;
e) ESF-agentschap, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, de beroepsomscholing en -bijscholing en de sociale promotie;
f) Pendelfonds; ";
9° in punt 9° wordt punt c) vervangen door wat volgt :
" c) Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; ";
10° aan punt 10° wordt een punt n), een punt o), een punt p) en een punt q) toegevoegd, die luiden als volgt :
" n) Reguleringsinstantie.met betrekking tot water bestemd voor menselijke aanwending;
o) Ondersteunend Centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos;
p) Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek;
q) Eigen Vermogen Flanders Hydraulics; ";
11° in punt 11° wordt punt e) vervangen door wat volgt :
" e) Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen, of zijn rechtopvolger; ";
12° aan punt 11° wordt een punt i) toegevoegd, dat luidt als volgt :
" i) Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. "
HOOFDSTUK II. - Delegatie en toezichtsbevoegdheid voor bestellingsopdrachten.
Art.2. Aan artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 3. De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar betreft, delegatie om bestellingen te doen op grond van een bestellingsopdracht, binnen het voorwerp en de bepalingen van die bestellingsopdracht.
Behalve als de bestelling bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, is het voorafgaande akkoord vereist van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, als de bestelling de volgende drempelbedragen overschrijdt :
1° 1.250.000 euro voor werken;
2° 750.000 euro voor leveringen;
3° 400.000 euro voor diensten. "
Art.3. In hoofdstuk IV van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries wordt een artikel 14bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 14bis. Het hoofd van het departement heeft delegatie om bestellingen te doen op grond van een bestellingsopdracht, binnen het voorwerp en de bepalingen van die bestellingsopdracht, en tot een bedrag per bestelling van respectievelijk :
1° 1.500.000 euro voor werken;
2° 900.000 euro voor leveringen;
3° 500.000 euro voor diensten.
Als de bestelling bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, geldt de delegatie zonder beperking van het bedrag. "
Art.4. In hoofdstuk IV van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid wordt een artikel 14bis ingevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 14bis. Het hoofd van het agentschap heeft delegatie om bestellingen te doen op grond van een bestellingsopdracht, binnen het voorwerp en de bepalingen van die bestellingsopdracht, en tot een bedrag per bestelling van respectievelijk :
1° 1.500.000 euro voor werken;
2° 900.000 euro voor leveringen;
3° 500.000 euro voor diensten.
Als de bestelling bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, geldt de delegatie zonder beperking van het bedrag. "
Art.5. In artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak wordt een § 5bis ingevoegd, die luidt als volgt :
" § 5bis. Elke bestelling op grond van een bestellingsopdracht moet voor advies aan de Inspecteur van Financiën worden voorgelegd als ze de volgende drempelbedragen (exclusief btw) overschrijdt :
1° 500.000 euro voor werken;
2° 300.000 euro voor leveringen;
3° 100.000 euro voor diensten.
Als de bestelling bestaat uit continue prestaties, zoals exploitatie en recurrent onderhoud, slaan de bovenvermelde drempelbedragen op het geraamde totale bedrag van de opdracht over twaalf maanden. "
HOOFDSTUK III. - Delegatie voor dadingen en arbitrageprocedures.
Art.6. Aan artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 en 15 juni 2007 worden een punt 13° en een punt 14° toegevoegd, die luiden als volgt :
" 13° het sluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen als het bedrag van de uitgaven die eruit voortvloeien 150.000 euro niet overschrijdt, onverminderd artikel 9, § 4;
14° het sluiten van overeenkomsten tot arbitrage. "
Art.7. Aan artikel 9 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 4. In afwijking van artikel 7, 13°, geldt de delegatie voor het sluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen die betrekking hebben op overheidsopdrachten, binnen de volgende grenzen :
1° 2,5 miljoen euro voor werken;
2° 625.000 euro voor leveringen;
3° 150.000 euro voor diensten. "
Art.8. In artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° een punt 3°bis wordt ingevoegd, dat luidt als volgt :
" 3°bis overeenkomsten tot arbitrage te sluiten, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil 500.000 euro in hoofdsom niet overschrijdt; ";
2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
" 4° de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures, goed te keuren en te betalen. "
Art.9. In artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° een punt 3°bis wordt ingevoegd, dat luidt als volgt :
" 3°bis overeenkomsten tot arbitrage te sluiten, voor zover, als het een in geld waardeerbaar geschil betreft, de waarde van het geschil 500.000 euro in hoofdsom niet overschrijdt; ";
2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
" 4° de uitgaven die verbonden zijn aan de uitvoering van vonnissen, arresten, dadingen, minnelijke schikkingen, schulderkenningen en arbitrageprocedures, goed te keuren en te betalen. "
HOOFDSTUK IV. - Delegatie voor facilitaire dienstverlening en vastgoedbeheer.
Art.10. Aan artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 en 15 juni 2007 worden een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 15° het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een maximale looptijd van 9 jaar voor de huur van onroerende goederen, met uitzondering van de in artikel 10, § 2, bedoelde onroerende goederen; deze delegatie geldt slechts voor de onroerende goederen waarvan de totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven, ...) niet meer bedragen dan 150.000 euro. ".
Art.11. Artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 10. § 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer, heeft, met betrekking tot de niet-bestemde onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, delegatie voor :
1° het beheer ervan;
2° de vervreemding ervan, voor zover de budgettaire weerslag niet meer dan 1.250.000 euro bedraagt.
In afwijking van het eerste lid heeft de minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, delegatie voor de vervreemding van bossen, groengebieden, natuurgebieden, viswaters en gronden voor de aanleg van openbare groene ruimten, die aan hun bestemming onttrokken zijn.
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake facilitaire dienstverlening, heeft delegatie voor het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een maximale looptijd van 9 jaar voor de huur van onroerende goederen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van de kantoren voor de Vlaamse ministeries, en waarvan :
- de ingehuurde bruto-oppervlakte maximaal 1.250 m2 bedraagt;
- de totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven) niet meer bedragen dan 150.000 euro.
Art.12. Aan artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Wat de onroerende goederen en infrastructuren betreft die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, is de delegatie tot vervreemding, vermeld in het eerste lid, punt 1°, beperkt tot de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, voor zover die beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer. "
HOOFDSTUK V. - Subdelegatie.
Art.13. In artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
" De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, kan aan de provinciegouverneurs en aan de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant bevoegdheden delegeren inzake uitvoering van de begroting wat de begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of investeringsgoederen ten behoeve van de gouverneurs betreft. Hij kan aan de provinciegouverneurs diezelfde bevoegdheden delegeren wat de begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of investeringsgoederen ten behoeve van de arrondissementscommissarissen betreft. Hij kan die gouverneurs machtigen om, mits zij daarvan kennisgeven, die bevoegdheden verder te delegeren aan de arrondissementscommissarissen. "
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.14. Dit besluit treedt in werking op 18 juli 2008.
Art. 15. De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 september 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen,
Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,
D. VAN MECHELEN
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
Fr. VANDENBROUCKE
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,
B. ANCIAUX
De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid,
Wonen en Inburgering,
M. KEULEN
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen,
Mevr. K. VAN BREMPT
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
St. VANACKERE
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
H. CREVITS
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,
P. CEYSENS.