Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 DECEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de personeelsformatie van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-04-2008 en tekstbijwerking tot 30-09-2014)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Beleidsbegroting.
Art. 2-11
HOOFDSTUK III. - Personeelsformatie.
Art. 12
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 13-15
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1995035503 



Uitvoeringsbesluit(en):

2014035970 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° [1 de universiteiten, vermeld in artikel II.2 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;]1
  2° instellingsbestuur : het orgaan van de boekhoudkundige entiteit dat bevoegd is om de begroting en de personeelsformatie vast te stellen;
  3° boekhoudkundige entiteit : elke entiteit, vermeld in punt 1°;
  4° begrotingsjaar : het begrotingsjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde kalenderjaar en valt samen met het boekjaar.
  ----------
  (1)<BVR 2014-06-20/16, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

HOOFDSTUK II. - Beleidsbegroting.
Art.2. De beleidsbegroting bestaat uit :
  1° een begrote resultatenrekening;
  2° een geprojecteerde balans;
  3° een begroting van de geplande investeringen en de geplande financieringswijzen van de investeringen;
  4° een liquiditeitenbegroting.

Art.3.[1 ...]1.
  De begrote resultatenrekening en de geprojecteerde balans moeten worden opgemaakt op basis van de schema's van de jaarrekening, bepaald bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de boekhouding, de jaarrekening, het rekeningenstelsel en de controle voor de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.
  Voor de begrote resultatenrekening moet het schema van de jaarrekening gevolgd worden tot op het niveau van de eerste drie posities van de codes van de rubrieken.
  Voor de begrote resultatenrekening van het eerstvolgende begrotingsjaar moet de opdeling in begrotingsafdelingen, vermeld in artikel 8, mee gerapporteerd worden. Voor de meerjarenbegroting is een opdeling in begrotingsafdelingen niet vereist.
  Voor de geprojecteerde balans moet het schema van de jaarrekening gevolgd worden tot op het niveau van de eerste twee posities van de codes van de rubrieken.
  ----------
  (1)<BVR 2014-06-20/16, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.4. De begroting van de geplande investeringen in vaste activa en van de geplande financieringswijzen van die investeringen moet worden opgemaakt op basis van het schema dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
  Investeringen in aankopen van terreinen en gebouwen, leasing en soortgelijke rechten die betrekking hebben op terreinen en gebouwen, en activa in aanbouw en vooruitbetalingen, met uitzondering van groot onderhoud en herstellingen, moeten individueel vermeld worden met een adequate beschrijving van de investering.

Art.5. De liquiditeitenbegroting moet worden opgemaakt op basis van het schema dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
  De begrotingspost 'overige' moet apart worden gedetailleerd en toegelicht. Onder niet-kaskosten worden de kosten verstaan die geen uitgaven impliceren. Onder niet-kasopbrengsten worden de opbrengsten verstaan die geen ontvangsten impliceren.

Art.6. Overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden, vastgelegd door het instellingsbestuur, worden een aangepaste begrote resultatenrekening van het begrotingsjaar en een aangepaste liquiditeitenbegroting aan het instellingsbestuur voor goedkeuring voorgelegd. Na de goedkeuring hiervan wordt die beslissing ter informatie meegedeeld aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs.

Art.7. § 1. De begrote resultatenrekening volgt het schema dat gevoegd is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betreffende de boekhouding, de jaarrekening, het rekeningstelsel en de controle voor de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.
  § 2. Per afdeling, in voorkomend geval per onderafdeling, vermeldt de beleidsbegroting :
  1° de factoren die de opbrengsten en kosten bepalen;
  2° de factoren die het verloop van de opbrengsten en kosten verklaren. Hierbij wordt een vergelijkende tabel gevoegd die ten minste de realisaties van het voorlaatste jaar aangeeft en de eventueel aangepaste begrote bedragen van het laatste jaar;
  3° de beleidsopties, aangenomen door de raad van bestuur, inzake de afdeling.

Art.8. Samen met de begrote resultatenrekening voor het eerstvolgende begrotingsjaar wordt door elke boekhoudkundige entiteit een meerjarenbegroting ingediend volgens dezelfde methodiek als de methodiek, vermeld in artikel 3, met dien verstande dat de opdeling in begrotingsafdeling achterwege mag worden gelaten. Die meerjarenbegroting vertaalt de genomen beleidsopties voor een komende periode van telkens vijf jaar en geeft een prognose weer van de kosten en opbrengsten van de boekhoudkundige entiteit, voor elk jaar van die periode. De periode van vijf jaar vangt aan met het eerste begrotingsjaar.

Art.9.
  <Opgeheven bij BVR 2014-06-20/16, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

Art.10. Alle begrotingsposten worden in duizend euro uitgedrukt.

Art.11. De begrotingen worden opgemaakt op basis van dezelfde waarderingsregels als die welke vastgelegd werden voor het opstellen van de jaarrekening.

HOOFDSTUK III. - Personeelsformatie.
Art.12.§ 1. De boekhoudkundige entiteiten voegen bij de beleidsbegroting [1 de globale personeelsformatie vermeld in artikel IV.18 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013]1.
  § 2. [1 ...]1.
  § 3. [1 ...]1.
  ----------
  (1)<BVR 2014-06-20/16, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2015>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.13. Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 februari 1995 houdende vaststelling van nadere regels voor het opmaken van de begroting en de personeelsformatie van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

Art.15. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Schema begroting van de geplande investeringen in vaste activa en van de geplande financieringswijzen.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-04-2008, p. 22764-22765).

Art. N2. Bijlage 2. - Schema liquiditeitenbegroting.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-04-2008, p. 22766).

Art. N3. Bijlage 3. - Model personeelsformatie universiteiten (personeel artikel 158).
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 28-04-2008, p. 22767).