7 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de executieve van 19 december 1988 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand (VERTALING).
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 23 van het besluit van de Executieve van 19 december 1988 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de Middenstand, vervangen bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 4 november 2004, wordt als volgt gewijzigd :
1° Paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 3 - Om bij de evaluatie te voldoen moet de kandidaat
1° minimaal 50 % van de punten behalen in de vakken " Duits " en " wiskunde ";
2 ° minimaal 50 % van de punten in de theoretische beroepskennis behalen in de beide door het Instituut bepaalde hoofdvakken;
3° minimaal een doorsnede van 50 % van de punten behalen voor alle andere vakken als degene die onder de punten 1° en 2° vermeld zijn. "
2° Paragraaf 5 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 5 - Er wordt een tweede examenzittijd gepland die ten laatste op 30 augustus plaatsvindt. Er moeten ten minste twee weken zijn tussen beide zittijden. "
3° Paragraaf 6 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 6 - De kandidaten die niet geslaagd zijn voor examens kunnen zich inschrijven voor de examens A, B of I van de tweede zittijd in de vakken waarvoor ze het vereist minimaal aantal punten, te weten 50 %, niet hebben behaald.
De klassenraad bepaalt de examenstof voor de tweede zittijd. "
Art.2. Artikel 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 4 november 2004, wordt als volgt gewijzigd :
1° in het vierde lid wordt de passus " of een vakantiewerk op te stellen " geschrapt;
2° in het vijfde lid wordt de passus " of het vakantiewerk " geschrapt.
Art.3. In het artikel 24, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 4 november 2004, wordt de passus " en vakantiewerken " geschrapt.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. De Minister bevoegd inzake Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 7 februari 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President,
Minister van Lokale Besturen
K.-H. LAMBERTZ
De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme
B. GENTGES.