24 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 januari 1835 houdende oprichting als wetenschappelijke instelling van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 januari 1835 houdende oprichting als wetenschappelijke instelling van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002, wordt vervangen als volgt :
" Art. 2. De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België bestaan uit het Museum voor Oude Kunst, het Museum voor Moderne Kunst, het Magrittemuseum, het Antoine Wiertzmuseum en het Constantin Meuniermuseum.
Zij beheren ook het zogenaamde Breughelhuis. "
Art.2. Opgeheven worden :
1° het koninklijk besluit van 8 maart 1951 betreffende de inventarissen, de bewaargevingen en de bruikleningen van kunstwerken;
2° het ministerieel besluit van 9 maart 1951 houdende toekenning van delegatie aan de directeurgeneraal van het Bestuur van Schone Kunsten en Letteren inzake bewaargevingen en bruikleningen van kunstwerken.
In afwijkingen van de voorgaande leden, blijven artikelen 7 tot 11 van voornoemd koninklijk besluit van 8 maart 1951 van toepassing tot de volledige teruggave van alle kunstwerken van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten die in bewaring werden gegeven overeenkomstig die bepalingen.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 juli 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Wetenschapsbeleid,
Mevr. S. LARUELLE.