Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

13 MAART 2008. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 423 van de programmawet (I) van 24 december 2002.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Toekenning en erkenning.
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen ten laste van de erkende vereniging.
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Intrekking van de erkenning en verzaking.
Art. 7-8
HOOFDSTUK 5. - Algemene overgangs- en slotbepalingen.
Art. 9-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder :
  - " wetenschappelijke raad ", de wetenschappelijke raad opgericht in elke federale wetenschappelijke instelling (hierna genoemd " instelling ") door het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat;
  - " algemeen directeur ", de houder van de managementfunctie N-1 als bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 22 januari 2003 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de wetenschappelijke instellingen van de Staat en dat diverse wijzigingen aanbrengt in de personeelsstatuten van de wetenschappelijke instellingen van de Staat;
  - " vereniging ", ieder rechtspersoon opgericht overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.

HOOFDSTUK 2. - Toekenning en erkenning.
Art.2. Om te worden erkend, moet de vereniging aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° over statuten beschikken en een boekhouding voeren conform de bepalingen van voornoemde wet van 27 juni 1921;
  2° zijn opgericht om een doel te verwezenlijken, of activiteiten conform haar maatschappelijk doel voorstellen, die nauw verband houdt(en) met de opdrachten van de betrokken instelling of ervoor van bijzonder belang is (zijn);
  3° de aanwezigheid aantonen in haar statuten of welk ander nuttig document ook van een regeling voor belangenconflicten met betrekking tot personen die enerzijds, direct of indirect en in welk hoedanigheid dan ook door de betrokken instelling worden bezoldigd, en die anderzijds ook, op persoonlijke titel of als vertegenwoordiger van de betrokken instelling, leden van de vereniging of van een van de organen ervan, afgevaardigden voor het dagelijks beheer, vertegenwoordigers of gemachtigden ervan zijn.
  In die regeling moet worden vastgelegd dat voornoemde personen niet mogen deelnemen aan een beraadslaging of een beslissing nemen met als voorwerp een vermogensbelang of persoonlijke situaties eigen aan de betrokken instelling of die de autonomie en de vrijheid van beslissing van genoemde instelling zou beknotten.
  Zij legt bovendien de nodige bepalingen vast om een geldige beraadslaging of besluitvorming mogelijk te maken in de situatie als bedoeld in dit punt, met inbegrip van de wijze waarop de betrokken persoon ertoe gehouden is akte te laten nemen van het bestaan van een dergelijke situatie van belangenconflict.

Art.3. De aanvraag tot erkenning van een vereniging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de algemeen directeur gericht.
  De vereniging motiveert haar aanvraag en verstrekt alle inlichtingen in verband met de bezetting van de ruimten of het gebruik van de infrastructuur van de instelling waaraan wordt gedacht met het oog op de samenwerking. Zo nodig verduidelijkt zij of zij haar maatschappelijke zetel in de instelling wenst te hebben.
  Zij voegt bij haar aanvraag :
  1° de gecoördineerde tekst van haar statuten;
  2° de laatste jaarrekeningen goedgekeurd door de algemene vergadering en het bewijs dat de formaliteiten inzake publiciteit zijn vervuld wat de jaarrekeningen betreft van de drie vorige maatschappelijke jaren conform de bepalingen van voornoemde wet van 27 juni 1921.

Art.4. § 1. De algemeen directeur legt de aanvraag als bedoeld in artikel 3 van dit besluit ter advies voor aan de wetenschappelijke raad tijdens zijn eerstvolgende vergadering.
  § 2. Binnen de maand van het advies van de wetenschappelijke raad, stelt de algemeen directeur bij een ter post aangetekende brief de vereniging in kennis van zijn beslissing.
  § 3. Iedere beslissing tot toekenning van de erkenning gaat vergezeld van een erkenningsakte ondertekend door de algemeen directeur die het volgende bepaalt :
  1° de specifieke voorwaarden en de grenzen waarbinnen de samenwerking zal verlopen;
  2° de voorwaarden inzake toegang tot de instelling, bezetting van de ruimten en gebruik van de infrastructuur ervan;
  3° zo nodig, het bedrag, of de berekeningswijze, van de financiële bijdrage aan de kosten voor de bezetting van de ruimten en het gebruik van de infrastructuur van de instelling;
  4° zo nodig, de toestemming de maatschappelijke zetel van de vereniging in de instelling te vestigen.
  Iedere wijziging in een van de onderdelen bepaald in de erkenningsakte is het voorwerp van een aanhangsel ondertekend door de algemeen directeur en ter kennis gebracht van de vereniging bij een ter post aangetekende brief. Het treedt in werking op de datum vastgelegd door de algemeen directeur en op zijn vroegst een maand na de kennisgeving.
  Voor de rest van hun samenwerking, sluiten de vereniging en de instelling zo nodig specifieke overeenkomsten. (Die kunnen afwijken van de rechten en plichten vastgelegd in dit besluit " worden vervangen door de woorden " Die kunnen niet afwijken van de rechten en plichten vastgelegd in dit besluit). Zij omschrijven bovendien de gevolgen van een eventuele intrekking van de erkenning of van een eventuele verzaking; bij ontstentenis wordt, in geval van intrekking van de erkenning of van verzaking, de overeenkomst beschouwd als van rechtswege ontbonden zonder vergoeding uit hoofde van geen enkele partij. <Erratum, B.S. 18-04-2008, p. 20991>

Art.5. De erkenning wordt toegekend voor de duur van het kalenderjaar dat loopt op de datum van kennisgeving van de beslissing tot toekenning.
  Zij is stilzwijgend hernieuwbaar, telkens voor de duur van een jaar.

HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen ten laste van de erkende vereniging.
Art.6. De erkende vereniging is verplicht :
  1° gedurende de hele duur van de erkenning de voorwaarden na te leven als bedoeld in artikel 2 alsmede de termen van de erkenningsakte, van zijn aanhangsels en van de specifieke overeenkomsten gesloten conform artikel 4, § 3, derde lid;
  2° de algemeen directeur uiterlijk 1 juli van ieder jaar een verslag mee te delen van de activiteiten van het vorige jaar, het programma met de activiteiten van het lopende jaar, de rekeningen opgemaakt conform de voornoemde wet van 27 juni 1921 met betrekking tot het vorige jaar en de begroting van het lopende jaar;
  3° de algemeen directeur een kopie te bezorgen van het proces-verbaal van de beslissingen van de algemene vergadering, binnen de maand ervan;
  4° bij te dragen aan de kosten voor de bezetting van de ruimten en het gebruik van de infrastructuur van de instelling conform de bepalingen van de erkenningsakte.

HOOFDSTUK 4. - Intrekking van de erkenning en verzaking.
Art.7. § 1. De algemeen directeur kan de erkenning intrekken :
  1° behalve bij niet-naleving van de plichten als bedoeld in artikel 6 van dit besluit of bij zware fout waardoor de samenwerking onmogelijk kan worden voortgezet, mits kennisgeving uiterlijk 30 september bij een ter post aangetekende brief gericht aan de vereniging, waarbij de intrekking uitwerking heeft op 31 december van het lopende jaar.
  Tenzij er een bijzondere reden bestaat, kan de algemeen directeur niet eerder tot de intrekking van de erkenning besluiten dan na het advies van de bevoegde wetenschappelijke raad te hebben ingewonnen;
  2° bij niet-naleving van de plichten als bedoeld in artikel 6 van dit besluit of zware fout waardoor de samenwerking onmogelijk kan worden voortgezet, mits gemotiveerde kennisgeving gericht aan de vereniging bij een ter post aangetekende brief, waarbij de intrekking uitwerking heeft op de datum van genoemde kennisgeving.
  § 2. Vanaf de datum waarop de intrekking van de erkenning uitwerking heeft, beschikt de vereniging over een termijn van één maand om iedere bezetting van de ruimten van de instelling en gebruik van haar infrastructuur stop te zetten en om, zo nodig, de noodzakelijke maatregelen te nemen om haar maatschappelijke zetel te verplaatsen.

Art.8. De vereniging kan op ieder ogenblik aan haar erkenning verzaken mits een opzeggingstermijn van drie maanden die ingaat de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving van deze beslissing aan de algemeen directeur bij een ter post aangetekende brief.
  Na afloop van de opzeggingstermijn, moet de vereniging iedere bezetting van de ruimten van de instelling en gebruik van haar infrastructuur hebben stopgezet en, zo nodig, haar maatschappelijke zetel hebben verplaatst.

HOOFDSTUK 5. - Algemene overgangs- en slotbepalingen.
Art.9. De algemeen directeur stelt de Voorzitter van de Programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid, binnen de maand van de datum ervan, in kennis van iedere beslissing tot toekenning van de erkenning, met inbegrip van de erkenningsakte, ieder aanhangsel aan genoemde akte, iedere beslissing tot intrekking en iedere verzaking.

Art.10. De erkenning verleent aan de vereniging die ze krijgt en aan de personen die er in welke hoedanigheid ook deel van uitmaken, geen ander recht dan die welke uitdrukkelijk zijn omschreven bij dit besluit of die zijn vastgesteld in de erkenningsakte opgesteld conform dit besluit.

Art.11. De verenigingen die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit meewerken aan het vervullen van de opdrachten van een instelling of die hun maatschappelijke zetel hebben in een instelling, beschikken over een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit om een erkenningsaanvraag in te dienen.
  Naast de documenten als bedoeld in artikel 3, voegen zij bij hun aanvraag een activiteitenverslag dat betrekking heeft op het kalenderjaar dat voorafgaat aan de erkenningsaanvraag en op het lopende jaar.
  Ingeval de erkenning wordt geweigerd, beschikt de betrokken vereniging over een termijn van één maand om een einde te maken aan haar activiteiten in de instelling, iedere bezetting van de lokalen ervan en gebruik van haar infrastructuur stop te zetten en, zo nodig, de noodzakelijke maatregelen te nemen om haar maatschappelijke zetel te verplaatsen.
  Het vorige lid is eveneens van toepassing op de vereniging die geen erkenningsaanvraag indient, waarbij de termijn van één maand waarvan sprake ingaat vanaf het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste lid.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13. Onze Minister belast met het Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 13 maart 2008.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS
  De Minister van Begroting,
  Y. LETERME
  De Minister belast met het Wetenschapsbeleid,
  Mevr. S. LARUELLE.