Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 NOVEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E, het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1975120109  1998014078  2007014142 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 29 van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  " Elk geslaagd deel van het theoretisch examen blijft geldig gedurende drie jaar. "

Art.2. In artikel 35, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a)
  § 1 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " Elk geslaagd deel van het praktisch examen blijft geldig gedurende drie jaar. "
  b)
  § 5 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De geldigheidsduur van het bewijs van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 10 begint te lopen vanaf het moment van afgifte van het getuigschrift van basiskwalificatie. "

Art.3. Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " Elk geslaagd deel van het theoretisch examen blijft geldig gedurende drie jaar. "

Art.4. In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° § 1 wordt aangevulde met een lid, luidende :
  " Elk geslaagd deel van het praktisch examen blijft geldig gedurende drie jaar. "
  2° in § 5, wordt tussen het eerste en het tweede lid het als volgt luidende lid ingevoegd :
  " De geldigheidsduur van het bewijs van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 10 begint te lopen vanaf het moment van afgifte van het getuigschrift van basiskwalificatie. "

Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 55/1 ingevoegd, luidende :
  " Art.55/1. § 1er. De afgifte van het certificaat bedoeld in artikel 8, §1, eerste lid, 3°, of van een duplicaat van dit certificaat geeft aanleiding tot de betaling van een retributie van 11 euro.
  De retributie bedoeld in het eerste lid wordt betaald via overschrijving op een rekening van de Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, overeenkomstig de voorschriften van de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid.
  § 2. De afgifte of de vervanging van een voorlopig rijbewijs vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 14, geeft aanleiding tot de betaling van een retributie van 9 euro; de afgifte van een duplicaat van dit document geeft aanleiding tot de betaling van een retributie van 7,50 euro.
  Deze retributies worden betaald aan de overheid bedoeld in artikel 16 overeenkomstig de modaliteiten bepaald door de Minister.
  Aan de gemeenten wordt per afgeleverd document een som van 3,75 euro toegekend, overeenkomstig de door de Minister bepaalde modaliteiten.
  Met het oog hierop deelt de burgemeester aan de Minister of zijn gemachtigde het aantal voorlopige rijbewijzen vakbekwaamheid en duplicaten van deze documenten mee, met vermelding van de nummers van voormelde documenten en voegt hij een overzicht toe van de documenten die onbruikbaar zijn geworden.
  § 3. De Minister kan de bedragen voorzien in § 1 en in § 2 aanpassen aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen. In dit geval vermenigvuldigt hij het bedrag met het indexcijfer van de voorbijgaande maand en deelt het product door het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand gedurende dewelke dit besluit in werking is getreden. In voorkomend geval verhoogt hij het resultaat met maximum 0,5 euro of verlaagt hij het met maximum 0,49 euro om een eenheid te bekomen. De aangepaste bedragen treden in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op de maand gedurende dewelke ze in het Belgisch staatsblad werden gepubliceerd.
  De retributies voorzien in §1 en in § 2 worden in geen geval terugbetaald. "

Art.6. Artikel 57 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.7. In artikel 8.2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1987, 18 september 1991, 23 maart 1998, 14 mei 2002, 10 juli 2006, 1 september 2006, 13 februari 2007 en 4 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder 1°, b), wordt vervangen als volgt :
  " b) 18 jaar voor de bestuurders van voertuigen van de categorieën D en D+E voor het geregeld personenvervoer waarvan het traject ten hoogste 50 kilometer bedraagt en voor de bestuurders van voertuigen van de subcategorieën D1 en D1+E, indien zij houder en drager zijn van een bewijs van vakbekwaamheid D, bedoeld in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E; ";
  b) de bepaling onder 1°, c), wordt aangevuld met de volgende zin :
  " en voor de houders van een voorlopig rijbewijs vakbekwaamheid geldig voor de categorie D of D+E of de subcategorie D1 of D1+E, bedoeld in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E ";
  c) de bepaling onder 2°, b), wordt vervangen als volgt :
  " b) 18 jaar voor de bestuurders van voertuigen van de categorieën C en C+E, houders en dragers van een bewijs van vakbekwaamheid C bedoeld in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E, alsook voor de bestuurders die zich onderwerpen aan de scholing en zich aanbieden voor het praktisch examen met het oog op het behalen van een rijbewijs geldig voor de categorieën C of C+E overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs of die houder zijn van een voorlopig rijbewijs vakbekwaamheid geldig voor de categorie C of C+E, bedoeld in voormeld koninklijk besluit van 4 mei 2007; ".

Art.8. In het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° artikel 5, § 1, eerste lid, 3°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli (NOTA : Justel leest : mei) 2007 wordt opgeheven;
  2° in artikel 6, 1°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2006, wordt de bepaling onder h), vervangen als volgt :
  " h) moet de leeftijd bereikt hebben van 16 jaar voor de categorie A3 en van 18 jaar voor de categorieën A, B+E, C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1 en D1+E; ".

Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 september 2008, met uitzondering van artikel 5 dat in werking treedt de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en op artikel 7, c) dat in werking treedt op 10 september 2009.

Art. 10. De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 november 2008.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Eerste Minister,
  Y. LETERME
  De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
  E. SCHOUPPE.