13 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 51 en 89 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 51, § 1, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid, 7° ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2006, wordt aangevuld als volgt :
", voor zover het aanbod geschiedt op grond van een reglementaire verplichting. ";
2° het tweede lid, 9° ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2006, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 9° het feit als werknemer van 45 jaar of meer, zijn werkgever niet schriftelijk in gebreke te stellen wanneer deze geen outplacementbegeleiding heeft aangeboden in toepassing van artikel 13 van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, binnen de termijnen en conform de procedure bepaald in de CAO nr. 82 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 10 juli 2002; ";
3° het achtste lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007, en het elfde, twaalfde en dertiende lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 maart 2007, worden opgeheven.
Art.2. In artikel 89, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin wordt het cijfer " 6° " vervangen door het cijfer " 9° ";
2° het 2° wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 2° ofwel 38 jaar beroepsverleden als loontrekkende bewijst in de zin van artikel 114, § 4. Voor de berekening van dit beroepsverleden worden gelijkgesteld met arbeidsdagen de periodes bedoeld in de artikelen 3, § 1, en 4, §§ 2, 3, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact; ";
3° hij wordt aangevuld met de volgende leden :
" De werknemer die een vrijstelling geniet in toepassing van het eerste lid, en zich op vrijwillige basis inschrijft in een tewerkstellingscel waaraan de werkgever deel neemt, blijft voor gebeurtenissen die zich voordoen tijdens de periode van inschrijving in de tewerkstellingscel, evenwel onderworpen aan de toepassing van de artikelen 51, 56 en 58.
De werknemer die een vrijstelling geniet in toepassing van het eerste lid, en op vrijwillige basis aanspraak maakt op een outplacementbegeleiding georganiseerd door de werkgever, blijft voor gebeurtenissen die zich voordoen tijdens de periode van outplacementbegeleiding, evenwel onderworpen aan de toepassing van de artikelen 51, 56 en 58. ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 2, 3° dat in werking treedt de dag waarop het in Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juli 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen,
Mevr. J. MILQUET.