Details





Titel:

20 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende een maandelijkse enquête naar de industriële productie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-03-2008 en tekstbijwerking tot 10-04-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994011474 



Uitvoeringsbesluit(en):

2015011039  2024003173 



Artikels:

Artikel 1. De enquête naar de industriële productie behandelt de activiteiten van de secties B en C van de nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap NACE Rev. 2 met uitzondering van de afdelingen 5, 6 en 19.

Art.2. De productie wordt bepaald door de "PRODCOM-lijst", waarvan de rubrieken in principe zijn samengesteld uit artikelen of groepen van artikelen van de gecombineerde nomenclatuur, die overeenstemmen met de andere gemeenschapsnomenclaturen van producten, overeenkomstig artikel 2, §2 van bovengenoemde verordening (EEG) nr. 3924/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de totstandbrenging van een communautaire enquête naar de industriële productie.

Art.3.De enquête behandelt :
  1° productievariabelen, die worden opgevraagd per rubriek van de "PRODCOM-lijst" :
  a) leveringen van producten, in waarde en in fysieke hoeveelheid wanneer die wordt vermeld in de rubriek van de PRODCOM-lijst, die door de onderneming werden vervaardigd of die in loonarbeid aan andere ondernemingen werden gegeven, met uitzondering van producten die volledig in onderaanneming werden vervaardigd door ondernemingen die in het buitenland gevestigd zijn;
  b) de voortgebrachte productie in fysieke hoeveelheid, inclusief degene die verwerkt werd in andere producten van dezelfde onderneming, ook totale productie genoemd;
  c) loonarbeid geleverd aan derden gevestigd in het buitenland, in waarde en in fysieke hoeveelheid wanneer die wordt vermeld in de rubriek van de PRODCOM-lijst;
  d) industriële behandelingen en diensten, in waarde en in fysieke hoeveelheid wanneer die wordt vermeld in de rubriek van de PRODCOM-lijst;
  [2 e) het aandeel van de eigen productie (uitgedrukt als een percentage) van de leveringen van producten, wanneer dat aandeel wordt vermeld in de rubriek van de PRODCOM-lijst;
   f) loonarbeid geleverd aan derden gevestigd in België, in waarde en in fysieke hoeveelheid wanneer die wordt vermeld in de PRODCOM-rubriek.]2
  2° over het geheel opgevraagde variabelen:
  a) industriële behandelingen en diensten, in waarde, die niet worden opgevraagd per rubriek van de "PRODCOM-lijst";
  b) handelsleveringen, in waarde;
  c) leveringen, in waarde, van loonarbeid geleverd aan derden gevestigd in België;
  d) leveringen, in waarde, waarvan de productie volledig in het buitenland is gebeurd voor rekening van de onderneming (loonarbeid in onderaanneming door ondernemingen die in het buitenland zijn gevestigd);
  e) [1 ...]1.
  [3 3° per NACE-code opgevraagde variabelen:
   a) leveringen van producten, in waarde, die door de onderneming werden vervaardigd of die in loonarbeid aan andere ondernemingen werden gegeven, met uitzondering van producten die volledig in onderaanneming werden vervaardigd door ondernemingen die in het buitenland gevestigd zijn;
   b) loonarbeid geleverd aan derden gevestigd in het buitenland, in waarde;
   c) industriële behandelingen en diensten, in waarde, wanneer deze worden vermeld in de PRODCOM-lijst.]3
  ----------
  (1)<KB 2015-01-15/19, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 02-02-2015>
  (2)<KB 2023-04-18/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (3)<KB 2024-03-24/07, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.4.[1 De enquête is maandelijks voor de in artikel 3, 2° en 3°, bedoelde variabelen.
   De enquête is jaarlijks voor de in artikel 3, 1°, bedoelde variabelen.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-03-24/07, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.5. De enquête geldt voor :
  1° elke industriële onderneming of vestiging waarvan de activiteit vermeld is in artikel 1 en die 20 personen en meer tewerkstelde volgens een van haar driemaandelijkse RSZ-aangiften van het voorgaande jaar of waarvan in het voorgaande jaar de jaaromzet ten minste 3.500.000 euro bedroeg;
  2° elke nieuwe industriële onderneming of vestiging waarvan de activiteit vermeld is in artikel 1 en die 20 personen en meer tewerkstelde volgens een van haar driemaandelijkse RSZ-aangiften van het lopende jaar of waarvan in de loop van het jaar de gecumuleerde omzet ten minste 3.500.000 euro bedroeg.
  De hierboven genoemde drempels met betrekking tot de omzet worden om de vijf jaar op 1 januari herzien op basis van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de volgende formule:
  herziene drempel = basisdrempel X (nieuw indexcijfer van de consumptieprijzen/basisindexcijfer van de consumptieprijzen).
  De basisdrempel is de drempel bepaald in dit besluit.
  Het basisindexcijfer is dat van de maand december 2007 en het nieuwe indexcijfer is dat van de maand december die aan de herziening van de drempel voorafgaat.
  De herziene drempel wordt wiskundig afgerond op één tiende van een miljoen euro.
  De eerste herziening gebeurt op 1 januari 2013.

Art.6. Elke onderneming of vestiging bedoeld in artikel 5 vult een vragenlijst in per lokale eenheid.
  De lokale eenheid is een eenheid gelegen op een geografisch bepaalde plaats, waarin één of meer personen regelmatig onder eenzelfde leiding een of meer economische activiteiten uitoefenen.

Art.7.[1 Voor de in artikel 3, 2° en 3°, bedoelde variabelen wordt de statistiek opgesteld aan de hand van een maandelijkse vragenlijst die deze variabelen bevat.
   Voor de in artikel 3, 1°, bedoelde variabelen wordt de statistiek opgesteld aan de hand van een jaarlijkse vragenlijst die deze variabelen bevat.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-03-24/07, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.8.Elke onderneming of vestiging als omschreven in artikel 5 bezorgt de gegevens via de transmissiekanalen en volgens de voorschriften gegeven door de [1 Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium]1.
  ----------
  (1)<KB 2023-04-18/01, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>

Art.9.[1 De in artikel 7, lid 1, bedoelde maandelijkse vragenlijst wordt behoorlijk ingevuld aan de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium teruggestuurd tegen de 15de van de maand volgend op de maand waarop de enquête betrekking heeft.
   De in artikel 7, lid 2, bedoelde jaarlijkse vragenlijst wordt behoorlijk ingevuld aan de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium teruggestuurd tegen [2 de 15de februari]2 van het jaar volgend op het jaar waarop de enquête betrekking heeft.]1
  ----------
  (1)<KB 2023-04-18/01, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
  (2)<KB 2024-03-24/07, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.10. Het koninklijk besluit van 28 januari 1994 betreffende een maandelijkse enquête naar de industriële productie, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 15 december 1998 en 5 november 2001, wordt opgeheven.

Art.11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 12. Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.