Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

7 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998002123 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1, § 3, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1999, 10 juni 2002, 12 december 2002, 23 oktober 2003, 12 oktober 2005 en 17 januari 2007, wordt aangevuld als volgt :
  " 12° de dienstvrijstelling bedoeld in artikel 41bis, in zoverre dat het personeelslid geen gebruik heeft gemaakt van artikel 27, eerste lid, 2° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. "

Art.2. Een artikel 41bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende :
  " Art. 41bis. Een ambtenaar die ziek wordt in de loop van de dag en van zijn dienstchef de toelating krijgt het werk te verlaten, om zich naar huis te begeven of medische zorgen te ontvangen, bekomt een dienstvrijstelling. "

Art.3. Artikel 50, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 januari 2007, wordt vervangen als volgt :
  " De verminderde prestaties worden elke dag verricht, tenzij de arts van het Bestuur van de medische expertise uitdrukkelijk anders beslist. "

Art.4. In artikel 53, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 januari 2007, wordt de eerste zin vervangen als volgt :
  " § 1. De arts van het Bestuur van de medische expertise spreekt zich uit over de medische geschiktheid van de ambtenaar om zijn ambt ten belope van 50 %, 60 % of 80 % van zijn normale prestaties weer op te nemen. "

Art.5. Artikel 61, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2007, wordt vervangen als volgt :
  " In afwijking van de bepalingen van het tweede lid, dient de ambtenaar onmiddellijk een geneeskundig getuigschrift in bij het Bestuur van de medische expertise wanneer de afwezigheid die het gevolg is van ziekte of ongeval maar één dag bedraagt en wanneer de ambtenaar tijdens het lopende kalenderjaar reeds twee maal afwezig is geweest als gevolg van ziekte of ongeval met een duur van één dag zonder een geneeskundig getuigschrift. "

Art.6. Artikel 62, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 17 januari 2007, wordt vervangen als volgt :
  " Het medisch onderzoek vindt plaats in de woon- of verblijfplaats van de ambtenaar. Wanneer de arts die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd, oordeelt dat de gezondheidstoestand van de ambtenaar hem toelaat zich naar een andere plaats te begeven, dan kan de ambtenaar ook worden opgeroepen door het Bestuur van de medische expertise om zich voor een onderzoek aan te melden bij de controlearts. Wanneer de controlearts de ambtenaar niet aantreft op de aangegeven woon- of verblijfplaats, dan laat hij een bericht achter. Behoudens wanneer de arts die het geneeskundig getuigschrift aan de ambtenaar heeft afgeleverd, oordeelt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven, moet de ambtenaar zich op het vermelde uur aanmelden bij de controlearts.
  Wanneer de ambtenaar zich niet naar een andere plaats mag begeven, maar op het ogenblik van de controle afwezig was, wegens redenen van overmacht, brengt hij de controlearts onmiddellijk hiervan op de hoogte, zodat een nieuwe controle kan plaatshebben. "

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007, met uitzondering van de artikelen 3 en 6, die in werking treden op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 8. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 7 december 2008.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  Mevr. I. VERVOTTE.