18 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de commissie voor afwijking(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-10-2008 en tekstbijwerking tot 28-08-2018)
Art. 1-12
Artikel 1. Binnen de FOD Binnenlandse Zaken wordt een commissie voor afwijking opgericht, hierna " de commissie " genoemd.
De commissie is belast met het geven van een advies aan de Minister van Binnenlandse Zaken, of aan zijn afgevaardigde, over de aanvragen tot afwijking bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.
Art.2.§ 1. De commissie bestaat uit :
1° [1 de Directeur van de Directie Brandpreventie van de FOD Binnenlandse Zaken]1, die de commissie voorzit;
2° [1 de]1 ingenieurs van de [1 "Directie Brandpreventie van de FOD Binnenlandse Zaken]1;
3° een Franstalige deskundige, aangewezen op basis van zijn bijzondere wetenschappelijke of technische bekwaamheid inzake brandvoorkoming;
4° een Nederlandstalige deskundige, aangewezen op basis van zijn bijzondere wetenschappelijke of technische bekwaamheid inzake brandvoorkoming;
5° een Franstalige beroepsofficier van een [1 een hulpverleningszone]1, aangewezen omwille van zijn ervaring inzake brandvoorkoming;
6° een Nederlandstalige beroepsofficier van een [1 een hulpverleningszone]1, aangewezen omwille van zijn ervaring inzake brandvoorkoming.
§ 2. De deskundigen dienen bij hun kandidatuurstelling voor de commissie de gewenste taalrol op te geven of te laten blijken.
§ 3. De beroepsofficieren hebben de taal van de taalrol die bepaald werd bij hun aanstelling als officier en bij ontstentenis de officiële taal van de [2 hulpverleningszone]2 waarin zij als beroepsofficier aangesteld werden.
[3 § 4. In dit artikel wordt onder de term "hulpverleningszone" ook begrepen de Brusselse Hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende medische hulp.]3
----------
(1)<KB 2018-07-18/24, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
(2)<KB 2018-07-18/24, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
(3)<KB 2018-07-18/24, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art.3.De leden van de commissie [1 bedoeld in artikel 2, § 1, 3° tot 6°]1 worden benoemd door de Minister van Binnenlandse Zaken :
1° op voordracht van de directeur-generaal [1 die de Directie Brandpreventie onder zijn bevoegdheid heeft]1 of zijn afgevaardigde voor de in artikel 2, [1 , § 1, 3°]1 tot 4° bedoelde leden;
2° op voordracht van de " Fédération royale des Corps de Sapeurs-Pompiers de Belgique - Aile Francophone-Germanophone " " voor het in artikel 2, [1 § 1,]5° bedoelde lid;
3° op voordracht van de Brandweervereniging Vlaanderen voor het in artikel 2,[1 § 1,]1 6° bedoelde lid.
----------
(1)<KB 2018-07-18/24, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art.4.Er wordt een plaatsvervanger benoemd per effectief lid.
De plaatsvervangende leden worden benoemd door de Minister van Binnenlandse Zaken volgens dezelfde procedure als die welke respectievelijk voorzien is voor de effectieve leden [1 bedoeld in artikel 2, § 1, 3° tot 6°]1.
----------
(1)<KB 2018-07-18/24, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art.5.§ 1. De duur van het mandaat van de effectieve leden en van de plaatsvervangende leden van de commissie bedraagt vier jaar. Het mandaat is hernieuwbaar.
§ 2. Het mandaat eindigt :
1° wanneer de duur ervan verstreken is;
2° in geval van ontslag;
3° in geval van overlijden.
Er wordt voorzien in de vervanging van het lid van wie het mandaat vóór de normale vervaldatum beëindigd is. In dit geval zal het nieuwe lid het mandaat van het lid dat hij vervangt, voltooien.
[1 4° als het lid niet meer voldoet aan de benoemingsvoorwaarden bedoeld in artikel 2;]1
[1 5° door het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken, op voorstel van de voorzitter van de commissie, in geval van afwezigheid op meer dan de helft van de vergaderingen van de commissie gedurende een kalenderjaar. ]1
----------
(1)<KB 2018-07-18/24, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art.6. De voorzitter van de commissie kan, op eigen initiatief of op voorstel van een lid van de commissie, de bouwheer of zijn afgevaardigde oproepen voor de vergadering van de commissie waarin zijn aanvraag tot afwijking onderzocht wordt.
Art.7. De voorzitter van de commissie kan, op eigen initiatief of op voorstel van een lid van de commissie, één of meer deskundigen die geen lid zijn van de commissie oproepen voor een vergadering van de commissie voor het onderzoek van bijzondere punten.
Art.8.§ 1. De commissie beraadslaagt op geldige wijze indien minstens de helft van de effectieve of plaatsvervangende leden aanwezig is.
Indien de commissie een eerste maal bijeengeroepen werd zonder dat het vereiste aantal leden is opgekomen, mag het, na een nieuwe bijeenroeping, beraadslagen over de punten die voor de tweede maal op de agenda gezet werden, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De plaatsvervangende leden mogen slechts zetelen ter vervanging van de verhinderde effectieve leden.
§ 2. De adviezen van de commissie worden met [1 gewone]1 meerderheid van stemmen uitgebracht.
In geval van gelijkheid van stemmen over een bepaalde kwestie, worden de verschillende adviezen aan de Minister [1 "of zijn afgevaardigde]1 bezorgd.
----------
(1)<KB 2018-07-18/24, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art.9. Voor hun verplaatsingen om de vergaderingen van de commissie bij te wonen, kunnen de leden de terugbetaling van hun reiskosten verkrijgen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
Art.10. De commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast.
Art.11.Het secretariaat van de commissie wordt verzekerd door personeelsleden van de [1 Directie Brandpreventie van de FOD Binnenlandse Zaken]1.
----------
(1)<KB 2018-07-18/24, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
Art. 12. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.