Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

7 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992012977 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen wordt aangevuld als volgt :
  " Voor het bepalen van het bedrag van de werkloosheidsuitkering van de werknemer wiens arbeidsovereenkomst werd verbroken door middel van de betaling van een opzeggingsvergoeding en die het werk hervat tijdens de periode gedekt door deze vergoeding, wordt abstractie gemaakt van de werkhervatting, in zoverre de werknemer, op het einde van de periode gedekt door de eerder vermelde opzeggingsvergoeding, recht gehad zou hebben op werkloosheidsuitkeringen onder de voorwaarden van dit besluit, indien hij ze had aangevraagd.
  Het voorgaande lid is evenwel niet van toepassing wanneer de vergoeding die de berekeningsbasis vormt voor de uitkering in toepassing van de artikelen 65 en volgende van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, hoger is dan de vergoeding die de berekeningsbasis zou vormen van de uitkering in toepassing van het voorgaande lid.
  Voor de toepassing van het derde lid dient te worden verstaan onder werkhervatting, de werkhervatting als loontrekkende of als zelfstandige in hoofdberoep.
  Het derde lid is evenwel niet van toepassing wanneer het gaat om een werkhervatting :
  - als loontrekkende, wanneer de tewerkstelling rechtstreeks of onrechtstreeks wordt verricht voor de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt of voor een werkgever die behoort tot dezelfde groep als de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt;
  - of als zelfstandige in hoofdberoep, wanneer de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks wordt verricht voor de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt of voor een werkgever die behoort tot dezelfde groep als de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt. ".

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en is enkel van toepassing in zoverre de werkhervatting bedoeld in artikel 1 zich situeert vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 3. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 7 juni 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN.