3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 65 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 65 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) § 2 wordt vervangen door de volgende bepalingen :
" § 2. De werkloze die een onvolledig pensioen of een overlevingspensioen geniet kan uitkeringen genieten binnen de beperkingen van artikel 130.
Het genot van de uitkeringen wordt evenwel slechts toegekend op voorwaarde dat het stelsel op grond waarvan het pensioen wordt toegekend :
1° de cumulatie van het pensioen met de uitkeringen niet verbiedt;
2° het genot van het pensioen of het bedrag van het pensioen niet afhankelijk stelt van voorwaarden die de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperken.
De voorwaarden van het tweede lid gelden eveneens indien de werkloze vrijstelling geniet van de vereiste beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt. "
B) er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :
" § 2bis. In afwijking van § 2, tweede lid, 2°, kan de werknemer die een overlevingspensioen geniet, waarvan het genot of het bedrag afhankelijk is van voorwaarden die de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beperken uitkeringen genieten gedurende een eenmalige periode van twaalf al dan niet opeenvolgende kalendermaanden indien navermelde voorwaarden gelijktijdig worden vervuld :
1° de werkloosheid vindt niet haar oorsprong in de stopzetting of de vermindering van de arbeid met het oog op het verkrijgen van het overlevingspensioen;
2° de regeling op grond waarvan het overlevingspensioen wordt toegekend, voorziet een beperking van het pensioenbedrag in geval van cumulatie met uitkeringen.
Het dagbedrag van de uitkering wordt, in geval van toepassing van deze paragraaf, niet verminderd in toepassing van artikel 130.
Deze paragraaf doet geen afbreuk aan de verplichtingen opgelegd in dit besluit, inzonderheid de verplichting om, behoudens vrijstelling, beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt, actief te zoeken naar werk en ingeschreven te zijn als werkzoekende.
C) er wordt een § 2ter ingevoegd luidend als volgt :
" § 2ter. Deze paragraaf regelt het recht op de werkhervattingstoeslag bedoeld in artikel 129bis of van de activeringsuitkering bedoeld in artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
De werknemer die op het tijdstip van de aanvraag van het voordeel bedoeld in het eerste lid, een overlevingspensioen in de zin van § 2bis, eerste lid, geniet, kan dit voordeel slechts verkrijgen indien hij zich op dat tijdstip bevindt in de periode van 12 kalendermaanden bedoeld in § 2bis, eerste lid. In dit geval kan het voordeel, binnen de perken van de betreffende regelgeving, toegekend worden tot het einde van zijn tewerkstelling.
De toekenning van een overlevingspensioen in de zin van § 2bis, eerste lid, aan een werknemer die op het tijdstip waarop het voordeel bedoeld in het eerste lid werd toegekend, geen dergelijk overlevingspensioen genoot, leidt niet tot het verlies van voordeel. Het voordeel kan, binnen de perken van de betreffende regelgeving, toegekend worden tot het einde van zijn tewerkstelling. ".
Art.2. Artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, wordt aangevuld met het volgende lid :
" In afwijking van het eerste lid kan de onthaalouder die een overlevingspensioen, dat een beperking voorziet van het pensioenbedrag in geval van cumulatie met werkloosheidsuitkeringen, geniet, opvanguitkeringen genieten gedurende een eenmalige periode van twaalf al dan niet opeenvolgende kalendermaanden. ".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
De werkloze die in toepassing van voormeld artikel 65, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zoals van kracht tot 31 december 2006, uitkeringen cumuleerde met een onvolledig pensioen of een overlevingspensioen, kan evenwel verder aanspraak maken op de toepassing van deze bepaling.
Art. 4. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.