Details





Titel:

12 JANUARI 2007. - Decreet betreffende de versteviging van de opvoeding tot verantwoordelijk en actief burgerschap binnen de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde inrichtingen (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-03-2007 en tekstbijwerking tot 19-09-2019)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
TITEL II. - Oprichting en verspreiding van een document, " Burger zijn en worden " betiteld, voor de verwerving van grondbeginselen om de burgerlijke en politieke samenleving te kunnen begrijpen.
Art. 4-13
TITEL III. - Opzetten van interdisciplinaire activiteiten voor een verantwoordelijk en actief burgerschap.
Art. 14
TITEL IV. - Oprichting van participatieve structuren voor de leerlingen.
Art. 15-19
TITEL V. - Slotbepalingen.
Art. 20-21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007029309 



Artikels:

TITEL I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit decreet is van toepassing op het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd of gesubsidieerd.

Art.2. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder :
  - " het opdrachtendecreet " : het decreet van de Franse Gemeenschap van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;
  - " de Regering " : de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art.3. Het gebruik in dit decreet van de mannelijke namen voor de verschillende ambten is gemeenslachtig met het oog op een betere leesbaarheid van de tekst, niettegenstaande de bepalingen van het decreet van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van beroep, ambt, graad of titel.

TITEL II. - Oprichting en verspreiding van een document, " Burger zijn en worden " betiteld, voor de verwerving van grondbeginselen om de burgerlijke en politieke samenleving te kunnen begrijpen.
Art.4.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.5.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.6.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.7.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.8.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.9.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.10.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.11.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.12.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.13.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

TITEL III. - Opzetten van interdisciplinaire activiteiten voor een verantwoordelijk en actief burgerschap.
Art.14. § 1. Het inrichtingshoofd, in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, of de inrichtende macht, in het gesubsidieerd onderwijs, zorgt ervoor dat een interdisciplinaire activiteit die past in het kader van een opvoeding tot verantwoordelijk en actief burgerschap wordt opgevat en uitgevoerd ten minste één keer gedurende elke cyclus van het pedagogisch continuüm bepaald in artikel 13, § 1, van het " opdrachtendecreet " en ten minste één keer tijdens elke graad van de algemene en technologische humaniora of van de beroeps- en technische humaniora, zoals bepaald in de hoofdstukken IV en V van het " opdrachtendecreet ".
  Gedurende de derde stap van het pedagogisch continuüm kan de mogelijkheid om de uurregeling zoals bepaald in artikel 7, § 2, van het decreet van 30 juni 2006 betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs aan te passen, kan in dat opzicht worden benut.
  Betreffende de tweede en derde graden van de algemene en technische humaniora of van de beroeps- en technische humaniora, kan de mogelijkheid om de uurregeling zoals bepaald in de artikelen 30 en 34 van het " opdrachtendecreet " te bepalen in dat opzicht worden benut.
  § 2. Onder interdisciplinaire activiteit die past in het kader van een opvoeding tot verantwoordelijk en actief burgerschap dient in de zin van dit decreet te worden verstaan, een activiteit die steunt op vaardigheden die onder ten minste twee verschillende disciplines ressorteren en die tot doel heeft een beter begrip te verschaffen van de evolutie en de werking van de democratische instellingen, te beletten dat het verleden in vergetelheid zou raken, de verantwoordelijkheid te bevorderen ten aanzien van de anderen, het milieu en het patrimonium op een lokaal niveau of op een globaler niveau.
  Naast de twee disciplines bedoeld in het vorige lid, kunnen het opzetten en het uitvoeren van bedoelde activiteiten leerlingen bijeenbrengen die ingeschreven zijn voor verschillende filosofische cursussen onder toezicht van de leerkrachten die met die cursussen belast zijn en die in partnerschap werken.
  § 3. Deze bepaling is van toepassing op de overeenstemmende typen, vormen en maturiteitsgraden van het gespecialiseerd onderwijs.

TITEL IV. - Oprichting van participatieve structuren voor de leerlingen.
Art.15.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.16.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.17.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.18.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.19.
  <Opgeheven bij DFG 2019-05-03/54, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

TITEL V. - Slotbepalingen.
Art.20. De inspectiediensten worden belast met het toezicht op en de evaluatie van de naleving van de bij dit decreet bedoelde bepalingen.

Art. 21. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2007.