10 OKTOBER 2005. - Ministerieel besluit waarbij het "Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois" (Laboratorium Wilde Fauna en Jacht van het Onderzoekscentrum Natuur, Bossen en Hout) tijdelijk gemachtigd wordt om dieren van de soorten hert, wild zwijn en ree in bepaalde jachtgebieden te vangen voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden (VERTALING).
Art. 1-4
Artikel 1. De leden van het "Laboratoire de la Faune sauvage et de Cynégétique du Centre de Recherche de la Nature, des Forêts et du Bois", alsmede de medewerkers op wie het een beroep doet, worden ertoe gemachtigd in het kader van de wetenschappelijke onderzoeksprogramma's van bedoeld laboratorium dieren van de soorten hert, wild zwijn en ree tijdelijk te vangen om ze te kunnen merken.
Deze machtiging blijft gelden tussen 1 juli 2005 en 30 juni 2011.
Elke vangpoging op een bepaald grondgebied van een dier dat tot één van de drie voornoemde soorten behoort mag slechts ondernomen worden met de schriftelijke toestemming van de volgende personen :
1° de houder van het jachtrecht op dat grondgebied;
2° de territoriaal bevoegde directeur van de Afdeling Natuur en Bossen als het grondgebied onder het bosstelsel valt of de grondbezitter als het niet onder het bosstelsel valt.
Deze pogingen worden gedaan onder het toezicht van de territoriaal bevoegde directeur van de Afdeling Natuur en Bossen of van diens afgevaardigde.
Art.2. De vangst mag alleen met vallen, vangnetten of al dan niet van een vizier met lichtversterker voorziene verdovingsgeweren uitgevoerd worden. Met de toestemming van de houtvester van het grondgebied mag elke techniek toegepast worden die de vangst vergemakkelijkt.
Om sterfterisico's maximaal te beperken, worden de vangstpogingen in overleg met een dierenarts ondernomen.
Art.3. De Afdeling Natuur en Bossen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2005.
Namen, 10 oktober 2005.
B. LUTGEN.