7 DECEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelingen inzake de gewaarborgde leervergoeding in het kader van de leertijd en inzake de gewaarborgde stagevergoeding in het kader van de ondernemingsopleiding.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, wordt vervangen door wat volgt :
"Artikel 30. § 1. De uitvoering van de leerovereenkomst wordt geschorst in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Tijdens de schorsing van de uitvoering van de leerovereenkomst behoudt elke leerling het recht op zijn gewaarborgde leervergoeding gedurende de eerste 30 dagen. De gewaarborgde leervergoeding is niet verschuldigd in die schorsingsgevallen waarin overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 geen gewaarborgd loon is verschuldigd.
§ 2. In afwijking van § 1, tweede lid behoudt de leerling gedurende de eerste 30 dagen van de zwangerschaps- en bevallingsrust het recht op gewaarborgde leervergoeding :
1° indien de schorsing wordt aangevat voor 1 januari van het jaar waarin de leerling 19 jaar wordt;
2° indien de schorsing wordt aangevat na 31 december van het jaar waarin de leerling 18 jaar wordt en de leerling overeenkomstig de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 een wachttijd dient te vervullen vooraleer gerechtigd te zijn op moederschapsuitkeringen; de gewaarborgde leervergoeding is evenwel niet meer verschuldigd zodra de leerling na het vervullen van de wachttijd gerechtigd is op moederschapsuitkeringen.
§ 3. In afwijking van § 1, tweede lid is het ondernemingshoofd-opleider geen gewaarborgde leervergoeding verschuldigd bij arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval of beroepsziekte. De leerling heeft recht op de vergoeding en de wijze van betaling overeenkomstig de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en overeenkomstig de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten gecoördineerd op 3 juni 1970."
Art.2. Artikel 60 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 1999 betreffende de ondernemersopleiding, bedoeld in het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, wordt vervangen door wat volgt :
"Artikel 60. § 1. De uitvoering van de stageovereenkomst wordt geschorst in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Tijdens de schorsing van de uitvoering van de stageovereenkomst behoudt elke cursist-stagiair het recht op zijn gewaarborgde leervergoeding gedurende de eerste 30 dagen. De gewaarborgde stagevergoeding is niet verschuldigd in die schorsingsgevallen waarin overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 geen gewaarborgd loon is verschuldigd.
§ 2. In afwijking van artikel § 1, tweede lid behoudt de cursist-stagiair gedurende de eerste 30 dagen van de zwangerschaps- en bevallingsrust het recht op gewaarborgde stagevergoeding :
1° indien de schorsing wordt aangevat voor 1 januari van het jaar waarin de cursist-stagiair 19 jaar wordt;
2° indien de schorsing wordt aangevat na 31 december van het jaar waarin de cursist-stagiair 18 jaar wordt en de cursist-stagiair overeenkomstig de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 een wachttijd dient te vervullen vooraleer gerechtigd te zijn op moederschapsuitkeringen; de gewaarborgde leervergoeding is evenwel niet meer verschuldigd zodra de cursist-stagiair na het vervullen van de wachttijd gerechtigd is op moederschapsuitkeringen.
§ 3. In afwijking van artikel 30, § 1, tweede lid is het ondernemingshoofd-opleider geen gewaarborgde stagevergoeding verschuldigd bij arbeidsongeschiktheid wegens arbeidsongeval of beroepsziekte. De cursist-stagiair heeft recht op de vergoeding en de wijze van betaling overeenkomstig de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en overeenkomstig de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten gecoördineerd op 3 juni 1970."
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor de Beroepsomscholing en -Bijscholing is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 december 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
F. VANDENBROUCKE.