12 OKTOBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de projecten 2007 van het Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek.
Art. 1-4
Artikel 1. Aan de volgende projecten voor Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek wordt een toelage verleend :
1. Evaluatie van het professionaliseringsbeleid van basis- en secundaire scholen.
Promotor-coördinator : Katrijn Ballet, Katholieke Universiteit Leuven.
Promotor : Hilde Colpin, Katholieke Universiteit Leuven.
Toegekend bedrag : 141.976,81 EUR.
2. De evaluatie van scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs.
Promotor-coördinator : Geert Devos, Universiteit Gent.
Promotor : Peter Van Petegem, Universiteit Antwerpen.
Toegekend bedrag : 324.000,60 EUR.
3. Sociale ongelijkheid bij de overgang van basis- naar secundair onderwijs : een onderzoek naar het verloop van de oriënteringspraktijk.
Promotor-coördinator : Mieke Van Houtte, Universiteit Gent.
Toegekend bedrag : 132.493,05 EUR.
4. Verdiepend onderzoek bij de peilingresultaten met betrekking tot het raadplegen van tabellen en grafieken.
Promotor-coördinator : Rianne Janssen, Katholieke Universiteit Leuven.
Promotoren :
Wim Van Dooren, Katholieke Universiteit Leuven.
Dirk Janssens, Katholieke Universiteit Leuven.
Marion Crauwels, Katholieke Universiteit Leuven.
Toegekend bedrag : 93.604,86 EUR.
Art.2. Om de financiering te waarborgen van de programma's bedoeld in artikel 1 wordt een bedrag van 692.075,32 euro vastgelegd op het programma 39.2 basisallocatie 41.43 - Subsidie Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek - van het decreet van 22 december 2006 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid artikel 14.
Art.3. De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs & vorming wordt gemachtigd de nodige overeenkomsten betreffende de uitvoering van dit project met de betrokken universiteiten en promotoren af te sluiten. Indien bij het afsluiten van de overeenkomst met de betrokken universiteiten en promotoren blijkt dat het project geniet van andere betoelagingsbronnen, wordt de toelage zoals bepaald in art. 1 van dit besluit dienovereenkomstig verminderd.
Wat de vereffening betreft, dient volgende bepaling opgenomen te worden in het subsidiebesluit : "Een eerste deel ten belope van 80 % van de toelage wordt vereffend in de loop van het werkingsjaar waarvoor de toelage wordt toegekend. Het tweede deel ten belope van 20 % van het toegekende bedrag wordt vereffend na verantwoording van de uitgaven van het voorbije werkingsjaar en na ontvangst van het tussentijdse verslag of van het eindrapport".
Art. 4. De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs en vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 oktober 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
F. VANDENBROUCKE.