19 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van het opleidingsaanbod in het volwassenenonderwijs. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-08-2007 en tekstbijwerking tot 30-08-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II.
Art. 3
HOOFDSTUK III. - De procedure en de criteria voor de ontwikkeling van opleidingsprofielen voor het volwassenenonderwijs.
Art. 4-6, 6bis, 6ter
HOOFDSTUK IV. - [1 De procedures voor de organisatie van gecombineerd onderwijs]1
Art. 7-9
Hoofdstuk IVbis. [1 - Modaliteiten inzake de organisatie van open modules [2 ...]2]1
Art. 9bis, 9ter
HOOFDSTUK V. - De aanvraagprocedure voor de organisatie van maatwerk.
Art. 10-11
Hoofdstuk Vbis. - [1 Aanvraagprocedure voor het toekennen van onderwijsbevoegdheid aan de besturen van Centra voor Volwassenenonderwijs]1
Art. 11bis, 11ter, 11quater
Hoofdstuk Vter. - [1 Aanvraagprocedure voor overhevelingen van structuuronderdelen]1
Art. 11quinquies, 11sexies, 11septies
Hoofdtuk Vquater.
Art. 11octies, 11novies, 11decies
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 12-13
BIJLAGE
N. [1 (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-10-2023, blz. 95988)]1
2008035645 2009035966 2010035518 2010035588 2012035244 2012035381 2012204304 2012204470 2013035518 2014036816 2014201122 2015035667 2015035975 2015036291 2016036040 2016036381 2017020305 2018015163 2019041506
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet : het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;
2° maatwerk : het onderwijs dat Centra voor Basiseducatie kunnen organiseren conform artikel 30 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;
3° referentiekader : een [1 erkende beroepskwalificatie]1, het Europese referentiekader voor vreemde talen, een studieprofiel of andere;
4° [1 ...]1.
----------
(1)<BVR 2017-03-10/08, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art.2.[1 Dit besluit is van toepassing op de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie, met uitzondering van hoofdstuk Vbis en Vter, die alleen van toepassing zijn op de centra voor volwassenenonderwijs, en hoofdstuk V, dat alleen van toepassing is op de centra voor basiseducatie.]1
----------
(1)<BVR 2018-11-09/13, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK II.
Art.3.
<Opgeheven bij BVR 2018-11-09/13, art. 2, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK III. - De procedure en de criteria voor de ontwikkeling van opleidingsprofielen voor het volwassenenonderwijs.
Art.4.[1 [2 De representatieve groepering van de Centra voor Basiseducatie]2 en de pedagogische begeleidingsdiensten kunnen minstens tweemaal per jaar gezamenlijk voorstellen van opleidingsprofielen indienen bij de bevoegde administratie.]1
[2 De voorstellen van opleidingsprofielen met een rubriek duaal leren kunnen alleen ingediend worden nadat het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, vermeld in artikel 2bis van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, daarmee akkoord is gegaan.]2
----------
(1)<BVR 2017-03-10/08, art. 2, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
(2)<BVR 2022-09-02/18, art. 5, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
Art.5. Over elk voorstel van opleidingsprofiel formuleert de bevoegde administratie een advies op basis van de volgende criteria :
1° de mate waarin het voorstel voldoet aan de wettelijke bepalingen van het decreet of andere relevante regelgeving;
2° de mate waarin het voorstel gebaseerd is op een specifiek referentiekader;
3° de mate waarin het voorstel rekening houdt met maatschappelijke tendensen;
4° de mate waarin het voorstel, in het geval het instapvereisten voorziet, rekening houdt met de noodzakelijke voorkennis van de cursist;
5° de mate waarin het voorstel wordt gedragen door de centra en, als dat wenselijk is, door andere publieke aanbodsverstrekkers;
6° de mate waarin het voorstel rekening houdt met de mogelijke gevolgen voor andere opleidingen of andere onderwijsniveaus.
Art.6.[1 De ingediende voorstellen van opleidingsprofielen [2 die niet gebaseerd zijn op een erkende beroepskwalificatie,]2 worden uiterlijk twee weken na de indiening voor advies aan de Vlaamse Onderwijsraad bezorgd]1.
De Vlaamse Onderwijsraad formuleert een advies binnen de termijn, vermeld in artikel 72, § 1, van het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
----------
(1)<BVR 2017-03-10/08, art. 3, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
(2)<BVR 2022-09-02/18, art. 6, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
Art.6bis. [1 De opleidingen die duaal georganiseerd kunnen worden en het minimumaandeel van de werkplekcomponent per duale opleiding zijn opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2022-09-02/18, art. 7, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
Art.6ter. [1 Als een voorstel van opleidingsprofiel enkel een actualisering betreft die betrekking heeft op een minimale aanpassing, legt de bevoegde administratie het geactualiseerde opleidingsprofiel ter beslissing voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming.
In het eerste lid worden onder minimale aanpassingen een van de volgende aanpassingen verstaan:
1° redactionele aanpassingen van taalkundige, grammaticale of vormelijke aard, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijk bedoelde omschrijving van bepalingen van het opleidingsprofiel;
2° rechtzettingen van onnauwkeurigheden, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijk bedoelde omschrijving van bepalingen van het opleidingsprofiel;
3° beperkte inhoudelijke aanpassingen van bepalingen van het opleidingsprofiel, zonder afbreuk te doen aan:
a) de naam van de module;
b) het aantal lestijden van de module;
c) de inhoudelijke code van de module;
d) de afbakening van deelkwalificaties;
e) de rubriek attesten;
f) de rubriek duaal leren;
g) de sequentiële volgorde van de modules;
h) de diplomagerichtheid van de opleiding;
i) de naam van de opleiding;
j) het studiegebied;
k) de inhoudelijk bedoelde omschrijving van bepalingen van de erkende beroepskwalificatie als het opleidingsprofiel gebaseerd is op een erkende beroepskwalificatie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2022-09-02/18, art. 7, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
HOOFDSTUK IV. - [1 De procedures voor de organisatie van gecombineerd onderwijs]1
----------
(1)
Art.7.
<Opgeheven bij BVR 2018-11-09/13, art. 3, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.8.
<Opgeheven bij BVR 2018-11-09/13, art. 4, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.9.[1 Een centrum dat, ter uitvoering van artikel 72ter van het decreet, in aanmerking wil komen voor een aanvullende financiering of subsidiëring voor het gecombineerd onderwijs via de middelen, vermeld in artikel 72bis van het decreet, dient hiertoe uiterlijk op 30 april van het voorafgaande schooljaar een aanvraag in bij de bevoegde administratie.
De aanvraag is alleen ontvankelijk als ze voldoet aan de criteria vermeld in artikel 72ter, § 1, tweede lid, van het decreet.
De bevoegde administratie beoordeelt de ontvankelijkheid van elke aanvraag en betrekt de representatieve vakorganisaties bij de beoordeling van het criterium, vermeld in artikel 72ter, § 1, tweede lid, 4°, van het decreet.]1
----------
(1)<BVR 2009-09-04/14, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2009>
Hoofdstuk IVbis. [1 - Modaliteiten inzake de organisatie van open modules [2 ...]2]1
----------
(1)
Art. 9bis.[1 Indien een [2 centrum]2 opleidingsaanbod wil organiseren in de vorm van een open module, zoals vermeld in artikel 25bis van het decreet, dan meldt het centrum dat aan de bevoegde administratie en stelt het centrum een document op, waarin ten minste wordt opgenomen :
1° het aantal cursisten dat gevat wordt door de open module;
2° een omschrijving van de leervragen van de betrokken cursist of cursisten;
3° een oplijsting van de geselecteerde eindtermen of basiscompetenties uit een van de leergebieden van de basiseducatie;
4° de duur van de open module;
5° een omschrijving van de wijze van evalueren.
Het document, vermeld in het eerste lid, wordt ondertekend door het bestuur van het [2 centrum]2 en de betrokken cursist(en) en wordt in het centrum ter beschikking gesteld van de bevoegde administratie en de inspectie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2009-09-04/14, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-02-2010>
(2)<BVR 2015-04-24/18, art. 4, 008; Inwerkingtreding : 01-02-2015>
Art. 9ter.
<Opgeheven bij BVR 2010-07-23/09, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 10-12-2010>
HOOFDSTUK V. - De aanvraagprocedure voor de organisatie van maatwerk.
Art.10.Een Centrum voor Basiseducatie dat, ter uitvoering van artikel 30 van het decreet, maatwerk wil organiseren, dient hiertoe [1 uiterlijk twee maanden]1 voor de aanvang van het maatwerk een aanvraag in bij de bevoegde administratie.
In afwijking van het eerste lid, dient een Centrum voor Basiseducatie dat maatwerk wil organiseren vanaf 1 september, hiertoe uiterlijk op [1 31 mei]1 van het voorafgaande schooljaar een aanvraag in.
De aanvraag is alleen ontvankelijk als de samenwerkingsovereenkomst, die de basis vormt voor de aanvraag, is bijgevoegd.
----------
(1)<BVR 2018-11-09/13, art. 5, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, keurt het maatwerk [1 uiterlijk twintig werkdagen]1 na de ontvangst van de aanvraag, op advies van de onderwijsinspectie, goed of af.
----------
(1)<BVR 2018-11-09/13, art. 6, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Hoofdstuk Vbis. - [1 Aanvraagprocedure voor het toekennen van onderwijsbevoegdheid aan de besturen van Centra voor Volwassenenonderwijs]1
----------
(1)
Art. 11bis.[1 Het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs dat, conform artikel 64 van het decreet, onderwijsbevoegdheid wil verkrijgen voor een [3 studiegebied van het secundair volwassenenonderwijs in een bepaalde vestigingsplaats]3 kan daarvoor telkens uiterlijk op [2 15 februari]2 of 30 september een gemotiveerde aanvraag indienen bij de bevoegde administratie.
[2 ...]2
[2 ...]2
[3 ...]3.]1
----------
(1)<BVR 2012-03-02/11, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
(2)<BVR 2015-04-24/18, art. 5, 008; Inwerkingtreding : 01-02-2015>
(3)<BVR 2017-03-10/08, art. 4, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art. 11ter.[1 De ingediende aanvragen worden [5 voor advies aan de Vlaamse Onderwijsraad bezorgd en]5 beoordeeld door een adviescommissie die bestaat uit vertegenwoordigers van het Departement Onderwijs en Vorming en het [3 Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]3.
[4 Bij de beoordeling van de aanvragen van de centra voor volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid hebben voor minstens één opleiding van het studiegebied Nederlands Tweede Taal, wordt de adviescommissie, zoals bedoeld in het eerste lid uitgebreid met een vertegenwoordiger van het Agentschap Integratie en Inburgering.]4
[5 De ingediende aanvragen worden door de adviescommissie onontvankelijk verklaard als bij de aanvraag geen ondertekend protocol van het lokaal comité van het aanvragende centrumbestuur is gevoegd.]5
[5 Bij de beoordeling van de aanvragen houdt de adviescommissie rekening met de volgende criteria:
1° of de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid past in een langetermijnvisie van het centrumbestuur;
2° de mate waarin een regionale maatschappelijke behoefte bestaat aan de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in die vestigingsplaats;
3° de mate waarin er een potentieel aan cursisten bestaat voor de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in het rekruteringsgebied van die vestigingsplaats van het centrum;
4° of er wordt samengewerkt met derden voor de organisatie van de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid in die vestigingsplaats;
5° of het centrum beschikt over de nodige leraarsuren, expertise en infrastructuur voor de organisatie van de nieuw aangevraagde onderwijsbevoegdheid;
6° de inspectie heeft in het kader van de laatste doorlichting in het centrum geen voorbehoud gemaakt voor een opleiding die tot het studiegebied behoort waarvoor de onderwijsbevoegdheid wordt aangevraagd;
7° of de kwaliteit van de andere opleidingen van het centrum voor volwassenenonderwijs niet in het gedrang komt;
8° de principes van vrije keuze.]5
----------
(1)<BVR 2012-03-02/11, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
(2)<BVR 2015-04-24/18, art. 6, 008; Inwerkingtreding : 01-02-2015>
(3)<BVR 2015-07-03/14, art. 7, 009; Inwerkingtreding : 01-07-2015>
(4)<BVR 2016-08-30/17, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
(5)<BVR 2017-03-10/08, art. 5, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art. 11quater.[1 Als de Vlaamse Regering de aangevraagde onderwijsbevoegdheid weigert, dan kan het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs opnieuw een gemotiveerde aanvraag indienen conform de bepalingen van artikelen 11bis en 11ter.
Als de Vlaamse Regering de aangevraagde onderwijsbevoegdheid verleent, dan verkrijgt het bestuur van het Centrum voor Volwassenenonderwijs die onderwijsbevoegdheid, afhankelijk van de datum waarop de aanvraag werd ingediend, respectievelijk vanaf 1 februari van het lopende schooljaar of vanaf 1 september van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin de beslissing is genomen.]1
----------
(1)<BVR 2012-03-02/11, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
Hoofdstuk Vter. - [1 Aanvraagprocedure voor overhevelingen van structuuronderdelen]1
----------
(1)
Art. 11quinquies.[1 Het bestuur van een centrum voor volwassenenonderwijs dat, conform artikel 65, § 1, van het decreet, een structuuronderdeel van een bepaalde vestigingsplaats wil overhevelen naar een bepaalde vestigingsplaats van een ander centrum, kan daarvoor samen met het ontvangende centrumbestuur uiterlijk op 15 februari een gemotiveerde aanvraag indienen bij de bevoegde administratie.]1
----------
(1)<BVR 2017-03-10/08, art. 7, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art. 11sexies.[1 De ingediende aanvragen worden [3 voor advies aan de Vlaamse Onderwijsraad bezorgd en]3 beoordeeld door de adviescommissie, vermeld in artikel 11ter, eerste [2 en tweede]2 lid.
[3 De ingediende aanvragen worden door de adviescommissie onontvankelijk verklaard als bij de aanvraag geen ondertekend protocol van het lokaal comité van zowel het aanvragende als het ontvangende centrumbestuur is gevoegd.]3
[3 Bij de beoordeling van de aanvragen houdt de adviescommissie rekening met de volgende criteria:
1° of de overheveling past in een langetermijnvisie van zowel het overhevelende als het ontvangende centrumbestuur;
2° de mate waarin vanuit een macrodoelmatigheidsperspectief het aanbod in de regio van de ontvangende vestigingsplaats niet verzadigd wordt;
3° de principes van vrije keuze.]3]1
----------
(1)<BVR 2012-03-02/11, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
(2)<BVR 2016-08-30/17, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
(3)<BVR 2017-03-10/08, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art. 11septies.[1 Als de Vlaamse Regering de aanvraag afkeurt, dan kan het bestuur van een Centrum voor Volwassenenonderwijs opnieuw een gemotiveerde aanvraag indienen conform artikelen 11quinquies en 11sexies.
[2 Als de Vlaamse Regering de aanvraag goedkeurt, verkrijgt het bestuur van het centrum voor volwassenenonderwijs vanaf 1 september van het schooljaar dat volgt op het schooljaar waarin de beslissing is genomen, de onderwijsbevoegdheid voor het overgehevelde structuuronderdeel in die bepaalde vestigingsplaats en kan het de eventueel overgehevelde leraarsuren aanwenden]2.]1
----------
(1)<BVR 2012-03-02/11, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
(2)<BVR 2017-03-10/08, art. 9, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Hoofdtuk Vquater.
Art. 11octies.
<Opgeheven bij BVR 2017-03-10/08, art. 10, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art.11novies.
<Opgeheven bij BVR 2017-03-10/08, art. 10, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
Art.11decies.
<Opgeheven bij BVR 2017-03-10/08, art. 10, 012; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007, met uitzondering van artikel 4 tot en met 6, die in werking treden op 1 januari 2008.
Art.13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE
N. [1 (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-10-2023, blz. 95988)]1
----------
(1)