Details





Titel:

6 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen in het [secundair onderwijs dat niet of niet automatisch tot een onderwijskwalificatie leidt] <BVR2021-07-16/34, art. 20, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021> <BVR2015-07-10/13, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-08-2007 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. [1 Indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen]1
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. [1 Procedure voor de actualisering of schrapping van structuuronderdelen]1
Art. 6/1, 6/2, 6/3, 6/4
HOOFDSTUK 3. [1 Slotbepalingen]1
Art. 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2008035644  2009201086  2011204769  2015036084 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. [1 Indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen]1   ----------   (1)
Artikel 1.[1 Voorstellen voor nieuwe structuuronderdelen die niet of niet automatisch leiden tot een onderwijskwalificatie als vermeld in artikel 14 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, kunnen door de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming op eigen initiatief worden uitgewerkt of kunnen door belanghebbenden permanent bij de bevoegde dienst worden ingediend. Belanghebbenden geven daarvoor aan de bevoegde dienst alle informatie die de bevoegde dienst noodzakelijk acht.]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 22, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.2.Het dossier met het voorstel bevat ten minste de volgende elementen :
  1° de benaming van het structuuronderdeel;
  [2 1° /1 de aanvragers en de actoren die bij de opmaak betrokken zijn;]2
  2° [2 ...]2
  3° [2 de beschrijving van de plaats in de opleidingsstructuur waar het structuuronderdeel wordt georganiseerd en een inschatting van de wenselijkheid van een aanbodbeperking;]2
  4° de toelichting en motivering van het voorstel, geïnspireerd op en gestructureerd volgens de criteria die bij de adviesformulering worden gehanteerd, vermeld in artikel 5.
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/13, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (2)<BVR 2021-07-16/34, art. 23, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.3.[1 De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming legt het voorstel voor aan de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs, de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs, het Departement Onderwijs en Vorming, het Agentschap voor Onderwijsdiensten en de Onderwijsinspectie, die advies geven op basis van de criteria, vermeld in artikel 5. De bevoegde dienst kan ook de aanvrager of deskundigen raadplegen over het dossier.]1
  ----------
  (1)<BVR 2021-07-16/34, art. 24, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.4.[1 [2 De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]2, legt het oorspronkelijke voorstel en [2 het advies, vermeld in artikel 3,]2 ter advies voor aan de Vlaamse Onderwijsraad.]1
  ----------
  (1)<BVR 2008-05-30/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2008>
  (2)<BVR 2021-07-16/34, art. 25, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.5.[1 Bij het advies worden de volgende criteria gezamenlijk toegepast:
   1° de maatschappelijke, economische of culturele behoefte;
   2° de invulling: [2 de onderwijsdoelen voor het structuuronderdeel in kwestie die worden vooropgesteld of zijn vastgelegd met toepassing van de vigerende regelgeving over onderwijsdoelen, rekening houdend met de plaats van het structuuronderdeel in kwestie in de opleidingsstructuur]2;
   3° de onderwijskundige en opvoedkundige context: de aansluiting bij de doelgroep, het bieden van een duidelijke finaliteit, namelijk de arbeidsmarktgerichtheid en/of de doorstroomgerichtheid, de mate waarin leermotivatie gestimuleerd wordt;
  [2 3° /1 de beschrijving van het verschil in inhoudelijke invulling van het nieuwe structuuronderdeel ten opzichte van al bestaande structuuronderdelen;]2
   4° een inschatting van de instroom;
   5° een inschatting van de uitstroom;
   6° de noodzakelijke materiële en financiële middelen en expertise;
   7° de noodzakelijke samenwerking, als die vereist is;
   8° [2 ...]2 in voorkomend geval de vereiste voorkennis;
   9° [2 ...]2
   10° het structuuronderdeel of de structuuronderdelen die in voorkomend geval vervangen worden.]1
  ----------
  (1)<BVR 2015-07-10/13, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2015>
  (2)<BVR 2021-07-16/34, art. 26, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

Art.6.[1 [2 [4 De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming legt het voorstel van structuuronderdeel met advies, dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 4, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de organisatie van structuuronderdelen die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]4]2
  Een voorstel wordt al dan niet voorwaardelijk of onder beding van beperkingen goedgekeurd.
  [3 De goedkeuring, vermeld in het tweede lid, vindt plaats door de toevoeging van het voorstel als structuuronderdeel in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs.]3
  ----------
  (1)<BVR 2008-05-30/33, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2008>
  (2)<BVR 2021-07-16/34, art. 27, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (3)<BVR 2022-09-02/20, art. 19, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
  (4)<BVR 2023-09-22/14, art. 34, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 2. [1 Procedure voor de actualisering of schrapping van structuuronderdelen]1   ----------   (1)
Art. 6/1.[1 § 1. De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming werkt voorstellen tot actualisering van structuuronderdelen uit op eigen initiatief of op verzoek van belanghebbenden, die daarvoor alle informatie geven die de bevoegde dienst noodzakelijk vindt.
   De bevoegde dienst legt het voorstel tot actualisering voor aan de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs, die advies geven over het feit of het voorstel alleen betrekking heeft op een technische aanpassing of niet, op basis van de criteria, vermeld in paragraaf 2. De bevoegde dienst kan ook de aanvrager of deskundigen raadplegen over het dossier.
   § 2. Onder technische aanpassingen als vermeld in paragraaf 1, worden een van de volgende aanpassingen verstaan:
   1° redactionele aanpassingen van taalkundige, grammaticale of vormelijke aard, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van het structuuronderdeel;
   2° rechtzettingen van onnauwkeurigheden, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van het structuuronderdeel;
   3° wijzigingen in de naam van het structuuronderdeel of de naam van de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van het structuuronderdeel, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de structuuronderdelen, zonder wijziging van de finaliteit en zonder wijziging van de competenties;
   4° wijzigingen in de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van het structuuronderdeel, die beperkt zijn tot het opsplitsen of samenvoegen van beroepskwalificaties zonder wijziging van de competenties;
  [2 4° /1 de schrapping uit de samenstelling van een structuuronderdeel van een door de Vlaamse Regering opgeheven beroepskwalificatie, een deelkwalificatie of sets van competenties daaruit, zonder dat die schrapping leidt tot een andere benaming van het structuuronderdeel of een wijziging van de competenties;]2
   5° wijzigingen in de onderwijsdoelen, meer bepaald de onderdelen waaruit het structuuronderdeel is samengesteld, ten gevolge van een actualisatie van een beroepskwalificatie, zonder dat de wijzigingen van de beroepskwalificaties aanleiding geven tot de toekenning van een ander kwalificatieniveau aan de beroepskwalificaties en zonder wijziging van de finaliteit.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (2)<BVR 2024-06-21/34, art. 19, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art. 6/2.[1 Als een voorstel tot actualisering van een structuuronderdeel alleen op een technische aanpassing betrekking heeft, legt de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming het geactualiseerde dossier, samen met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 6/1, tweede lid, ter beslissing voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming.
   [2 De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, beslist over de actualisering van het structuuronderdeel. Als de actualisering betrekking heeft op een wijziging als vermeld in artikel 6/1, Ї 2, 3А of 4А, wijzigt de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, in overeenstemming daarmee het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs. Over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, beslist de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de organisatie van structuuronderdelen die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]2]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
  (2)<BVR 2023-09-22/14, art. 35, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art. 6/3. [1 Als een voorstel tot actualisering van een structuuronderdeel niet beperkt is tot een technische aanpassing, volgt de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming de procedure, vermeld in hoofdstuk 1.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


Art. 6/4. [1 § 1. Als het dossier, vermeld in artikel 6/1, betrekking heeft op een integrale schrapping van een structuuronderdeel, raadpleegt de bevoegde dienst de volgende actoren :
   1° eventueel de aanvragers van het voorstel tot schrapping en eventueel deskundigen;
   2° vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs.
   § 2. De bevoegde dienst legt elk voorstel van schrapping van een structuuronderdeel voor aan de VLOR voor advies. Dat advies wordt bij de bevoegde dienst uitgebracht binnen dertig dagen na ontvangst van het voorstel.
   § 3. De bevoegde dienst legt het voorstel tot schrapping van het structuuronderdeel met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in paragraaf 2, binnen dertig dagen na ontvangst van het advies, vermeld in paragraaf 2, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist of het structuuronderdeel al dan niet wordt geschrapt. Leerlingen kunnen een structuuronderdeel dat wordt geschrapt binnen een normaal tijdsbestek en zonder onderbreking verder zetten.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2021-07-16/34, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2021>


HOOFDSTUK 3. [1 Slotbepalingen]1   ----------   (1)
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.