13 JULI 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden voor het organiseren van en de bepalingen over de toestemming voor en de subsidiëring van buitenschoolse opvang in aparte lokalen in kinderdagverblijven.
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden voor het organiseren van en de bepalingen over de toestemming voor en de subsidiëring van buitenschoolse opvang in aparte lokalen in kinderdagverblijven worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
" 1° Kind en Gezin : het intern verzelfstandigd agentschap, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin; ".
2° er wordt een punt 4° toegevoegd, die luidt als volgt :
" 4° kwalificatiebewijs : attest, diploma, certificaat of titel van beroepsbekwaamheid. "
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt :
" § 2. De buitenschoolse opvang wordt expliciet gedefinieerd en uitgewerkt in het kwaliteitsbeleid dat het kinderdagverblijf uittekent conform de bepalingen in het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen. "
Art.3. In artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 2 wordt vervangen door wat volgt :
" § 2. De begeleider moet minstens achttien jaar oud zijn en moet beschikken over één van de volgende kwalificatiebewijzen : ofwel een attest van de opleiding 'begeleider buitenschoolse opvang', gegeven door een door Kind en Gezin erkende opleidingsorganisatie, ofwel een titel van beroepsbekwaamheid 'begeleider buitenschoolse opvang' als vermeld in het decreet van 30 april 2004 over het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, ofwel een attest van de cursus 'verantwoordelijke in de kinderopvang' die georganiseerd wordt door het Vlaams Instituut voor Zelfstandige Ondernemers in Syntracentra, op voorwaarde dat de module 'begeleider buitenschoolse opvang' mee geïntegreerd is, ofwel een diploma of certificaat van één van de hierna vermelde opleidingen :
1° uit het beroepssecundair onderwijs : het derde jaar van de derde graad 'kinderzorg'; de opleiding 'kinderzorg' en de opleiding begeleider buitenschoolse opvang' van het volwassenenonderwijs; de opleiding 'kinderzorg/begeleider in de kinderopvang' van het volwassenenonderwijs; het derde jaar van de derde graad van een 'naamloos leerjaar' als bij dat diploma een door de bevoegde verificateur van Onderwijs voor waar en echt verklaard attest is gevoegd waarop vermeld is dat het 'leerplan kinderzorg' volledig gevolgd is; de opleiding 'begeleider in de kinderopvang' van het experimentele modulaire beroepssecundair onderwijs; het derde jaar van de vierde graad 'verpleegkunde';
2° uit het technisch secundair onderwijs : het tweede jaar van de derde graad 'sociale en technische wetenschappen'; het tweede jaar van de derde graad 'jeugd- en gehandicaptenzorg'; het tweede jaar van de derde graad 'gezondheids- en welzijnswetenschappen'; het derde jaar van de derde graad 'internaatswerking' of 'leefgroepenwerking'; de opleiding 'jeugd- en gehandicaptenzorg' van het volwassenenonderwijs;
3° uit het hoger of universitair onderwijs : hoger onderwijs van één of meer cycli; hoger onderwijs van sociale promotie van het korte type; universitair onderwijs van één of meer cycli; bacheloropleiding; masteropleiding. "
2° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 3. Vanaf 1 januari 2010 is het aantal begeleiders in de buitenschoolse opvang, verbonden aan een kinderdagverblijf dat enkel beschikt over een attest van de opleiding 'begeleider buitenschoolse opvang', gegeven door een door Kind en Gezin erkende opleidingsorganisatie, niet meer dan de helft van het totaal aantal begeleiders. "
Art.4. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 16. § 1. Binnen een periode van zestig dagen na de ontvangst van de aanvraag tot subsidiëring voeren de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin een onderzoek ter plaatse uit.
§ 2. Uiterlijk zestig dagen na de ontvangst van het inspectieadvies beslist Kind en Gezin over de toekenning van de subsidiëring. "
Art.5. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk V, bestaande uit artikel 21 tot en met 23, vervangen door wat volgt :
" HOOFDSTUK V. - Beroepsprocedure
Art. 21. Het kinderdagverblijf kan eenmalig per aangetekende brief beroep aantekenen bij Kind en Gezin tegen :
1° de gehele of gedeeltelijke weigering van toestemming;
2° de weigering van subsidiëring;
3° de intrekking van toestemming.
Art. 22. Het ingediende beroep schort de beslissing niet op.
Art. 23. Kind en Gezin neemt na onderzoek van het beroep uiterlijk vijfenveertig dagen na de ontvangst van het beroepschrift een beslissing, en brengt de voorziening uiterlijk dertig dagen na de beslissing schriftelijk op de hoogte van de genomen beslissing. "
Art.6. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006.
Brussel, 13 juli 2007.
S. VANACKERE.