26 JUNI 2007. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget.
Art. 1-4
Artikel 1. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, hierna het agentschap te noemen, kent in 2007 bij voorrang een PAB toe aan :
1° de personen met een handicap die behoren tot de groep van personen, vermeld in artikel 1 van het ministerieel besluit van 21 juni 2006, doch aan wie in 2006 geen PAB werd toegekend;
2° de personen met een handicap die aan de navolgende voorwaarden voldoen :
a) een aanvraag om toekenning van een PAB hebben ingediend voor 1 januari 2007;
b) voor 15 oktober 2007 een verslag houdende de gegevens, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, 18 juli 2003 en 17 november 2006, opgesteld door een gespecialiseerd multidisciplinair team voor toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget, hebben ingediend;
c) door de deskundigencommissie, vermeld in artikel van 20 van voormeld besluit, ingeschaald worden voor een bedrag van minimum 32.226,16 euro;
Art.2. Binnen de groep van personen, vermeld in artikel 1, 2°, komen de personen die in de periode van 31 december 2005 tot en met 31 december 2006 ononderbroken opgevangen worden in een centrum voor observatie, oriëntering en medische, psychologische en pedagogische behandeling, een internaat, een semi-internaat voor schoolgaanden, een tehuis voor werkenden, of een tehuis voor niet werkenden of begeleid worden door een dienst voor zelfstandig wonen of beschermd wonen, die erkend zijn door het agentschap, het eerst in aanmerking voor toekenning van een PAB.
Voor de overige personen wordt rekening gehouden met de datum van de aanvraag, in die zin dat de oudste aanvragen het eerst in aanmerking komen voor toekenning van een PAB.
Art.3. Met het oog op de toepassing van de voorrangsregeling, vermeld in artikel 1, 2°, en 2 kunnen alleen de personen met een handicap die aan de navolgende voorwaarden voldoen zich in het jaar 2007 laten bijstaan door een gespecialiseerd multidisciplinair team voor de toekenning van een PAB voor het aanleveren van een verslag, houdende de gegevens, vermeld in voormeld artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000;
1° een aanvraag om toekenning van een PAB hebben ingediend voor 1 januari 2007;
2° a) ofwel krachtens artikel 47 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders of krachtens artikel 20, § 2, of § 2bis, van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van zelfstandigen op 31 december 2006 recht geven op bijkomende kinderbijslag en bij de evaluatie van de zelfredzaamheid overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van artikelen 47, 56septies en 63, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen minstens 7 punten krijgen of als eindresultaat van de vaststelling van de gevolgen van de aandoening overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van artikelen 47, 56septies en 63, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002 op 31 december 2006 minimum 21 punten behalen;
b) ofwel voor wat betreft de toekenning van een integratietegemoetkoming op 31 december 2006 behoren tot categorie 5, als vermeld in artikel 6, § 2, 5°, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
c) ofwel voor wat betreft de toekenning van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden op 31 december 2006 behoren tot categorie 5 als vermeld in artikel 6, § 3, 5°, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.
Brussel, 26 juni 2007.
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
I. VERVOTTE.