9 MAART 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de presentiegelden en vergoedingen van strategische adviesraden en van raadgevende comités bij intern verzelfstandigde agentschappen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-04-2007 en tekstbijwerking tot 01-08-2019)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Vergoedingen voor strategische adviesraden.
Art. 2-7
HOOFDSTUK III. - Vergoedingen voor raadgevende comités.
Art. 8-13
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 14-15
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling.
Artikel 1.[1 In dit besluit wordt verstaan onder:
1° strategische adviesraad: een strategische adviesraad als vermeld in artikel III.93 van het bestuursdecreet van 7 december 2018;
2° raadgevend comité: een raadgevend comité als vermeld in artikel III.1, vierde lid, van het voormelde decreet.]1
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 76, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK II. - Vergoedingen voor strategische adviesraden.
Art.2. De leden van een strategische adviesraad ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeld per vergadering.
Art.3. Het presentiegeld per vergadering wordt voor elke strategische adviesraad door de functioneel bevoegde minister vastgesteld en bedraagt ten hoogste 100 euro.
Aan de voorzitter wordt een presentiegeld van 150 % van het in het eerste lid bedoelde bedrag toegekend.
Er wordt voor maximaal 24 vergaderingen per jaar een presentiegeld toegekend.
Art.4.§ 1. Als een vergadering wordt beschouwd :
1° een vergadering van de strategische adviesraad;
2° een gezamenlijke vergadering van twee of meer strategische adviesraden, in geval van gezamenlijke advisering, als vermeld in [1 artikel III.104, § 1, van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1;
3° een vergadering van een werkcommissie, als vermeld in [1 artikel III.99 van het bestuursdecreet van 7 december 2018]1;
4° een vergadering van het vast bureau van de strategische adviesraad.
§ 2. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag gelden als één vergadering.
----------
(1)<BVR 2019-05-10/12, art. 77, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.5. De functioneel bevoegde minister kan bepalen dat de voorzitter, dan wel andere leden van de strategische adviesraad, een vaste vergoeding ontvangen, in aanvulling op de presentiegelden per vergadering, vermeld in artikel 2.
De vaste vergoeding bedraagt voor de voorzitter ten hoogste 1.500 euro per jaar en voor de andere leden, vermeld in het eerste lid, ten hoogste 1.000 euro per jaar.
Art.6. Aan de leden van de strategische adviesraad kan door de functioneel bevoegde minister een vergoeding toegekend worden voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden, overeenkomstig de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid.
Art.7. De presentiegelden, de eventuele vaste vergoedingen en reiskostenvergoedingen worden aangerekend op de begroting van de strategische adviesraad.
HOOFDSTUK III. - Vergoedingen voor raadgevende comités.
Art.8. De leden van een raadgevend comité bij een intern verzelfstandigd agentschap ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeld per vergadering.
Art.9. Het presentiegeld per vergadering wordt voor elk raadgevend comité door de functioneel bevoegde minister vastgesteld en bedraagt ten hoogste 75 euro.
Aan de voorzitter wordt een presentiegeld van 150 % van het in het eerste lid bedoelde bedrag toegekend.
Er wordt voor maximaal 12 vergaderingen per jaar een presentiegeld toegekend.
Art.10. Als een vergadering wordt beschouwd : een vergadering van het raadgevend comité.
Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag gelden als één vergadering.
Art.11. De functioneel bevoegde minister kan bepalen dat de voorzitter, dan wel andere leden van het raadgevend comité, een vaste vergoeding ontvangen, in aanvulling op de presentiegelden per vergadering, vermeld in artikel 8.
De vaste vergoeding bedraagt voor de voorzitter ten hoogste 1.500 euro per jaar en voor de andere leden, vermeld in het eerste lid, ten hoogste 1.000 euro per jaar.
Art.12. Aan de leden van een raadgevend comité bij een intern verzelfstandigd agentschap kan door de functioneel bevoegde minister een vergoeding toegekend worden voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden, overeenkomstig de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid.
Art.13. De presentiegelden, de eventuele vaste vergoedingen en reiskostenvergoedingen worden aangerekend op het budget van de entiteit waarbij het raadgevend comité operationeel is.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.14. De presentiegelden en vergoedingen, vermeld in artikelen 3, 5, 9 en 11, volgen de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld. Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 104,14 (basis 2004).
Art. 15. De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.