20 MAART 2007. - Ministerieel besluit houdende de tijdelijke erkenning van de procedure van monsterneming voor dopingcontrole van de International Tennis Federation (ITF) en van een controlelaboratorium in het kader van de medisch verantwoorde sportbeoefening.
Art. 1-6
Artikel 1. De procedure van monsterneming voor dopingcontroles, uitgevoerd overeenkomstig de reglementering van de International Tennis Federation (ITF), wordt erkend als gelijkwaardig met de bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, mits inachtname van de procedurevoorschriften vermeld in artikel 3.
Art.2. De in artikel 1 vermelde gelijkwaardigheid geldt enkel voor de monsternemingen, uitgevoerd tijdens de Davis Cup ontmoeting België - Duitsland, die plaatsvindt in Oostende van 6 tot en met 8 april 2007.
Art.3. De dopingcontrole moet worden uitgevoerd door een controlearts die erkend is door de Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening.
Een kopie van elk proces-verbaal van monsterneming, met vermelding van de gebruikte codes, moet onmiddellijk na het toernooi gestuurd worden naar de bevoegde administratie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Een kopie van elk analyseverslag van het erkende laboratorium moet binnen acht dagen na de opmaak van het analyseverslag gestuurd worden naar het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, team Medisch Verantwoord Sporten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.4. Voor de analyse van de monsters, genomen tijdens het in artikel 2 vermelde toernooi, wordt het volgende laboratorium erkend : Laboratoire de contrôle du dopage, INRS - Institut Armand-Frappier-Santé, Boulevard Hymus,245, Pointe - Claire, Québec, Canada.
Art.5. De mogelijkheid bestaat om binnen zestig dagen na de betekening van dit besluit een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging en/of een verzoek tot nietigverklaring van dit besluit in te dienen bij de Raad van State. Die beroepen moeten in dat geval ingeleid worden door een gedagtekend verzoekschrift dat door de beroeper of door een advocaat ondertekend moet zijn. De verzoekschriften moeten per aangetekende brief verstuurd worden aan de Eerste Voorzitter van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 in 1040 Brussel.
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2007.
Brussel, 20 maart 2007.
B. ANCIAUX.