14 DECEMBER 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage aan het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, Net Brussel(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-02-2007 en tekstbijwerking tot 06-05-2024)
Art. 1-4
Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt verstaan onder :
1° " bezoldiging ", elke wedde, elk loon of elke vergoeding in de plaats van wedde of loon, waarbij geen rekening gehouden wordt met de verhogingen of verminderingen tengevolge van schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen;
2° " beloning ", de bezoldiging zoals deze bedoeld is in 1°, eventueel vermeerderd met de haardtoelage of met de standplaatstoelage;
3° " brutobeloning ", de beloning zoals deze bedoeld is in 2°, rekening gehouden met vermeerderingen of verminderingen ten gevolge van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen;
4° " referentieperiode " : de periode van 1 januari tot en met 30 september van het in aanmerking genomen jaar;
5° " volledige prestaties ", de prestaties waarvan de uurregeling een normale beroepsactiviteit volledig in beslag neemt.
§ 2. De ambtenaren genieten een eindejaarstoelage onder de voorwaarden en volgens de regels die in dit artikel worden bepaald.
§ 3. De belanghebbende geniet het volledige bedrag van de in §§ 6 tot 9 bepaalde toelage, indien hij als titularis van een ambt met volledige prestaties de volledige bezoldiging heeft genoten tijdens de hele duur van de referentieperiode.
§ 4. Wanneer de betrokkene niet de volledige in § 3 bedoelde bezoldiging heeft genoten, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, wordt het bedrag van de toelage verminderd naar rata van de bezoldiging die hij werkelijk heeft ontvangen.
§ 5. Wanneer de belanghebbende, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, tijdens de referentieperiode :
1° met ouderschapsverlof was;
2° niet in dienst is kunnen treden of zijn ambtsverrichtingen heeft geschorst wegens de verplichtingen hem opgelegd door de militiewetten, gecoördineerd op 30 april 1962, of door de wetten houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, gecoördineerd op 20 februari 1980, met uitsluiting in beide gevallen van de wederoproeping om tuchtredenen, worden deze periodes gelijkgesteld met periodes tijdens welke hij de volledige bezoldiging heeft genoten.
§ 6. Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte en een veranderlijk gedeelte.
§ 7. Het bedrag van de eindejaarstoelage wordt als volgt berekend :
1° [1 voor het forfaitair gedeelte, wordt het bedrag ervan vastgelegd op 439,27 EUR. Dit bedrag is gelinkt aan de schommelingen van de spilindex 138,01 en wordt op dezelfde wijze geïndexeerd als de verschuldigde wedde voor de maand oktober van het lopende jaar]1;
2° voor het wijzigbaar gedeelte :
het wijzigbaar gedeelte bedraagt [1 3]1 % van de jaarlijkse brutobeloning die tot grondslag diende voor de berekening van de beloning aan de gerechtigde verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar.
§ 8. Wanneer de betrokkene het voordeel van zijn beloning niet heeft genoten voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, komt voor de berekening van het wijzigbaar deel van de toelage die jaarlijkse brutobeloning in aanmerking welke voor de berekening van zijn beloning voor deze maand tot grondslag zou hebben gediend, indien deze laatste bediening verschuldigd was gewest.
§ 9. Voor de ambtenaar die een gewaarborgde bezoldiging geniet overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende toekenning van een gewaarborgde bezoldiging aan sommige personeelsleden van de federale overheidsdiensten, zal het bedrag van de gewaarborgde bezoldiging in aanmerking moeten genomen worden voor de berekening van het wijzigbaar deel van de eindejaarstoelage.
§ 10. Op de eindejaarstoelage worden de inhoudingen verricht welke zijn vastgesteld krachtens de bepalingen van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders behalve voor de gerechtigden die uitsluitend onderworpen zijn aan de regeling van verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector geneeskundige verzorging.
§ 11. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december van het in aanmerking genomen jaar.
----------
(1)<BESL 2024-03-28/48, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2022>
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art.3. Het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt wordt opgeheven wat betreft het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid.
Art. 4. De Minister bevoegd voor Openbare Netheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 december 2006.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
G. VANHENGEL.