7 DECEMBER 2006. - Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van de subsidies aan deze diensten voor het Brusselse Gewest, voor het laatst gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 10 juli 2003, wordt gewijzigd als volgt :
a) in 1° wordt de vermelding "6,07 Eur" vervangen door de vermelding "6,19 ";
b) in 1°bis wordt de vermelding "2004" vervangen door de vermelding "2005";
c) in 6° wordt de vermelding "18,05" Eur" vervangen door de vermelding "18,41".
Art.2. Artikel 6, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 2. De in aanmerking te nemen bruto-uurbezoldiging voor de berekening van de subsidie mag de hierna volgende bedragen niet overschrijden :
1° voor de stagedoende hulpen : 5,73 Eur;
2° voor de in artikel 2 bedoelde hulpen :
- jonger dan 19 jaar : 8,08 Eur;
- van 19 tot 21 jaar : 8,40 Eur;
3° voor de in artikel 2 bedoelde hulpen die de ouderdom van 21 jaar hebben bereikt of overschreden, volgens de hierna volgende weddeschaal, opgesteld in functie van de dienstjaren gepresteerd vanaf deze leeftijd :
8,71 Eur voor hulpen met minder dan twee jaar dienst;
9,03 Eur voor hulpen met twee tot vier jaar dienst;
9,34 Eur voor hulpen met vier tot zes jaar dienst;
9,66 Eur voor hulpen met zes tot acht jaar dienst;
9,98 Eur voor hulpen met acht tot tien jaar dienst;
10,29 Eur voor hulpen met tien tot twaalf jaar dienst;
10,61 Eur voor hulpen met twaalf tot veertien jaar dienst;
10,86 Eur voor hulpen met veertien tot zestien jaar dienst;
11,11 Eur voor hulpen met zestien tot achttien jaar dienst;
11,35 Eur voor hulpen met achttien tot twintig jaar dienst;
11,63 Eur voor hulpen met twintig tot tweeëntwintig jaar dienst;
11,89 Eur voor hulpen met tweeëntwintig tot vierentwintig jaar dienst;
12,14 Eur voor hulpen met vierentwintig tot zesentwintig jaar dienst;
12,40 Eur voor hulpen met zesentwintig tot achtentwintig jaar dienst;
12,66 Eur voor hulpen met achtentwintig tot dertig jaar dienst;
12,91 Eur voor hulpen met dertig tot tweeëndertig jaar dienst;
13,17 Eur voor hulpen met tweeëndertig tot vierendertig jaar dienst;
13,43 Eur voor hulpen met vierendertig tot zesendertig jaar dienst;
13,68 Eur voor hulpen met zesendertig tot achtendertig jaar dienst;
13,94 Eur voor hulpen met achtendertig tot veertig jaar dienst;
14,20 Eur voor hulpen met meer dan veertig jaar dienst.
Art.3. In artikel 6, §§ 4 en 5, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975 worden de vermeldingen "46.423,51 Eur" en "23.211,76 Eur" respectievelijk door de vermeldingen "47.351,98 Eur" en "23.676,00 Eur" vervangen.
Art.4. In het artikel 11, § 1, leden 3, 4 en 5° van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt de vermelding "18,05 Eur" vervangen door de vermelding "18,41 Eur".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.
Art. 6. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 december 2006.
Voor het Verenigd College :
De Leden van het Verenigd College,
bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen,
E. HUYTEBROECK
P. SMET.