7 DECEMBER 2006. - Besluit betreffende bepaalde uitvoeringsmaatregelen van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-01-2007 en tekstbijwerking tot 15-02-2008)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten voor de aanwijzing van de operatoren.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Procedure voor de ten uitvoer legging van artikel 38 van de ordonnantie.
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Informatie aan de verbruikers.
Art. 6
HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen.
Art. 7-8
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Ordonnantie : de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot vaststelling van een kader voor het waterbeleid;
2° Minister : de Minister belast met Waterbeleid.
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten voor de aanwijzing van de operatoren.
Art.2. De Regering wijst de operator(en) aan in overeenstemming met artikel 18 van de ordonnantie op voorstel van de Minister.
Art.3. De beslissing van de Regering wordt aan de operator bekendgemaakt per aangetekend schrijven bij De Post. De beslissing wordt in het Belgisch Staatsblad in de vorm van uittreksel gepubliceerd waarin ten minste het grondgebied wordt aangegeven dat door de operator wordt gedekt, de duur waarvoor hij aangewezen is en de opdracht van de overheid waarmee hij belast is.
De aanwijzing van elke operator gebeurt voor een verlengbare termijn van maximum 50 jaar, overeenstemmend met artikel 18, § 1, 3e lid van de ordonnantie.
HOOFDSTUK III. - Procedure voor de ten uitvoer legging van artikel 38 van de ordonnantie.
Art.4. De Minister bepaalt voor elke persoon die actief is in het beheer van de watercyclus welke informatie overgemaakt moet worden, volgens termijnen en vormen die aangegeven zijn, en die noodzakelijk zijn om hem de mogelijkheid te bieden de werkelijke waterkost te bepalen. De Minister stelt op (30 juni 2008) een voorafgaand verslag op over de opstelling en de terugvordering van de kosten van diensten in verband met het watergebruik. <BESL 2007-11-29/52, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-02-2008>
Het voorafgaand verslag wordt voor informatie door de Minister overhandigd aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, en voor advies aan de operatoren evenals aan elke persoon of instelling die hem geschikt lijkt.
De personen en instellingen bedoeld bij het vorige lid verstrekken hun advies aan de Minister binnen de termijn van één maand. Indien dit advies niet binnen deze termijn wordt voorgelegd, wordt het advies van de persoon of van de instelling in kwestie als zijnde gunstig beschouwd.
Op basis van het verslag en van de uitgebrachte adviezen, stelt de Minister een definitief verslag op dat voor advies aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en vervolgens aan de betroffen Europese instanties wordt overgemaakt.
Op basis van het definitief verslag, stelt de Minister een ontwerpbesluit op dat op (15 oktober 2008) aan de Regering wordt overhandigd. <BESL 2007-11-29/52, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 25-02-2008>
Art.5. De ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een taks op het storten van afvalwater wordt opgeheven krachtens artikel 70 van de ordonnantie. Artikelen 15 tot en met 21 van de ordonnantie van 29 maart 1996 blijven evenwel van kracht voor zover dit nodig is voor het rekening houden met de vervuilende last van het gestorte water voor het vastleggen van de waterprijs en van de zuiveringsdiensten.
HOOFDSTUK IV. - Informatie aan de verbruikers.
Art.6. Onverminderd het bepaalde in artikel 38, § 7, van de ordonnantie, de facturen opgesteld door de operator die belast is met waterdistributie krachtens artikel 17 van de ordonnantie omvatten de totale prijs die aan de verbruikers wordt gefactureerd en het totaal watervolume.
Deze operator preciseert in bijlage ten minste eenmaal per jaar aan deze verbruikers de diverse kosten die de waterprijs bepalen, het aandeel dat ten laste is van het Gewest of elke andere overheidsinstantie, het verbruik van de afgelopen drie jaren uitgedrukt op jaarlijks basis, evenals het gemiddeld Brussels jaarverbruik per gezinslid.
HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1. november 2006, met uitzondering van het artikel 5 dat op 31 december 2006 van kracht wordt. De bepalingen van de ordonnantie van 29 maart 1996 tot instelling van een belasting op het lozen van afvalwater betreffende het toezicht, het innen en het heffen blijven evenwel van kracht wat betreft de belasting met betrekking tot de laatste belastbare periode.
Art. 8. De Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 december 2006.
Voor de Regering van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter,
Ch. PICQUE
De Minister belast met Waterbeleid,
Mevr. E. HUYTEBROECK.