31 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit houdende de rechten en heffingen voor het verkrijgen van erkenningen in uitvoering van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake de verhandeling van dieren, wordt vervangen als volgt :
" § 1. Voor de uitbating van een inrichting is de voorafgaandelijke erkenning, bedoeld in artikel 5, § 1, van de wet, vereist. De aanvraag tot erkenning dient ingediend te worden bij het gemeentebestuur van de plaats waar de inrichting zich bevindt, door middel van het formulier waarvan het model in bijlage I is vastgesteld.
De aanvraag tot erkenning is onderworpen aan een recht waarvan het bedrag afhankelijk is van de soort en de grootte van de inrichting :
1° hondenkwekerij :
- tot en met 10 fokteven : 75 EUR;
- meer dan 10 fokteven : 250 EUR;
2° kattenkwekerij :
- tot en met 10 fokpoezen : 75 EUR;
- meer dan 10 fokpoezen : 250 EUR;
3° dierenpension : 75 EUR;
4° handelszaak voor dieren : 75 EUR.
Voor de erkenningaanvraag voor een dierenasiel is geen recht vereist.
Indien zich op hetzelfde adres meerdere erkenningsplichtige inrichtingen bevinden, bedraagt het verschuldigde recht de som van de bedragen die verschuldigd zijn voor de afzonderlijke inrichtingen.
Het verschuldigde recht moet worden gestort op een door de Minister bevoegd voor dierenwelzijn te bepalen rekening ".
Art.2. Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de erkenning van dierentuinen, wordt vervangen ais volgt :
" § 1. De aanvraag voor de erkenning bedoeld in artikel 5, § 1, van de wet dient ingediend te worden door de uitbater bij de Dienst per aangetekend schrijven door middel van het formulier waarvan het model in bijlage B is vastgesteld. De aanvraag tot erkenning is onderworpen aan een recht waarvan het bedrag afhankelijk is van de gehouden diersoorten :
- 250 EUR wanneer de verzameling zoogdieren of vogels bevat;
- 125 EUR wanneer de verzameling uitsluitend andere dieren dan zoogdieren of vogels bevat.
Het recht moet worden gestort op een door de Minister bevoegd voor dierenwelzijn te bepalen rekening. "
Art.3. In artikel 4, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de lijst van dieren die gehouden mogen worden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2002, worden de woorden " gekweten worden onder de vorm van fiscale zegels te kleven op de aanvraag en door de aanvrager te annuleren. " vervangen door de woorden " gestort worden op een door de minister bevoegd voor dierenwelzijn te bepalen rekening ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 augustus 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken,
D. DONFUT.