Details





Titel:

26 APRIL 2007. - [Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan het coördinerend gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker en het gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker moeten voldoen om te worden erkend] <Opschrift vervangen door KB2013-12-15/23, art. 1,003; Inwerkingtreding : 02-01-2014> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-07-2007 en tekstbijwerking tot 18-12-2024)



Inhoudstafel:

Titel I. - (vroeger Hoofdstuk I)Algemene bepaling. <KB 2013-12-15/23, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Art. 1
Titel 2. [1 Coördinerende borstkliniek .]1
Hoofdstuk 1. - (vroeger Hoofdstuk II) Doelgroep, aard en inhoud van de zorg. <KB 2013-12-15/23, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Art. 2
Hoofdstuk 2. - (vroeger hoofdstuk III) Minimaal activiteitsniveau. <KB 2013-12-15/23, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Art. 3
Art. 3 Vlaams Gewest
Hoofdstuk 3. - (vroeger Hoofdstuk IV) Medische en niet-medische omkadering en deskundigheid. <KB 2013-12-15/23, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Afdeling 1. - Medische omkadering.
Art. 4
Art. 4 Duitstalige gemeenschap
Art. 4 Franse gemeenschap
Art. 4 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 4 WAALS GEWEST
Art. 4 Vlaams Gewest
Art. 5
Art. 5 Vlaams Gewest
Afdeling 2. - Verpleegkundige omkadering.
Art. 6
Afdeling 3. - Psychosociale omkadering.
Art. 7
Art. 7 Vlaams Gewest
Afdeling 4. - Andere omkadering.
Art. 8, 8/1, 9
Afdeling 5. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 10
Art. 10 Vlaams Gewest
Art. 11-12
Hoofdstuk 4. - (vroeger Hoofdstuk V) Functionele normen, kwaliteitsnormen voor kwaliteitsopvolging. <KB 2013-12-15/23, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Art. 13-14
Art. 14 Vlaams Gewest
Art. 15
Art. 15 Vlaams Gewest
Art. 16, 16/1, 17
Art. 17 Vlaams Gewest
Art. 18
Art. 18 Vlaams Gewest
Hoofdstuk 5. - (vroeger Hoofdstuk VI) Samenwerkingsakkoorden. <KB 2013-12-15/23, art. 22, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Art. 19
Hoofdstuk 6. - (vroeger Hoofdstuk VII) Vereiste infrastructuur en omgevingselementen. <KB 2013-12-15/23, art. 24, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
Art. 20-24
Art. 24 Vlaams Gewest
Titel 3. - [1 Satellietborstkliniek.]1
Art. 24/1
Art. 24/1 Vlaams Gewest
Art. 24/2
Art. 24/2 Vlaams Gewest
Art. 24/3
Titel 4. - [1 Slotbepalingen.]1
Art. 25-26



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Titel I. - (vroeger Hoofdstuk I)Algemene bepaling.
Artikel 1.[1 Om te worden erkend en erkend te blijven moeten het coördinerend gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker hierna "coördinerende borstkliniek" genoemd, en het gespecialiseerd oncologisch zorgprogramma voor borstkanker hierna "satellietborstkliniek" genoemd, voldoen aan de normen vastgesteld in dit besluit.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Titel 2. [1 Coördinerende borstkliniek .]1   ----------   (1)
Hoofdstuk 1. - (vroeger Hoofdstuk II) Doelgroep, aard en inhoud van de zorg.
Art.2.§ 1 [1 de coördinerende borstkliniek]1 is gericht op de diagnose, [2 de multidisciplinaire consultatie,]2 de multidisciplinaire behandeling, de opvolging, en de revalidatie van patiënten met kwaadaardige aandoeningen van de borst(en) overeenkomstig de richtlijnen van het multidisciplinair oncologisch handboek zoals bedoeld in artikel 14 dat dient gebruikt te worden binnen het zorgprogramma zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt.
  § 2. [1 de coördinerende borstkliniek]1 kan enkel worden uitgebaat als bovenbouw op een zorgprogramma voor oncologie zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 21 maart 2003 houdende vaststelling van de normen waaraan het zorgprogramma voor oncologische basiszorg en het zorgprogramma voor oncologie moeten voldoen om te worden erkend, hierna genoemd " het koninklijk besluit van 21 maart 2003 ".
  [2 Tweede en derde lid opgeheven.]2
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Hoofdstuk 2. - (vroeger hoofdstuk III) Minimaal activiteitsniveau.
Art.3.§ 1. Teneinde een erkenning voor een borstkliniek te bekomen, moet een bestaande behoefte evenals een ervaring op medisch vlak [3 en heelkundig]3 omstandig te worden gemotiveerd.
  [3 Voor de eerste aanvraag tot erkenning moet de bestaande behoefte worden aangetoond door jaarlijks ten minste 125 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in §§ 3 en 4 hetzij het jaar voor de aanvraag van de erkenning, hetzij als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de aanvraag van de erkenning.]3
  [3 Derde lid en vierde lid opgeheven.]3
  § 2. [2 Om erkend te blijven moet de coördinerende borstkliniek aantonen dat ze het laatste jaar of als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de verlenging van de erkenning, het in paragraaf 1, tweede lid, bedoelde aantal nieuwe diagnoses heeft gesteld.]2
  § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder " nieuwe diagnose van borstkanker " verstaan, elk geval van borstkanker die voor het eerst wordt vastgesteld, om het even welk type en in om het even welk stadium ervan, met inbegrip van de kankers in situ, en die vervolgens worden behandeld binnen [2 de coördinerende borstkliniek]2.
  In het geval de eerste diagnose is gesteld op een andere plaats dan [2 de coördinerende borstkliniek]2, maar de eerste behandeling er wel degelijk wordt gerealiseerd, wordt de diagnose uitsluitend in deze laatste in rekening gebracht.
  Voor de toepassing van dit artikel worden niet meegerekend bij de nieuwe diagnoses :
  1° de patiënten die voor de uitvoering van radiotherapie naar [2 de coördinerende borstkliniek]2 worden doorverwezen;
  2° de patiënten die in een ander ziekenhuis of op een andere vestigingsplaats van een ziekenhuis reeds een primaire behandeling hebben ondergaan;
  3° de patiënten die enkel voor een adjuvante geneesmiddelentherapie worden verwezen;
  4° de patiënten waarvoor uitsluitend de follow-up in [2 de coördinerende borstkliniek]2 wordt georganiseerd nadat de primaire behandeling had plaatsgevonden in een andere ziekenhuis of vestigingsplaats van een ziekenhuis;
  5° de patiënten waarvan de eerste diagnose is gesteld en die vervolgens, met het oog op een behandeling naar een ander ziekenhuis of een andere vestigingsplaats worden doorverwezen.
  De gevallen bedoeld in het 5°, van het vorige lid, worden voor de toepassing van dit artikel in rekening gebracht bij [2 de coördinerende borstkliniek]2 van het ziekenhuis of de vestigingsplaats waarnaar de bedoelde patiënten worden behandeld.
  § 4. Het bewijs van de nieuwe diagnosen zoals gedefinieerd in dit artikel is onder meer gebaseerd op :
  - de afschriften van de protocollen van de belangrijkste heelkundige ingreep, met hierbij het overeenstemmende anatomopathologische protocol;
  - in het geval er geen heelkundige ingreep plaatsvindt de afschriften van de verslagen van het multidisciplinair oncologisch overleg.
  Deze afschriften worden gedurende tien jaar in het ziekenhuis ter beschikking gehouden van de voor de erkenning bevoegde overheid en worden vervolgens vernietigd.
  § 5. In het ziekenhuis worden de nodige maatregelen genomen teneinde de beveiliging van de in de vorige paragraaf bedoelde gegevens te waarborgen.
  Met het oog op de toepassing van het vorige lid worden, onverminderd de toepassing van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en diens uitvoeringsbesluiten, door de in dezelfde wet bedoelde verantwoordelijke van de verwerking tenminste de volgende maatregelen genomen :
  1° de opmaak van een nominatieve lijst van de personen aan wie de toegang tot bedoelde gezondheidsgegevens is toegestaan en de ondertekening door deze personen van een verbintenis van vertrouwelijkheid;
  2° de modaliteiten van de schriftelijke procedures bepalen die de bescherming van bedoelde gegevens betreffende de gezondheid bepalen en die de verwerking ervan beperken tot een verwerken conform het beoogde doeleinde;
  3° het op punt stellen van organisatorische en technische maatregelen die verzekeren dat enkel aan de gemachtigde personen toegang wordt verschaft tot deze persoonsgegevens.
  ----------
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2013-12-15/23, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art. 3_VLAAMS_GEWEST.   § 1. Teneinde een erkenning voor een borstkliniek te bekomen, moet een bestaande behoefte evenals een ervaring op medisch vlak [3 en heelkundig]3 omstandig te worden gemotiveerd.  [3 Voor de eerste aanvraag tot erkenning moet de bestaande behoefte worden aangetoond door jaarlijks ten minste 125 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in §§ 3 en 4 [5 ...]5 als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de aanvraag van de erkenning.]3  [3 Derde lid en vierde lid opgeheven.]3  [5 In afwijking van het tweede lid kan de bestaande behoefte tot 1 januari 2027 worden aangetoond door jaarlijks ten minste 125 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in §§ 3 en 4 het jaar voor de aanvraag van de erkenning, indien deze diagnoses aannemelijk zijn op basis van de trend zoals blijkt uit de twee jaren voorafgaandelijk aan dat jaar en in zoverre daarenboven afdoende staving geleverd wordt van de behoefte aan een bijkomende borstkliniek binnen de zone tussen de naburige borstklinieken op grond van de afstand tot of capaciteitsbeperkingen in de bestaande naburige borstklinieken.]5  § 2. [2 Om erkend te blijven moet de coördinerende borstkliniek aantonen dat ze [5 ...]5 als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de verlenging van de erkenning, het in paragraaf 1, tweede lid, bedoelde aantal nieuwe diagnoses heeft gesteld.]2  § 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder " nieuwe diagnose van borstkanker " verstaan, elk geval van borstkanker die voor het eerst wordt vastgesteld, om het even welk type en in om het even welk stadium ervan, met inbegrip van de kankers in situ, en die vervolgens worden behandeld binnen [2 de coördinerende borstkliniek]2.  In het geval de eerste diagnose is gesteld op een andere plaats dan [2 de coördinerende borstkliniek]2, maar de eerste behandeling er wel degelijk wordt gerealiseerd, wordt de diagnose uitsluitend in deze laatste in rekening gebracht.  Voor de toepassing van dit artikel worden niet meegerekend bij de nieuwe diagnoses :  1° de patiënten die voor de uitvoering van radiotherapie naar [2 de coördinerende borstkliniek]2 worden doorverwezen;  2° de patiënten die in een ander ziekenhuis of op een andere vestigingsplaats van een ziekenhuis reeds een primaire behandeling hebben ondergaan;  3° de patiënten die enkel voor een adjuvante geneesmiddelentherapie worden verwezen;  4° de patiënten waarvoor uitsluitend de follow-up in [2 de coördinerende borstkliniek]2 wordt georganiseerd nadat de primaire behandeling had plaatsgevonden in een andere ziekenhuis of vestigingsplaats van een ziekenhuis;  5° de patiënten waarvan de eerste diagnose is gesteld en die vervolgens, met het oog op een behandeling naar een ander ziekenhuis of een andere vestigingsplaats worden doorverwezen.  De gevallen bedoeld in het 5°, van het vorige lid, worden voor de toepassing van dit artikel in rekening gebracht bij [2 de coördinerende borstkliniek]2 van het ziekenhuis of de vestigingsplaats waarnaar de bedoelde patiënten worden behandeld.  § 4. Het bewijs van de nieuwe diagnosen zoals gedefinieerd in dit artikel is onder meer gebaseerd op :  - de afschriften van de protocollen van de belangrijkste heelkundige ingreep, met hierbij het overeenstemmende anatomopathologische protocol;  - in het geval er geen heelkundige ingreep plaatsvindt de afschriften van de verslagen van het multidisciplinair oncologisch overleg.  Deze afschriften worden gedurende tien jaar in het ziekenhuis ter beschikking gehouden van de voor de erkenning bevoegde overheid en worden vervolgens vernietigd.  § 5. [4 In het ziekenhuis worden de nodige maatregelen genomen om de beveiliging van de gegevens, vermeld in paragraaf 4, te waarborgen.   Met het oog op de toepassing van het eerste lid, met behoud van de toepassing van de regelgeving over de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens, neemt de verwerkingsverantwoordelijke ten minste de volgende maatregelen :   1° de opmaak van een nominatieve lijst van personen aan wie de toegang tot de gegevens over gezondheid, vermeld in artikel 4, 15), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), is toegestaan en van een verbintenis van vertrouwelijkheid die de personen ondertekenen;   2° het preciseren van de modaliteiten van de schriftelijke procedures die de bescherming van de vermelde gegevens over gezondheid bepalen, waarbij de verwerking ervan beperkt is conform het beoogde doel;   3° de verdere uitwerking van organisatorische en technische maatregelen die verzekeren dat alleen de gemachtigde personen toegang krijgen tot de persoonsgegevens.]4  ----------
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2013-12-15/23, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (4)<BVR 2019-01-25/40, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 25-05-2018>
  (5)<BVR 2024-11-15/04, art. 55, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>

Hoofdstuk 3. - (vroeger Hoofdstuk IV) Medische en niet-medische omkadering en deskundigheid.
Afdeling 1. - Medische omkadering.
Art.4.[1 De coördinerende borstkliniek]1 moet minstens beschikken over geneesheren van de volgende disciplines die zijn verbonden met [1 de coördinerende borstkliniek]1 en die voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1° ten minste twee geneesheren-specialisten in de heelkunde of in de gynaecologie-verloskunde met een specifieke ervaring in borstkankerchirurgie.
  De bedoelde geneesheren-specialisten moeten jaarlijks ten minste [3 30 heelkundige interventies]3 verrichten voor nieuwe gevallen van borstkanker.
  Tenminste één van beiden dient een ervaring te hebben van tenminste drie jaar wat betreft borstkankerchirurgie en tenminste gedurende het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning [2 in eerste hand]2 het in het vorige lid bedoelde aantal heelkundige ingrepen verricht hebben.
  Bedoelde geneesheren-specialisten moeten ten minstens acht halve dagen per week besteden in het ziekenhuis;
  2° tenminste twee geneesheren-specialisten [2 in de medische beeldvorming]2 met een ervaring in de mammografie en echografie van de borst evenals in de techniek van het verzamelen van borststalen..
  De bedoelde geneesheren-specialisten dienen jaarlijks ten minste 1 000 mammografieën af te lezen of te herlezen. Deze mammografieën kunnen zowel diagnostisch als met het oogmerk tot screening zijn.
  Eén van beiden dient een ervaring van tenminste drie jaar te hebben in bedoeld domein en gedurende tenminste het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het vorige lid.
  Eén van deze geneesheren-specialisten dient tenminste een ervaring te hebben in andere technieken van medische beeldvorming, zoals technieken inzake interventionele medische beeldvorming die nuttig zijn in geval van borstkanker [2 en de stadiëring ervan]2 en de nucleaire magnetische resonantie tomograaf;
  3° tenminste een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie met een ervaring van tenminste drie jaar in de diagnose van borstpathologieën. Een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie dient op elk moment beschikbaar te zijn en op de vestigingsplaats aanwezig te zijn tijdens de betrokken heelkundige ingrepen;
  4° tenminste een geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie, desgevallend als consulent van de diens radiotherapie in het kader van het samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 22, met ten minste drie jaar ervaring in de behandeling van borstkanker;
  5° tenminste een geneesheer-specialist in de [2 ...]2 oncologie die ten minste 8 halve dagen besteedt aan het ziekenhuis dat [1 de coördinerende borstkliniek]1 uitbaat en die ten minste drie jaar ervaring heeft in de behandeling van borstkanker;
  6° [2 tenminste een geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde die minstens halftijds aan het ziekenhuis is verbonden en die een bewezen en onderhouden bekwaamheid en ervaring heeft inzake reconstructieve chirurgie volgens de laatste stand van de wetenschap. Bedoelde bekwaamheid en ervaring worden ondermeer bewezen aan de hand van gevolgde opleidingen, het aantal verstrekkingen verricht in eerste hand en wetenschappelijke publicaties ter zake.]2
  Deze geneesheer of geneesheren moet(en) verzekeren dat :
  1° de onmiddellijke procedures van reconstructie, met name gedurende dezelfde operatietijd als deze van exerese, beschikbaar zijn en aan patiënten die ervoor in aanmerking komen worden voorgesteld;
  2° de wachttermijn voor een onmiddellijk reconstructie de primaire behandeling van de aandoening niet vertraagt;
  3° de patiënt na de operatie wordt opgevolgd zowel tijdens de hospitalisatie als ambulant.
  Alle geneesheren bedoeld in dit artikel werken nauw en op gestructureerde en multidisciplinaire wijze samen in [1 de coördinerende borstkliniek]1, niettegenstaande deze met hun eventuele dienst van oorsprong verbonden blijven
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2014-04-19/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art. 4_DUITSTALIGE_GEMEENSCHAP.    [1 De coördinerende borstkliniek]1 moet minstens beschikken over geneesheren van de volgende disciplines die zijn verbonden met [1 de coördinerende borstkliniek]1 en die voldoen aan de volgende voorwaarden :  1° ten minste twee geneesheren-specialisten in de heelkunde of in de gynaecologie-verloskunde met een specifieke ervaring in borstkankerchirurgie.  De bedoelde geneesheren-specialisten moeten jaarlijks ten minste [3 30 heelkundige interventies]3 verrichten voor nieuwe gevallen van borstkanker.  Tenminste één van beiden dient een ervaring te hebben van tenminste drie jaar wat betreft borstkankerchirurgie en tenminste gedurende het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning [2 in eerste hand]2 het in het vorige lid bedoelde aantal heelkundige ingrepen verricht hebben.  Bedoelde geneesheren-specialisten moeten ten minstens acht halve dagen per week besteden in het ziekenhuis;  2° tenminste twee geneesheren-specialisten [2 in de medische beeldvorming]2 met een ervaring in de mammografie en echografie van de borst evenals in de techniek van het verzamelen van borststalen..  De bedoelde geneesheren-specialisten dienen jaarlijks ten minste 1 000 mammografieën af te lezen of te herlezen. Deze mammografieën kunnen zowel diagnostisch als met het oogmerk tot screening zijn.  Eén van beiden dient een ervaring van tenminste drie jaar te hebben in bedoeld domein en gedurende tenminste het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het vorige lid.  Eén van deze geneesheren-specialisten dient tenminste een ervaring te hebben in andere technieken van medische beeldvorming, zoals technieken inzake interventionele medische beeldvorming die nuttig zijn in geval van borstkanker [2 en de stadiëring ervan]2 en de nucleaire magnetische resonantie tomograaf;  3° tenminste een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie met een ervaring van tenminste drie jaar in de diagnose van borstpathologieën. Een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie dient op elk moment beschikbaar te zijn [4 ...]4 tijdens de betrokken heelkundige ingrepen;  4° tenminste een geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie, desgevallend als consulent van de diens radiotherapie in het kader van het samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 22, met ten minste drie jaar ervaring in de behandeling van borstkanker;  5° tenminste een geneesheer-specialist in de [2 ...]2 oncologie die ten minste 8 halve dagen besteedt aan het ziekenhuis dat [1 de coördinerende borstkliniek]1 uitbaat en die ten minste drie jaar ervaring heeft in de behandeling van borstkanker;  6° [2 tenminste een geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde die minstens halftijds aan het ziekenhuis is verbonden en die een bewezen en onderhouden bekwaamheid en ervaring heeft inzake reconstructieve chirurgie volgens de laatste stand van de wetenschap. Bedoelde bekwaamheid en ervaring worden ondermeer bewezen aan de hand van gevolgde opleidingen, het aantal verstrekkingen verricht in eerste hand en wetenschappelijke publicaties ter zake.]2  Deze geneesheer of geneesheren moet(en) verzekeren dat :  1° de onmiddellijke procedures van reconstructie, met name gedurende dezelfde operatietijd als deze van exerese, beschikbaar zijn en aan patiënten die ervoor in aanmerking komen worden voorgesteld;  2° de wachttermijn voor een onmiddellijk reconstructie de primaire behandeling van de aandoening niet vertraagt;  3° de patiënt na de operatie wordt opgevolgd zowel tijdens de hospitalisatie als ambulant.  Alle geneesheren bedoeld in dit artikel werken nauw en op gestructureerde en multidisciplinaire wijze samen in [1 de coördinerende borstkliniek]1, niettegenstaande deze met hun eventuele dienst van oorsprong verbonden blijven  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2014-04-19/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (4)<BDG 2022-09-08/15, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-01-2023>


Art. 4_FRANSE_GEMEENSCHAP.    [1 De coördinerende borstkliniek]1 moet minstens beschikken over geneesheren van de volgende disciplines die zijn verbonden met [1 de coördinerende borstkliniek]1 en die voldoen aan de volgende voorwaarden :  1° ten minste twee geneesheren-specialisten in de heelkunde of in de gynaecologie-verloskunde met een specifieke ervaring in borstkankerchirurgie.  De bedoelde geneesheren-specialisten moeten jaarlijks ten minste [3 30 heelkundige interventies]3 verrichten voor nieuwe gevallen van borstkanker.  Tenminste één van beiden dient een ervaring te hebben van tenminste drie jaar wat betreft borstkankerchirurgie en tenminste gedurende het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning [2 in eerste hand]2 het in het vorige lid bedoelde aantal heelkundige ingrepen verricht hebben.  Bedoelde geneesheren-specialisten moeten ten minstens acht halve dagen per week besteden in het ziekenhuis;  2° tenminste twee geneesheren-specialisten [2 in de medische beeldvorming]2 met een ervaring in de mammografie en echografie van de borst evenals in de techniek van het verzamelen van borststalen..  De bedoelde geneesheren-specialisten dienen jaarlijks ten minste 1 000 mammografieën af te lezen of te herlezen. Deze mammografieën kunnen zowel diagnostisch als met het oogmerk tot screening zijn.  Eén van beiden dient een ervaring van tenminste drie jaar te hebben in bedoeld domein en gedurende tenminste het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het vorige lid.  Eén van deze geneesheren-specialisten dient tenminste een ervaring te hebben in andere technieken van medische beeldvorming, zoals technieken inzake interventionele medische beeldvorming die nuttig zijn in geval van borstkanker [2 en de stadiëring ervan]2 en de nucleaire magnetische resonantie tomograaf;  3° tenminste een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie met een ervaring van tenminste drie jaar in de diagnose van borstpathologieën. Een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie dient op elk moment beschikbaar te zijn [4 ...]4 tijdens de betrokken heelkundige ingrepen;  4° tenminste een geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie, desgevallend als consulent van de diens radiotherapie in het kader van het samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 22, met ten minste drie jaar ervaring in de behandeling van borstkanker;  5° tenminste een geneesheer-specialist in de [2 ...]2 oncologie die ten minste 8 halve dagen besteedt aan het ziekenhuis dat [1 de coördinerende borstkliniek]1 uitbaat en die ten minste drie jaar ervaring heeft in de behandeling van borstkanker;  6° [2 tenminste een geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde die minstens halftijds aan het ziekenhuis is verbonden en die een bewezen en onderhouden bekwaamheid en ervaring heeft inzake reconstructieve chirurgie volgens de laatste stand van de wetenschap. Bedoelde bekwaamheid en ervaring worden ondermeer bewezen aan de hand van gevolgde opleidingen, het aantal verstrekkingen verricht in eerste hand en wetenschappelijke publicaties ter zake.]2  Deze geneesheer of geneesheren moet(en) verzekeren dat :  1° de onmiddellijke procedures van reconstructie, met name gedurende dezelfde operatietijd als deze van exerese, beschikbaar zijn en aan patiënten die ervoor in aanmerking komen worden voorgesteld;  2° de wachttermijn voor een onmiddellijk reconstructie de primaire behandeling van de aandoening niet vertraagt;  3° de patiënt na de operatie wordt opgevolgd zowel tijdens de hospitalisatie als ambulant.  Alle geneesheren bedoeld in dit artikel werken nauw en op gestructureerde en multidisciplinaire wijze samen in [1 de coördinerende borstkliniek]1, niettegenstaande deze met hun eventuele dienst van oorsprong verbonden blijven  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2014-04-19/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (4)<BFG 2022-05-25/08, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2022>


Art. 4_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    [1 De coördinerende borstkliniek]1 moet minstens beschikken over geneesheren van de volgende disciplines die zijn verbonden met [1 de coördinerende borstkliniek]1 en die voldoen aan de volgende voorwaarden :  1° ten minste twee geneesheren-specialisten in de heelkunde of in de gynaecologie-verloskunde met een specifieke ervaring in borstkankerchirurgie.  De bedoelde geneesheren-specialisten moeten jaarlijks ten minste [3 30 heelkundige interventies]3 verrichten voor nieuwe gevallen van borstkanker.  Tenminste één van beiden dient een ervaring te hebben van tenminste drie jaar wat betreft borstkankerchirurgie en tenminste gedurende het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning [2 in eerste hand]2 het in het vorige lid bedoelde aantal heelkundige ingrepen verricht hebben.  Bedoelde geneesheren-specialisten moeten ten minstens acht halve dagen per week besteden in het ziekenhuis;  2° tenminste twee geneesheren-specialisten [2 in de medische beeldvorming]2 met een ervaring in de mammografie en echografie van de borst evenals in de techniek van het verzamelen van borststalen..  De bedoelde geneesheren-specialisten dienen jaarlijks ten minste 1 000 mammografieën af te lezen of te herlezen. Deze mammografieën kunnen zowel diagnostisch als met het oogmerk tot screening zijn.  Eén van beiden dient een ervaring van tenminste drie jaar te hebben in bedoeld domein en gedurende tenminste het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het vorige lid.  Eén van deze geneesheren-specialisten dient tenminste een ervaring te hebben in andere technieken van medische beeldvorming, zoals technieken inzake interventionele medische beeldvorming die nuttig zijn in geval van borstkanker [2 en de stadiëring ervan]2 en de nucleaire magnetische resonantie tomograaf;  3° tenminste een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie met een ervaring van tenminste drie jaar in de diagnose van borstpathologieën. Een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie dient op elk moment beschikbaar te zijn [4 ...]4 tijdens de betrokken heelkundige ingrepen;  4° tenminste een geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie, desgevallend als consulent van de diens radiotherapie in het kader van het samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 22, met ten minste drie jaar ervaring in de behandeling van borstkanker;  5° tenminste een geneesheer-specialist in de [2 ...]2 oncologie die ten minste 8 halve dagen besteedt aan het ziekenhuis dat [1 de coördinerende borstkliniek]1 uitbaat en die ten minste drie jaar ervaring heeft in de behandeling van borstkanker;  6° [2 tenminste een geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde die minstens halftijds aan het ziekenhuis is verbonden en die een bewezen en onderhouden bekwaamheid en ervaring heeft inzake reconstructieve chirurgie volgens de laatste stand van de wetenschap. Bedoelde bekwaamheid en ervaring worden ondermeer bewezen aan de hand van gevolgde opleidingen, het aantal verstrekkingen verricht in eerste hand en wetenschappelijke publicaties ter zake.]2  Deze geneesheer of geneesheren moet(en) verzekeren dat :  1° de onmiddellijke procedures van reconstructie, met name gedurende dezelfde operatietijd als deze van exerese, beschikbaar zijn en aan patiënten die ervoor in aanmerking komen worden voorgesteld;  2° de wachttermijn voor een onmiddellijk reconstructie de primaire behandeling van de aandoening niet vertraagt;  3° de patiënt na de operatie wordt opgevolgd zowel tijdens de hospitalisatie als ambulant.  Alle geneesheren bedoeld in dit artikel werken nauw en op gestructureerde en multidisciplinaire wijze samen in [1 de coördinerende borstkliniek]1, niettegenstaande deze met hun eventuele dienst van oorsprong verbonden blijven  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2014-04-19/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (4)<BESL 2022-05-12/13, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-07-2022>


Art. 4_WAALS_GEWEST.    [1 De coördinerende borstkliniek]1 moet minstens beschikken over geneesheren van de volgende disciplines die zijn verbonden met [1 de coördinerende borstkliniek]1 en die voldoen aan de volgende voorwaarden :  1° ten minste twee geneesheren-specialisten in de heelkunde of in de gynaecologie-verloskunde met een specifieke ervaring in borstkankerchirurgie.  De bedoelde geneesheren-specialisten moeten jaarlijks ten minste [3 30 heelkundige interventies]3 verrichten voor nieuwe gevallen van borstkanker.  Tenminste één van beiden dient een ervaring te hebben van tenminste drie jaar wat betreft borstkankerchirurgie en tenminste gedurende het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning [2 in eerste hand]2 het in het vorige lid bedoelde aantal heelkundige ingrepen verricht hebben.  Bedoelde geneesheren-specialisten moeten ten minstens acht halve dagen per week besteden in het ziekenhuis;  2° tenminste twee geneesheren-specialisten [2 in de medische beeldvorming]2 met een ervaring in de mammografie en echografie van de borst evenals in de techniek van het verzamelen van borststalen..  De bedoelde geneesheren-specialisten dienen jaarlijks ten minste 1 000 mammografieën af te lezen of te herlezen. Deze mammografieën kunnen zowel diagnostisch als met het oogmerk tot screening zijn.  Eén van beiden dient een ervaring van tenminste drie jaar te hebben in bedoeld domein en gedurende tenminste het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het vorige lid.  Eén van deze geneesheren-specialisten dient tenminste een ervaring te hebben in andere technieken van medische beeldvorming, zoals technieken inzake interventionele medische beeldvorming die nuttig zijn in geval van borstkanker [2 en de stadiëring ervan]2 en de nucleaire magnetische resonantie tomograaf;  3° tenminste een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie met een ervaring van tenminste drie jaar in de diagnose van borstpathologieën. Een geneesheer-specialist in de pathologische anatomie dient op elk moment beschikbaar te zijn [4 ...]4 tijdens de betrokken heelkundige ingrepen;  4° tenminste een geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie, desgevallend als consulent van de diens radiotherapie in het kader van het samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 22, met ten minste drie jaar ervaring in de behandeling van borstkanker;  5° tenminste een geneesheer-specialist in de [2 ...]2 oncologie die ten minste 8 halve dagen besteedt aan het ziekenhuis dat [1 de coördinerende borstkliniek]1 uitbaat en die ten minste drie jaar ervaring heeft in de behandeling van borstkanker;  6° [2 tenminste een geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde die minstens halftijds aan het ziekenhuis is verbonden en die een bewezen en onderhouden bekwaamheid en ervaring heeft inzake reconstructieve chirurgie volgens de laatste stand van de wetenschap. Bedoelde bekwaamheid en ervaring worden ondermeer bewezen aan de hand van gevolgde opleidingen, het aantal verstrekkingen verricht in eerste hand en wetenschappelijke publicaties ter zake.]2  Deze geneesheer of geneesheren moet(en) verzekeren dat :  1° de onmiddellijke procedures van reconstructie, met name gedurende dezelfde operatietijd als deze van exerese, beschikbaar zijn en aan patiënten die ervoor in aanmerking komen worden voorgesteld;  2° de wachttermijn voor een onmiddellijk reconstructie de primaire behandeling van de aandoening niet vertraagt;  3° de patiënt na de operatie wordt opgevolgd zowel tijdens de hospitalisatie als ambulant.  Alle geneesheren bedoeld in dit artikel werken nauw en op gestructureerde en multidisciplinaire wijze samen in [1 de coördinerende borstkliniek]1, niettegenstaande deze met hun eventuele dienst van oorsprong verbonden blijven  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2014-04-19/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (4)<BWG 2022-05-05/03, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2022>


Art. 4_VLAAMS_GEWEST.   [1 De coördinerende borstkliniek]1 moet minstens beschikken over [6 artsen]6 van de volgende disciplines die zijn verbonden met [1 de coördinerende borstkliniek]1 en die voldoen aan de volgende voorwaarden :  1° [4 ten minste twee geneesheren-specialisten in de heelkunde of in de gynaecologie-verloskunde met specifieke ervaring in borstkankerchirurgie. Elk van [6 die artsen-specialisten]6 moet jaarlijks ten minste dertig heelkundige interventies verrichten voor nieuwe gevallen van borstkanker. Ten minste één van beiden moet minstens drie jaar ervaring hebben in borstkankerchirurgie. [6 Die artsen-specialisten]6 moeten ten minste acht halve dagen per week aanwezig zijn in het ziekenhuis;]4  2° tenminste twee geneesheren-specialisten [6 in de röntgendiagnose]6 met een ervaring in de mammografie en echografie van de borst evenals in de techniek van het verzamelen van borststalen..  De bedoelde [6 artsen-specialisten]6 dienen jaarlijks ten minste 1 000 mammografieën af te lezen of te herlezen. Deze mammografieën kunnen zowel diagnostisch als met het oogmerk tot screening zijn.  Eén van beiden dient een ervaring van tenminste drie jaar te hebben in bedoeld domein en gedurende tenminste het jaar voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning, beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het vorige lid.  Eén van deze [6 artsen-specialisten]6 dient tenminste een ervaring te hebben in andere technieken van medische beeldvorming, zoals technieken inzake interventionele medische beeldvorming die nuttig zijn in geval van borstkanker [2 en de stadiëring ervan]2 en de nucleaire magnetische resonantie tomograaf;  3° tenminste een [6 arts-specialist]6 in de pathologische anatomie met een ervaring van tenminste drie jaar in de diagnose van borstpathologieën. Een [6 arts-specialist]6 in de pathologische anatomie dient op elk moment beschikbaar te zijn [5 ...]5 tijdens de betrokken heelkundige ingrepen;  4° tenminste een [6 arts-specialist]6 in de radiotherapie-oncologie, desgevallend als consulent van de diens radiotherapie in het kader van het samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 22, met ten minste drie jaar ervaring in de behandeling van borstkanker;  5° tenminste een [6 arts-specialist]6 in de [2 ...]2 oncologie die ten minste 8 halve dagen besteedt aan het ziekenhuis dat [1 de coördinerende borstkliniek]1 uitbaat en die ten minste drie jaar ervaring heeft in de behandeling van borstkanker;  6° [2 tenminste een [6 arts-specialist]6 in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde die minstens halftijds aan het ziekenhuis is verbonden en die een bewezen en onderhouden bekwaamheid en ervaring heeft inzake reconstructieve chirurgie volgens de laatste stand van de wetenschap. Bedoelde bekwaamheid en ervaring worden ondermeer bewezen aan de hand van gevolgde opleidingen, het aantal verstrekkingen verricht in eerste hand en wetenschappelijke publicaties ter zake.]2  Deze [6 arts(en)]6 moet(en) verzekeren dat :  1° de onmiddellijke procedures van reconstructie, met name gedurende dezelfde operatietijd als deze van exerese, beschikbaar zijn en aan patiënten die ervoor in aanmerking komen worden voorgesteld;  2° de wachttermijn voor een onmiddellijk reconstructie de primaire behandeling van de aandoening niet vertraagt;  3° de patiënt na de operatie wordt opgevolgd zowel tijdens de hospitalisatie als ambulant.  Alle [6 artsen]6 bedoeld in dit artikel werken nauw en op gestructureerde en multidisciplinaire wijze samen in [1 de coördinerende borstkliniek]1, niettegenstaande deze met hun eventuele dienst van oorsprong verbonden blijven  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<KB 2014-04-19/17, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (4)<BVR 2016-04-22/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 29-05-2016>
  (5)<BVR 2022-04-01/21, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-07-2022>
  (6)<BVR 2024-11-15/04, art. 56, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>

Art.5.De medische coördinatie van [1 de coördinerende borstkliniek]1 geschiedt door een geneesheer-specialist in de heelkunde of in de gynecologie-verloskunde, een geneesheer-specialist in de [2 oncologie]2 of een geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie. Deze coördinator moet lid zijn van het team bedoeld in artikel 4.
  Bedoelde geneesheer-specialist wordt op voorstel van de hoofdgeneesheer aangewezen door de ziekenhuisbeheerder na advies van de medische raad.
  Bedoelde geneesheer-specialist is voltijds aan het ziekenhuis verbonden en besteedt tenminste acht halve dagen per week aan [1 de coördinerende borstkliniek. [2 Indien bedoelde geneesheer-specialist tevens de medische coördinatie waarneemt binnen een satellietborstkliniek in toepassing van artikel 24/1, § 3, 1°, worden de activiteiten in de onderscheiden ziekenhuizen in aanmerking genomen voor het vaststellen of voldaan is aan voornoemde voorwaarden]2]1.
  De functie van coördinator van [1 de coördinerende borstkliniek]1 is niet cumuleerbaar met deze van coördinator van het zorgprogramma voor oncologie, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 31 maart 2003 tot vaststelling van de normen waaraan het zorgprogramma oncologische basiszorg en het zorgprogramma oncologie moeten voldoen om te worden erkend.
  De coördinator van [1 de coördinerende borstkliniek]1 werkt actief samen met de coördinator van het zorgprogramma voor oncologie, teneinde samen te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in voornoemd koninklijk besluit van 21 maart 2003 evenals aan deze bedoeld in dit besluit
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.5_VLAAMS_GEWEST.    De medische coördinatie van [1 de coördinerende borstkliniek]1 geschiedt door een [3 arts-specialist]3 in de heelkunde of in de gynecologie-verloskunde, een [3 arts-specialist]3 in de [2 oncologie]2 of een [3 arts-specialist]3 in de radiotherapie-oncologie. Deze coördinator moet lid zijn van het team bedoeld in artikel 4.  Bedoelde [3 arts-specialist]3 wordt op voorstel van de [3 hoofdarts]3 aangewezen door de ziekenhuisbeheerder na advies van de medische raad.  Bedoelde [3 arts-specialist]3 is voltijds aan het ziekenhuis verbonden en besteedt tenminste acht halve dagen per week aan [1 de coördinerende borstkliniek. [2 Indien bedoelde [3 arts-specialist]3 tevens de medische coördinatie waarneemt binnen een satellietborstkliniek in toepassing van artikel 24/1, § 3, 1°, worden de activiteiten in de onderscheiden ziekenhuizen in aanmerking genomen voor het vaststellen of voldaan is aan voornoemde voorwaarden]2]1.  De functie van coördinator van [1 de coördinerende borstkliniek]1 is niet cumuleerbaar met deze van coördinator van het zorgprogramma voor oncologie, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 31 maart 2003 tot vaststelling van de normen waaraan het zorgprogramma oncologische basiszorg en het zorgprogramma oncologie moeten voldoen om te worden erkend.  De coördinator van [1 de coördinerende borstkliniek]1 werkt actief samen met de coördinator van het zorgprogramma voor oncologie, teneinde samen te voldoen aan de voorwaarden bedoeld in voornoemd koninklijk besluit van 21 maart 2003 evenals aan deze bedoeld in dit besluit  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<BVR 2024-11-15/04, art. 57, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Afdeling 2. - Verpleegkundige omkadering.
Art.6.De verpleegkundige verzorging van patiënten met borstkanker dient te worden gecoördineerd door een beoefenaar van de verpleegkunde, hetzij houder van de beroepstitel in de oncologie, [2 ...]2 hetzij die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit een ervaring van ten minste vijf jaar en een deskundigheid heeft in de integrale verzorging van dergelijke patiënten.
  [2 Het betreft een VTE aan de coördinerende borstkliniek verbonden verpleegkundige die kan aantonen dat hij aan vormingsactiviteiten heeft deelgenomen in het specifieke domein van borstkanker. De coördinerende borstkliniek waarbinnen jaarlijks minstens 350 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in artikel 3 worden gesteld, beschikt over minstens 2 VTE aan de borstkliniek verbonden bedoelde verpleegkundigen. In het bijzonder coördineert de verpleegkundige de uitvoering van het zorgplan vastgesteld tijdens de multidisciplinaire consultatie zoals bedoeld in artikel 17.]2
  Deze verpleegkundige heeft als taak de patiënten te begeleiden en zich ervan te vergewissen dat :
  1° de verpleegkundige zorgen aan patiënten die aan borstkanker lijden, de bijzondere procedures volgen die zijn ingesteld door [1 de coördinerende borstkliniek. [2 In het bijzonder coördineert de verpleegkundige de uitvoering van het zorgplan vastgesteld tijdens de multidisciplinaire consultatie zoals bedoeld in artikel 17.]2]1;
  2° de patiënten die door [1 de coördinerende borstkliniek]1 worden verzorgd, wel degelijk voldoende [2 pertinente en relevante informatie hebben verkregen over de verschillende aspecten van hun verzorging en voldoende psychologische steun hebben verkregen]2.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Afdeling 3. - Psychosociale omkadering.
Art.7.[2 Onverminderd artikel 18 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003, moet de coördinerende borstkliniek minstens beschikken over 0,5 VTE psycholoog die een significante ervaring heeft in de begeleiding van patiënten met borstkanker. Indien de coördinerende borstkliniek in toepassing van artikel 24/1, § 2, een schriftelijk juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband afsluit met een satellietborstkliniek, dan beschikt de coördinerende borstkliniek voor elk bedoeld samenwerkingsverband bijkomend over 0,25 FTE psycholoog met voornoemde ervaring. De coördinerende borstkliniek waarbinnen jaarlijks minstens 350 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in artikel 3 worden gesteld, beschikt over minstens 1 VTE aan de borstkliniek verbonden psycholoog met voornoemde ervaring.]2
  Daarnaast dienen de geneesheren van [1 de coördinerende borstkliniek]1, vrij een beroep te kunnen doen op het psychosociaal supportteam van het zorgprogramma oncologie.
  De psychosociale begeleiding van patiënten dient te worden verzekerd gedurende alle stadia van de ziekte.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.7_VLAAMS_GEWEST.    [2 Onverminderd artikel 18 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003, moet de coördinerende borstkliniek minstens beschikken over 0,5 VTE psycholoog die een significante ervaring heeft in de begeleiding van patiënten met borstkanker. Indien de coördinerende borstkliniek in toepassing van artikel 24/1, § 2, een schriftelijk juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband afsluit met een satellietborstkliniek, dan beschikt de coördinerende borstkliniek voor elk bedoeld samenwerkingsverband bijkomend over 0,25 FTE psycholoog met voornoemde ervaring. De coördinerende borstkliniek waarbinnen jaarlijks minstens 350 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in artikel 3 worden gesteld, beschikt over minstens 1 VTE aan de borstkliniek verbonden psycholoog met voornoemde ervaring.]2  Daarnaast dienen de [3 artsen]3 van [1 de coördinerende borstkliniek]1, vrij een beroep te kunnen doen op het psychosociaal supportteam van het zorgprogramma oncologie.  De psychosociale begeleiding van patiënten dient te worden verzekerd gedurende alle stadia van de ziekte.  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<BVR 2024-11-15/04, art. 58, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Afdeling 4. - Andere omkadering.
Art.8.[1 De coördinerende borstkliniek]1 dient te beschikken over kinesitherapeuten die gespecialiseerd zijn in de preventie van post-operatoire en post-radio-therapeutisch lymphe-oedeem en van stijfheid van de schouder.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art. 8/1. [1 De borstkliniek organiseert een revalidatieprogramma waarbij zowel de fysische, psychische als sociale revalidatie aan bod komen.
   De fysische revalidatie van de patiënt die tevens functionele metingen inhoudt, gebeurt steeds door een fysiotherapeut.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.9.[1 De coördinerende borstkliniek]1 moet een persoon aanstellen voor de coördinatie van de registratie van gegevens van patiënten.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Afdeling 5. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.10. De geneesheren, verpleegkundigen en kinesitherapeuten zoals bedoeld in dit hoofdstuk, zijn beschikbaar voor zowel de opgenomen als de ambulante patiënten.

Art.10_VLAAMS_GEWEST.    De [1 artsen]1, verpleegkundigen en kinesitherapeuten zoals bedoeld in dit hoofdstuk, zijn beschikbaar voor zowel de opgenomen als de ambulante patiënten.
  ----------
  (1)<BVR 2024-11-15/04, art. 59, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Art.11. De omkadering zoals bedoeld in de afdelingen 1 tot 4 kan bestaan uit personen die eveneens deel uitmaken uit van het zorgprogramma oncologie.

Art.12. De personen bedoeld in de afdelingen 1 tot en met 4 dienen binnen het domein van borstkanker voor wat betreft de aspecten ervan die tot hun discipline behoren een specifieke vorming te hebben genoten of een ervaring terzake te hebben en kunnen aantonen dat zij deelnemen aan programma's van permanente vorming in bedoeld domein.

Hoofdstuk 4. - (vroeger Hoofdstuk V) Functionele normen, kwaliteitsnormen voor kwaliteitsopvolging.
Art.13.[1 De coördinerende borstkliniek]1 dient [2 in samenwerking met andere erkende coördinerende borstklinieken]2 vorming te organiseren voor de leden van de omkadering van [1 de coördinerende borstkliniek]1 evenals voor de personen die hiermee zijn verbonden.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.14.§ 1. [1 de coördinerende borstkliniek]1 dient in het multidisciplinair oncologisch handboek, bedoeld in artikel 21, §§ 1, 2 en 3 van voornoemd koninklijk besluit van 21 maart 2003, over een specifiek voorbehouden onderdeel te beschikken, waarin daarenboven minimaal de procedures van opvang en opvolging van de patiënten, de maximumtermijnen tussen de verschillende etappes van de opvolging en behandeling, de procedures inzake communicatie van de diagnose en behandeling aan de patiënten en aan de verwijzende geneesheren, en de modaliteiten inzake verwijzing in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten waaraan [1 de coördinerende borstkliniek]1 deelneemt.
  [2 In bedoeld voorbehouden onderdeel worden tevens de kwaliteitsindicatoren opgenomen die de coördinerende borstkliniek hanteert om de kwaliteit van het zorgproces en het resultaat van de aangeboden zorg te meten.
   De minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, kan minimaal te registeren kwaliteitsindicatoren vaststellen.]2
  § 2. Het in § 1 bedoelde handboek wordt door de artsen, verpleegkundigen en andere vestrekkers van de werkgroep " borstpathologie " bedoeld in artikel 15, opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de multidisciplinaire commissie van het zorgprogramma oncologie waarvan het de bovenbouw vormt.
  [2 § 3. De coördinerende borstkliniek bezorgt een kopij van bedoeld handboek aan de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en aan het college van geneesheren voor oncologie.]2
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.14_VLAAMS_GEWEST.    § 1. [1 de coördinerende borstkliniek]1 dient in het multidisciplinair oncologisch handboek, bedoeld in artikel 21, §§ 1, 2 en 3 van voornoemd koninklijk besluit van 21 maart 2003, over een specifiek voorbehouden onderdeel te beschikken, waarin daarenboven minimaal de procedures van opvang en opvolging van de patiënten, de maximumtermijnen tussen de verschillende etappes van de opvolging en behandeling, de procedures inzake communicatie van de diagnose en behandeling aan de patiënten en aan de verwijzende [3 artsen]3, en de modaliteiten inzake verwijzing in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten waaraan [1 de coördinerende borstkliniek]1 deelneemt.  [2 In bedoeld voorbehouden onderdeel worden tevens de kwaliteitsindicatoren opgenomen die de coördinerende borstkliniek hanteert om de kwaliteit van het zorgproces en het resultaat van de aangeboden zorg te meten.   De minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, kan minimaal te registeren kwaliteitsindicatoren vaststellen.]2  § 2. Het in § 1 bedoelde handboek wordt door de artsen, verpleegkundigen en andere vestrekkers van de werkgroep " borstpathologie " bedoeld in artikel 15, opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan de multidisciplinaire commissie van het zorgprogramma oncologie waarvan het de bovenbouw vormt.  [2 § 3. De coördinerende borstkliniek bezorgt een kopij van bedoeld handboek aan de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en aan het college van geneesheren voor oncologie.]2  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<BVR 2024-11-15/04, art. 60, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Art.15.§ 1. Voor elke [1 coördinerende borstkliniek]1 [2 ...]2 wordt een werkgroep " Borstpathologie " opgericht, die wordt voorgezeten door de coördinator van [1 de coördinerende borstkliniek]1 en samengesteld is uit :
  1° een geneesheer van elk van de door artikel 4, 1° tot 6° bedoelde medische disciplines die deelnemen aan [1 de coördinerende borstkliniek]1;
  2° de coördinerend verpleegkundige zoals bedoeld in artikel 6;
  3° de psycholoog zoals bedoeld in artikel 7;
  4° een kinesitherapeut zoals bedoeld in artikel 8;
  5° de persoon die is aangeduid voor de coördinatie van de registratie van de gegevens zoals bedoeld in artikel 9;
  De werkgroep is belast met :
  1° het helpen van de multidisciplinaire commissie oncologie van het zorgprogramma oncologie van het ziekenhuis bij de uitvoering van de taken die haar worden toevertrouwd zoals beschreven in artikel 27 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003
  2° het verzekeren van de doorverwijzing van de patiënten met borstkanker die een complexe of zeldzame behandeling nodig hebben naar de meest geschikte [2 ...]2 waarnaar het handboek verwijst.
  § 2. [2 ...]2.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.15_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Voor elke [1 coördinerende borstkliniek]1 [2 ...]2 wordt een werkgroep " Borstpathologie " opgericht, die wordt voorgezeten door de coördinator van [1 de coördinerende borstkliniek]1 en samengesteld is uit :  1° een [3 arts]3 van elk van de door artikel 4, 1° tot 6° bedoelde medische disciplines die deelnemen aan [1 de coördinerende borstkliniek]1;  2° de coördinerend verpleegkundige zoals bedoeld in artikel 6;  3° de psycholoog zoals bedoeld in artikel 7;  4° een kinesitherapeut zoals bedoeld in artikel 8;  5° de persoon die is aangeduid voor de coördinatie van de registratie van de gegevens zoals bedoeld in artikel 9;  De werkgroep is belast met :  1° het helpen van de multidisciplinaire commissie oncologie van het zorgprogramma oncologie van het ziekenhuis bij de uitvoering van de taken die haar worden toevertrouwd zoals beschreven in artikel 27 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003  2° het verzekeren van de doorverwijzing van de patiënten met borstkanker die een complexe of zeldzame behandeling nodig hebben naar de meest geschikte [2 ...]2 waarnaar het handboek verwijst.  § 2. [2 ...]2.  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (3)<BVR 2024-11-15/04, art. 61, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Art.16.[1 De coördinerende borstkliniek]1 dient inzake kwaliteitsopvolging te beantwoorden aan dezelfde bepalingen als die van toepassing zijn op het zorgprogramma voor oncologie waarvan het de bovenbouw vormt, met dien verstande dat voor [1 de coördinerende borstkliniek]1 binnen de kankerregistratie bijkomend volgende gegevens moeten worden geregistreerd als aanvulling op de registratie zoals opgelegd door artikel 11 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003 :
  a) de resultaten van de analyses van de hormoonreceptoren
  b) de resultaten van de analyses van het antigen HER2.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art. 16/1. [1 De coördinerende borstkliniek stelt op basis van de in artikel 16 bedoelde registratie vijfjaarlijks een rapport op waarin de effectieve mortaliteit wordt vergeleken met de voorspelde mortaliteit in functie van de kenmerken van de patiënt.
   Het college van geneesheren voor oncologie stelt een model op voor dit rapport. Van zodra het college bedoeld model heeft opgesteld, maakt de coördinerende borstkliniek er gebruik van.
   De coördinerende borstkliniek maakt het in het eerste lid bedoelde vijfjaarlijks rapport over aan de minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.17.§ 1. Wekelijks moet een multidisciplinair overleg plaatsvinden via de multidisciplinaire oncologische consultatie, zoals bedoeld in artikel 23 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003 voor alle patiënten bij wie een nieuwe diagnose werd gesteld, en dit tenminste vóór elke behandeling.
  Minstens één van de geneesheren-specialisten van elkeen van de specialismen bedoeld in [1 artikel 4, 1° tot en met 6°]1, een verpleegkundige en een psycholoog nemen aan dit overleg deel. Wanneer dit nodig blijkt, neemt ook een plastisch chirurg hieraan deel aan het overleg.
  § 2. Voor ieder multidisciplinair overleg zoals bedoeld in artikel 17, § 1, wordt een verslag opgesteld zoals bepaald in artikel 23, § 2 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003.
  Dit verslag preciseert onder meer op gedetailleerde wijze :
  1° [1 het zorgplan met een beschrijving van de behandeling van de patiënt;]1
  2° een beschrijving van de voorgestelde medische opvolging
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.17_VLAAMS_GEWEST.    § 1. Wekelijks moet een multidisciplinair overleg plaatsvinden via de multidisciplinaire oncologische consultatie, zoals bedoeld in artikel 23 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003 voor alle patiënten bij wie een nieuwe diagnose werd gesteld, en dit tenminste vóór elke behandeling.  Minstens één van de [2 artsen-specialisten]2 van elkeen van de specialismen bedoeld in [1 artikel 4, 1° tot en met 6°]1, een verpleegkundige en een psycholoog nemen aan dit overleg deel. Wanneer dit nodig blijkt, neemt ook een plastisch chirurg hieraan deel aan het overleg.  § 2. Voor ieder multidisciplinair overleg zoals bedoeld in artikel 17, § 1, wordt een verslag opgesteld zoals bepaald in artikel 23, § 2 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003.  Dit verslag preciseert onder meer op gedetailleerde wijze :  1° [1 het zorgplan met een beschrijving van de behandeling van de patiënt;]1  2° een beschrijving van de voorgestelde medische opvolging  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<BVR 2024-11-15/04, art. 62, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Art.18.De geneesheer-specialist [1 die de behandeling coördineert]1 deelt de diagnose en het behandelingsplan mee. Een psycholoog en een [1 ...]1 verpleegkundige zijn op elk ogenblik beschikbaar om de geneesheer [1 en de patiënt]1 voor deze mededeling bij te staan.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.18_VLAAMS_GEWEST.    De [2 arts-specialist]2 [1 die de behandeling coördineert]1 deelt de diagnose en het behandelingsplan mee. Een psycholoog en een [1 ...]1 verpleegkundige zijn op elk ogenblik beschikbaar om de [2 arts]2 [1 en de patiënt]1 voor deze mededeling bij te staan.  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<BVR 2024-11-15/04, art. 63, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Hoofdstuk 5. - (vroeger Hoofdstuk VI) Samenwerkingsakkoorden.
Art.19.§ 1. [2 de coördinerende borstkliniek]2 dient een schriftelijk samenwerkingsakkoord te hebben met :
  1° tenminste een mammografie-eenheid die door de bevoegde overheid erkend is;
  2° een centrum voor menselijke erfelijkheid zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 14 december 1987 houdende vaststelling van de normen waaraan de centra voor menselijke erfelijkheid moeten voldoen, met het oog op een genetische consultatie voor de patiënten.
  [2 Tweede lid opgeheven.]2
  § 2. De pluridisciplinaire equipe van [1 de coördinerende borstkliniek]1 waakt over het afsluiten van samenwerkingsverbanden met de patiëntenverenigingen [2 die actief zijn in het domein van borstkanker]2.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Hoofdstuk 6. - (vroeger Hoofdstuk VII) Vereiste infrastructuur en omgevingselementen.
Art.20.§ 1.[1 De coördinerende borstkliniek]1 moet kunnen beschikken over voldoende radiologische en technische apparatuur opdat binnen een termijn van vijf werkdagen een diagnose kan worden gesteld.
  § 2. Voor de toepassing van § 1 moet [1 de coördinerende borstkliniek]1 tenminste over de volgende uitrusting beschikken :
  1° mammografie;
  2° echografie;
  3° technieken van interventionele medische beeldvorming bij de borst;
  Voor de toepassing van § 1 moet de borstkliniek [2 ...]2 toegang hebben tot een nucleaire magnetische resonantie tomograaf.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<KB 2013-12-15/23, art. 25, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.21.[1 De coördinerende borstkliniek kan een beroep doen op een erkende dienst voor radiotherapie ofwel binnen hetzelfde ziekenhuis ofwel via een samenwerkingsovereenkomst met ziekenhuis dat een erkende dienst voor radiotherapie uitbaat. In laatstgenoemd geval worden in de samenwerkingsovereenkomst de nodige afspraken gemaakt in verband met de beschikbaarheid van de dienst voor radiotherapie voor de patiënten van de coördinerende borstkliniek.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 26, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.22.[1 De coördinerende borstkliniek beschikt binnen het ziekenhuis over de nodige uitrusting en infrastructuur zodat binnen de 10 werkdagen na het vaststellen van de diagnose de uitvoering van het zorgplan kan geïnitieerd worden.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.23.
  <Opgeheven bij KB 2013-12-15/23, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.24.[1 De coördinerende borstkliniek organiseert voldoende ambulante raadplegingen zodat:
   1° elke patiënt die zich aanmeldt binnen de vijf dagen wordt gezien tijdens een multidisciplinaire raadpleging waarbij zowel een geneesheer-specialist in de heelkunde, een geneesheer-specialist in de radiotherapie als een geneesheer-specialist in de oncologie beschikbaar zijn;
   2° de mededeling van de diagnose en het behandelingsplan, volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 18, gebeurt binnen de kortst mogelijke termijn na het eerste contact zoals bedoeld in 1° ;
   3° een multidisciplinaire opvolging van de patiënten mogelijk is zowel tijdens de behandeling als erna. Tijdens deze raadplegingen zijn de geneesheer-specialisten bedoeld in 1° beschikbaar evenals een verpleegkundige en een psycholoog;
   4° een opvolging van patiënten met goedaardige borstaandoeningen mogelijk is.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.24_VLAAMS_GEWEST.    [1 De coördinerende borstkliniek organiseert voldoende ambulante raadplegingen zodat:   1° elke patiënt die zich aanmeldt binnen de vijf dagen wordt gezien tijdens een multidisciplinaire raadpleging waarbij zowel een geneesheer-specialist in de heelkunde, een geneesheer-specialist in de radiotherapie als een geneesheer-specialist in de oncologie beschikbaar zijn;   2° de mededeling van de diagnose en het behandelingsplan, volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 18, gebeurt binnen de kortst mogelijke termijn na het eerste contact zoals bedoeld in 1° ;   3° een multidisciplinaire opvolging van de patiënten mogelijk is zowel tijdens de behandeling als erna. Tijdens deze raadplegingen zijn de [2 artsen-specialisten]2 bedoeld in 1° beschikbaar evenals een verpleegkundige en een psycholoog;   4° een opvolging van patiënten met goedaardige borstaandoeningen mogelijk is.]1  ----------
  (1)<KB 2013-12-15/23, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<BVR 2024-11-15/04, art. 64, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Titel 3. - [1 Satellietborstkliniek.]1   ----------   (1)
Art. 24/1. [1 § 1. De satellietborstkliniek is gericht op de diagnose, de multidisciplinaire behandeling, de revalidatie en de opvolging van patiënten met kwaadaardige aandoeningen van de borst(en) overeenkomstig de richtlijnen van het multidisciplinair oncologische handboek zoals bedoeld in artikel 14 dat dient te worden gebruikt binnen de borstkliniek zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt.
   § 2. De satellietborstkliniek kan enkel worden uitgebaat in het kader van een exclusief schriftelijk juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband met een ziekenhuis dat beschikt over een coördinerende borstkliniek.
   § 3. De satellietborstkliniek voldoet aan alle erkenningsnormen zoals bedoeld in titel 2 met uitzondering van de artikelen 3, §§ 1 en 2, 6, tweede lid, en 7, eerste lid, en met dien verstande dat:
   1° de medische coördinatie zoals bedoeld in artikel 5 gebeurt door de geneesheer-specialist die eveneens de medische coördinatie waarneemt in de coördinerende borstkliniek waarmee de satellietborstkliniek een schriftelijk juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft;
   2° ze gebruik maakt van hetzelfde multidisicplinair oncologisch handboek zoals bedoeld in artikel 14, als de coördinerende borstkliniek waarmee ze een schriftelijk juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft;
   3° ze niet zelf beschikt over een werkgroep "Borstpathologie" zoals bedoeld in artikel 15 maar is vertegenwoordigd in de werkgroep "Borstpathologie" van de coördinerende borstkliniek waarmee ze een schriftelijk juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft;
   4° het multidisciplinair overleg zoals bedoeld in artikel 17 gebeurt onder voorzitterschap van de gezamenlijke medische coördinator zoals bedoeld in 1°.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.24/1_VLAAMS_GEWEST.    [1 § 1. De satellietborstkliniek is gericht op de diagnose, de multidisciplinaire behandeling, de revalidatie en de opvolging van patiënten met kwaadaardige aandoeningen van de borst(en) overeenkomstig de richtlijnen van het multidisciplinair oncologische handboek zoals bedoeld in artikel 14 dat dient te worden gebruikt binnen de borstkliniek zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de patiënt.   § 2. De satellietborstkliniek kan enkel worden uitgebaat in het kader van een exclusief schriftelijk juridisch geformaliseerd samenwerkingsverband met een ziekenhuis dat beschikt over een coördinerende borstkliniek.   § 3. De satellietborstkliniek voldoet aan alle erkenningsnormen zoals bedoeld in titel 2 met uitzondering van de artikelen 3, §§ 1 en 2, 6, tweede lid, en 7, eerste lid, en met dien verstande dat:   1° de medische coördinatie zoals bedoeld in artikel 5 gebeurt door de [2 arts-specialist]2 die eveneens de medische coördinatie waarneemt in de coördinerende borstkliniek waarmee de satellietborstkliniek een schriftelijk juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft;   2° ze gebruik maakt van hetzelfde multidisicplinair oncologisch handboek zoals bedoeld in artikel 14, als de coördinerende borstkliniek waarmee ze een schriftelijk juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft;   3° ze niet zelf beschikt over een werkgroep "Borstpathologie" zoals bedoeld in artikel 15 maar is vertegenwoordigd in de werkgroep "Borstpathologie" van de coördinerende borstkliniek waarmee ze een schriftelijk juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst heeft;   4° het multidisciplinair overleg zoals bedoeld in artikel 17 gebeurt onder voorzitterschap van de gezamenlijke medische coördinator zoals bedoeld in 1°.]1  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<BVR 2024-11-15/04, art. 65, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Art. 24/2. [1 Teneinde een erkenning voor een satellietborstkliniek te bekomen moet een bestaande behoefte evenals een ervaring op medisch en heelkundig vlak omstandig worden gemotiveerd.
   Voor de eerste aanvraag tot erkenning dient deze bestaande behoefte aangetoond te worden door jaarlijks tenminste 60 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in artikel 3, § 3, hetzij het jaar voor de aanvraag tot erkenning, hetzij als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de aanvraag tot erkenning.
   Om erkend te blijven dient de satellietborstkliniek aan te tonen dat ze het laatste jaar of als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de verlenging van de erkenning, het in het tweede lid bedoelde aantal nieuwe diagnoses heeft gesteld.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Art.24/2_VLAAMS_GEWEST.    [1 Teneinde een erkenning voor een satellietborstkliniek te bekomen moet een bestaande behoefte evenals een ervaring op medisch en heelkundig vlak omstandig worden gemotiveerd.   Voor de eerste aanvraag tot erkenning dient deze bestaande behoefte aangetoond te worden door jaarlijks tenminste 60 nieuwe diagnoses van borstkanker zoals bedoeld in artikel 3, § 3, [2 ...]2 als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de aanvraag tot erkenning.   Om erkend te blijven dient de satellietborstkliniek aan te tonen dat ze [2 ...]2 als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de verlenging van de erkenning, het in het tweede lid bedoelde aantal nieuwe diagnoses heeft gesteld.]1  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>
  (2)<BVR 2024-11-15/04, art. 66, 013; Inwerkingtreding : 28-12-2024>


Art. 24/3. [1 De verpleegkundige omkadering van de satellietborstkliniek bestaat uit een 0,5 FTE aan de borstkliniek verbonden verpleegkundige die voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 6. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2013-12-15/23, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 02-01-2014>

Titel 4. - [1 Slotbepalingen.]1   ----------   (1)
Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

Art. 26. De Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.