Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

26 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de jaarlijkse retributie op de emissierechten die gratis worden toegekend aan de houders van een exploitanttegoedrekening in het nationaal register voor broeikasgassen.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Jaarlijkse geïndexeerde retributie.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Inning van de retributie.
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Procedure voor het indienen van bezwaren.
Art. 5
HOOFDSTUK V. - Herziening van de retributie.
Art. 6
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  a) " registeradministrateur " : degene die overeenkomstig de vereisten van de richtlijn, de verordening en de beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het protocol van Kyoto, het nationaal register beheert en bijhoudt;
  b) " exploitanttegoedrekening " : elke rekening in het register dat is opgesteld overeenkomstig artikel 15 van de verordening;
  c) " partijtegoedrekening van België " : de partijtegoedrekening die voor België gecreëerd is overeenkomstig artikel 12 van de verordening;
  d) " richtlijn " : Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad, zoals gewijzigd door richtlijn 2004/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 met betrekking tot de projectgebonden mechanismen van het Protocol van Kyoto;
  e) " nationaal toewijzingsplan " : het Belgische nationale plan dat is uitgewerkt overeenkomstig artikel 9 van de richtlijn, dat bestaat uit een federaal toewijzingsplan en gewestelijke toewijzingsplannen, en waarin de totale hoeveelheid emissierechten gepreciseerd wordt die de bevoegde autoriteiten van plan zijn toe te wijzen voor een verbintenisperiode, en de wijze waarop ze van plan zijn ze toe te wijzen;
  f) " emissierecht " : het recht om gedurende de periode 2005-2007, de periode 2008-2012 en de daaropvolgende periodes van vijf jaar een ton kooldioxide-equivalent uit te stoten, geldig enkel en alleen ter naleving van de vereisten van de richtlijn;
  g) " verordening " : Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig de Richtlijn en de Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad.

HOOFDSTUK II. - Jaarlijkse geïndexeerde retributie.
Art.2. De retributie vastgesteld door artikel 239 lid 2 van de programmawet van 27 december 2004 is verschuldigd vanaf 2007 en elk daarop volgend kalenderjaar. Deze retributie legt de bijdrage vast van elke titularis van een exploitanttegoedrekening aan de personeels- en expertisekosten en kosten voor juridisch en financieel advies, aan de promotiekosten evenals aan de diverse kosten die, voor de federale overheid, voortvloeien uit de aankoop van emissierechten via flexibiliteitsmechanismen onder het Protocol van Kyoto of de deelname aan koolstoffondsen.

Art.3. § 1. Het basisbedrag van de retributie, per kalenderjaar, bedraagt 0,1 euro per emissierecht. De retributie is gekoppeld aan de schommelingen van de index en wordt berekend aan de hand van de volgende formule :  Basisbedrag x nieuwe index  --------------------------         Basisindex
§ 2. De nieuwe index is de index van de consumptieprijzen van de maand januari van het jaar waarin de registeradministrateur de emissierechten gratis aan de exploitanten toekent.
  De basisindex is de index van de consumptieprijzen van januari 2007.
  § 3. De registeradministrateur berekent het bedrag van de retributie verschuldigd door de exploitant op basis van het aandeel van het totaalaantal emissierechten die hem gratis worden toegewezen op basis van het nationale toewijzingsplan, dat hem voor dat jaar wordt verleend.

HOOFDSTUK III. - Inning van de retributie.
Art.4. § 1. De retributie wordt geïnd door de registeradministrateur overeenkomstig de volgende regels :
  § 2. Ten laatste drie maanden na de verlening van de emissierechten aan de exploitant stuurt de registeradministrateur een retributieattest per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de houder van de tegoedrekening van deze exploitant. Dit attest legt het door hem verschuldigde bedrag vast.
  § 3. In afwijking van § 2 wordt het attest met betrekking tot de afgeleverde emissierechten ten laatste op 1 juli 2007 verzonden, of ten laatste 2 maanden volgend op de publicatie van dit besluit, indien deze na 1 mei 2007 plaats vindt.
  § 4. De retributie dient door de exploitant gestort te worden binnen de veertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum waarop het attest verzonden is, waarbij de postdatum als bewijs geldt.
  § 5. Wanneer de retributie niet gestort is binnen de termijn bedoeld in § 3, stuurt de registeradministrateur, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, een herinnering naar de exploitant. Deze herinnering bepaalt dat de exploitant nog een termijn van dertig kalenderdagen de tijd heeft, te rekenen vanaf de datum van verzending, om de retributie te storten.
  § 6. Indien het verschuldigde bedrag niet betaald is binnen de termijn bedoeld in § 5 stuurt de registeradministrateur de exploitant, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, een aanmaning om het basisbedrag van de retributie te betalen, verhoogd met 1000 euro geïndexeerd om de administratieve kosten te dekken en verhoogd met de nalatigheidsinteresten.
  § 7. De administratieve kosten worden geïndexeerd volgens de formule bedoeld in artikel 3, § 1 van dit artikel, waarbij de index van de consumptieprijzen van januari 2007 als basisindex geldt.
  § 8. De registeradministrateur kan de administratie van het kadaster, registratie en domeinen belasten met het innen van de schuldvorderingen waarvan de betaling is uitgebleven.

HOOFDSTUK IV. - Procedure voor het indienen van bezwaren.
Art.5. § 1. De exploitant die de retributie wenst te betwisten moet een bezwaar indienen bij de registeradministrateur binnen de veertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van verzending van het attest, waarbij de postdatum als bewijs geldt. Dit bezwaar heeft geen opschortend effect op de betaling van de retributie.
  § 2. Het bezwaar moet gemotiveerd worden en mag enkel gebaseerd zijn op :
  - een materiële fout op het attest en/of
  - het bewijs dat de emissierechten die als basis dienden voor de berekening van de retributie niet gratis toegewezen zijn volgens het nationale toewijzingsplan.
  § 3 Het bezwaar wordt behandeld door de registeradministrateur, die zijn beslissing aan de exploitant notificeert in de 45 kalenderdagen volgend de datum van receptie van het bezwaar.
  § 4. De administratieve beroep beschreven in dit artikel beperkt de gerechtelijk beroep niet.

HOOFDSTUK V. - Herziening van de retributie.
Art.6. § 1. De registeradministrateur kan te allen tijde het initiatief nemen om het attest van de retributie te verifiëren, met name naar aanleiding van een fout of naar aanleiding van verbeteringen die aan het nationale toewijzingsplan werden aangebracht op grond van artikels 38 en 44 van de verordening.
  § 2. Binnen de kortst mogelijke termijn wordt het geverifieerde attest, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, opgestuurd naar de houder van de exploitanttegoedrekening in kwestie.
  § 3. De bepalingen van hoofdstuk IV in verband met de procedures voor het indienen van bezwaren zijn eveneens van toepassing in geval van herziening van de retributie.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 7. Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Leefmilieu zijn, ieder wat hem/haar betreft, belast met de utvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, op 26 april 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Leefmilieu,
  B. TOBBACK.