25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-05-2007 en tekstbijwerking tot 12-09-2012)
Art. 1-9
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " de wet " : de programmawet (I) van 27 december 2006;
2° " de WAP " : de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
3° " het KB WAP " : het koninklijk besluit van 14 november 2003 houdende uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;
4° " de WAPZ " : Titel II, Hoofdstuk 1, Afdeling 4 van de programmawet (I) van 24 december 2002;
5° " het KB WAPZ " : het koninklijk besluit van 12 januari 2007 betreffende de aanvullende pensioenovereenkomsten voor zelfstandigen;
6° " het KB WIB92 " : het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992;
7° " de Kruispuntbankwet " : de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.
Art.2. Overeenkomstig artikel 306, § 1, derde lid, van de wet worden gegevens meegedeeld, voorzover zij betrekking hebben op aanvullende pensioenen opgebouwd op grond van pensioenregelingen van één van de volgende categorieën :
1° een pensioentoezegging bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, van de WAP;
2° een individuele pensioentoezegging, bedoeld in artikel 3, § 1, 4°, van de WAP;
3° een pensioenregeling gesloten in toepassing van artikel 32, § 1, 2°, van de WAP;
4° een onthaalstructuur zoals bedoeld artikel 32, § 2, van de WAP;
5° een pensioenregeling gesloten in toepassing van artikel 33 van de WAP;
6° een pensioenovereenkomst zoals bedoeld in artikel 42, 7°, van de WAPZ;
7° een aanvullende pensioenregeling voor zelfstandigen, andere dan deze bedoeld in 6°;
8° een pensioenregeling in het kader van artikel 54 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994;
9° een aanvullende pensioenregeling in het voordeel van contractuele of statutaire personeelsleden in overheidsdienst, met uitsluiting van de aanvullende voordelen zoals bedoeld in de wet van 4 maart 2004 houdende toekenning van aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden aangesteld om een management- of staffunctie uit te oefenen in een overheidsdienst;
10° een solidariteitstoezegging zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 17°, van de WAP;
11° een solidariteitsstelsel zoals bedoeld in artikel 42, 9°, van de WAPZ.
Art.3. De te verstrekken gegevens betreffen minstens :
1° de identificatiegegevens en kenmerken van de :
- werkgever;
- technische bedrijfseenheid;
- inrichter;
- aangeslotene;
- pensioeninstelling;
- solidariteitsinstelling;
2° de identificatie en de basiskenmerken van de betrokken pensioenregeling;
3° de vermelding of de pensioenregeling werd gewijzigd of het beheer ervan werd overgedragen naar een andere pensioeninstelling en, in voorkomend geval, de datum waarop dit gebeurde;
4° de loopbaangegevens van de aangeslotene, waaronder onder meer het sociaal statuut, de aard en duur van de beroepsbezigheid, de periodes van inactiviteit en de bezoldiging of bedrijfsinkomsten;
5° voor iedere aangeslotene en per pensioenregeling, onder meer :
- de aansluitingsstatus;
- de tijdvakken van aansluiting;
- in voorkomend geval, de rechten met betrekking tot jaren van beroepswerkzaamheid die niet werden gepresteerd bij de onderneming die het pensioen toezegt, zoals bedoeld in artikel 35, § 3, KB/WIB 92
- de rechtgevende dienstjaren in het kader van de pensioenregeling;
- in voorkomend geval, de overgedragen, opgenomen of uitgekeerde bedragen;
- in voorkomend geval, het bedrag van de opgebouwde reserves of provisies;
- in voorkomend geval, het bedrag van de verworven reserves met vermelding van het bedrag dat overeenstemt met de waarborg bedoeld in artikel 47 van de WAPZ;
- in voorkomend geval, het bedrag van de verworven reserves met in voorkomend geval de vermelding van het bedrag dat overeenstemt met de waarborgen bedoeld in artikel 24 van de WAP;
- in voorkomend geval, het bedrag van de verworven prestatie en de datum waarop deze opeisbaar is;
- in voorkomend geval, de winstdeelname;
- de variabele elementen waarmee bij de berekening van de opgebouwde reserves of provisies, verworven reserves en verworven prestaties rekening wordt gehouden;
- in voorkomend geval, de verdeling van het premiebudget zoals bedoeld in artikel 4-2 van het KB WAP
6° de bijdragen betaald door de inrichter en de persoonlijke bijdragen, per pensioenregeling en indien mogelijk per aangeslotene.
Art.4. De identificatie van de pensioenregeling zoals bedoeld in artikel 3, 2° gebeurt aan de hand van een unieke code.
Art.5.Op voorstel van het Algemeen Coördinatiecomité bedoeld in artikel 32 van de Kruispuntbankwet of op voorstel van een in zijn schoot door hem opgerichte werkgroep beslist het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid over de nadere uitwerking van dit besluit, waaronder het vaststellen van :
- de unieke code voor de identificatie van de pensioenregeling zoals bedoeld in artikel 4;
- de precieze inhoud van de met toepassing van artikel 3 mee te delen gegevens;
- per gegeven de datum vanaf wanneer het dient te worden meegedeeld;
- de wijze waarop de gegevens meegedeeld met toepassing van artikel 3 verder worden verwerkt;
- de frequentie en de drager van de gegevensmededeling;
- de procedure voor de mededeling van wijzigingen van gegevens [2 ...]2.
Bij de bespreking van deze punten, hetzij in het Algemeen Coördinatiecomité, hetzij in de in zijn schoot opgerichte werkgroep, worden minstens vertegenwoordigers van de vereniging zonder winstoogmerk SIGeDIS, vertegenwoordigers van de [1 FSMA]1, vertegenwoordigers van de FOD Financiën en vertegenwoordigers van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid uitgenodigd. Naargelang het onderwerp worden ook vertegenwoordigers van pensioeninstellingen betrokken.
----------
(1)<KB 2011-03-03/01, art. 331, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2011>
(2)<KB 2012-09-07/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 22-09-2012>
Art.6.§ 1. [1 De verantwoordelijken voor de mededeling van één of meerdere van de in artikel 3 bedoelde gegevens worden aangeduid overeenkomstig de in artikel 5 bedoelde procedure.]1
Wat de overige pensioenregelingen betreft, wordt de mededeling van de gegevens bedoeld in artikel 3 verricht door de pensioeninstelling of de solidariteitsinstelling.
§ 2. In afwijking van § 1 worden de gegevens bedoeld in artikel 3 die beschikbaar zijn in het netwerk bedoeld in artikel 2, eerste lid, 9°, van de Kruispuntbankwet, andere dan de gegevens bedoeld in § 3, meegedeeld met tussenkomst van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid na machtiging van de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid.
§ 3. In afwijking van § 1 worden de gegevens bedoeld in artikel 3 die beschikbaar zijn met toepassing van artikel 9bis van de Kruispuntbankwet, na machtiging van de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, ter beschikking gesteld voor de doeleinden bedoeld in artikel 306, § 2, van de wet.
----------
(1)<KB 2012-09-07/01, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 22-09-2012>
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2012-09-07/01, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 22-09-2012>
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
B. TOBBACK.