Details





Titel:

20 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-03-2007 en tekstbijwerking tot 10-11-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

Artikel 1.De volgende categorieën van gedetacheerde werknemers worden uit het toepassingsgebied van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 gesloten :
  1° De werknemers tewerkgesteld in de sector van het internationaal vervoer van personen of goederen, tenzij deze werknemers cabotageactiviteiten op het Belgisch grondgebied verrichten [1 in een andere sector dan het wegvervoer]1;
  2° De werknemers die naar België worden gedetacheerd voor de initiële assemblage en/of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van een overeenkomst voor de levering van goederen en die noodzakelijk is voor het in werking stellen van het geleverde goed en die uitgevoerd wordt door gekwalificeerde en/of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, wanneer de duur van de bedoelde werken niet meer dan acht dagen bedraagt. Deze afwijking geldt evenwel niet voor activiteiten in de bouwsector, zoals hierna gedefinieerd;
  3° De werknemers die als gespecialiseerde technici tewerkgesteld worden door een in het buitenland gevestigde werkgever en naar België komen om dringende onderhoudswerken of dringende reparatiewerken uit te voeren aan machines of apparatuur die door hun werkgever geleverd werden aan de in België gevestigde onderneming in dewelke de reparaties of het onderhoud plaatsvinden, mits hun verblijf nodig voor de activiteiten, niet meer dan 5 dagen per kalendermaand bedraagt;
  4° De werknemers die naar België komen voor het bijwonen van wetenschappelijke congressen (...); <KB 2007-08-31/34, art. 1, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2007>
  5° De werknemers die naar België komen voor het bijwonen van vergaderingen in beperkte kring, (mits hun aanwezigheid op deze vergaderingen maximum 60 dagen per kalenderjaar niet overschrijdt, met een maximum van 20 opeenvolgende kalenderdagen per vergadering); <KB 2007-08-31/34, art. 1, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2007>
  6° De werknemers die door een overheidsdienst worden tewerkgesteld;
  7° De werknemers die tewerkgesteld worden door een internationale instelling van publiek recht in België gevestigd en waarvan het statuut geregeld wordt door een in werking getreden verdrag;
  8° De leden van een diplomatieke of consulaire zending;
  9° De werknemers die in het buitenland verblijven, er tewerkgesteld worden door een in het buitenland gevestigde werkgever en die naar België komen om aan internationale sportwedstrijden deel te nemen evenals de scheidsrechters, begeleiders, officiële vertegenwoordigers, personeelsleden en alle andere personen geaccrediteerd en/of erkend door internationale of nationale sportfederaties, voorzover hun verblijf in het land, nodig voor deze activiteiten, de duur van de sportproef en hoogstens 3 maanden per kalenderjaar niet overschrijdt;
  10° De artiesten met internationale faam evenals de begeleiders waarvan de aanwezigheid vereist is voor het schouwspel op voorwaarde dat hun verblijf in België, nodig voor deze activiteiten, niet meer dan 21 dagen per kwartaal bedraagt;
  11° De vorsers en de leden van een wetenschappelijk team die in het buitenland verblijven en door een universiteit of een wetenschappelijke instelling gevestigd in het buitenland worden tewerkgesteld, die in België aan een wetenschappelijk programma in een onthaaluniversiteit of een wetenschappelijke instelling deelnemen, op voorwaarde dat hun verblijf, nodig voor deze activiteiten, niet meer dan 3 maanden per kalenderjaar bedraagt.
  ----------
  (1)<KB 2022-07-30/07, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 02-02-2022>

Art.2.De volgende categorieën van gedetacheerde zelfstandigen worden uit het toepassingsgebied van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 gesloten :
  1° de naar België gedetacheerde zelfstandige, voor de initiële assemblage en/of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van een overeenkomst voor de levering van goederen en die noodzakelijk is voor het in werking stellen van het geleverde goed en die uitgevoerd wordt door de zelfstandige die het goed levert, wanneer de duur van de bedoelde werken niet meer dan acht dagen bedraagt. Deze afwijking geldt evenwel niet voor activiteiten in de bouwsector, zoals hierna gedefinieerd;
  2° de naar België gedetacheerde zelfstandige om dringende onderhoudswerken of dringende reparatiewerken uit te voeren aan machines of apparatuur die door hem geleverd werden aan de in België gevestigde onderneming in dewelke de reparaties of het onderhoud plaatsvinden, mits zijn verblijf nodig voor de activiteiten, niet meer dan 5 dagen per kalendermaand bedraagt;
  3° de zelfstandigen die geen hoofdverblijfplaats in België hebben en er conferenties geven, of hieraan deelnemen (...); <KB 2007-08-31/34, art. 2, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2007>
  4° de zelfstandigen die geen hoofdverblijfplaats in België hebben en er aan vergaderingen in beperkte kring deelnemen, (mits hun aanwezigheid op deze vergaderingen maximum 60 dagen per kalenderjaar niet overschrijdt, met een maximum van 20 opeenvolgende kalenderdagen per vergadering); <KB 2007-08-31/34, art. 2, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2007>
  5° [1 ...]1
  6° [1 ...]1
  7° [1 ...]1
  8° de zakenlui die zich naar België begeven voorzover de duur van het verblijf, nodig voor hun activiteiten, geen 5 dagen per kalendermaand overschrijdt;
  9° de bestuurders en de mandatarissen van vennootschappen die zich naar België begeven om deel te nemen aan raden van bestuur en algemene vergaderingen van vennootschappen, voor zover de duur van het verblijf, nodig voor deze activiteiten, geen 5 dagen per kalendermaand overschrijdt.
  ----------
  (1)<KB 2018-12-21/16, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.3.[1 De risicosectoren als bedoeld in artikel 137, 6° van de programmawet (I) van 27 december 2006, zijn:
   1° bouwactiviteiten: de werkzaamheden vermeld in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, voor zover deze activiteit ook binnen het toepassingsgebied van één van de volgende bepalingen valt:
   a) artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 mei 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
   b) artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan;
   c) artikel 1, § 1, 1), van het koninklijk besluit van 5 juli 1978 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van sommige paritaire comités en tot vaststelling van het aantal leden ervan;
   d) artikel 1, 1), van het koninklijk besluit van 13 maart 1985 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor de sectors die aan de metaal-, machine-en elektrische bouw verwant zijn en tot vaststelling van het aantal leden ervan.
   2° de activiteiten in de vleessector: de werken of diensten uitgevoerd in een slachthuis, uitsnijderij of een bedrijf voor vleesbereidingen en/of bereidingen van vleesproducten en die te dien einde een erkenning moeten bekomen van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen, en die betrekking hebben op:
   a) Wat de uitsnijderijen betreft:
   a.1) Ontvangst grondstoffen, hulpgrondstoffen en verpakkingsmateriaal;
   a.2) Primaire opslag;
   a.3) Productie;
   a.4) Finale opslag;
   a.5) Verpakken en etiketteren van het eindproduct;
   a.6) Opslag (gekoeld)en distributie (logistiek).
   b) Wat de vleesbereidingen en vleesproducten betreft:
   b.1) Ontvangst grondstoffen, hulpgrondstoffen en verpakkingsmateriaal;
   b.2) Primaire opslag;
   b.3) Grondstofvoorbereiding;
   b.4) Productie van (verse) vleesbereidingen;
   b.5) Productie van vleesproducten;
   b.6) Finale opslag;
   b.7) Verpakken en etiketteren van het eindproduct;
   b.8) Opslag(gekoeld) en distributie(logistiek).
   c) Wat het slachten van hoefdieren, gevogelte en konijnen betreft:
   c.1) Ontvangst levende dieren, slachtingsaangifte, lossen en ante mortem-keuring;
   c.2) Primaire opslag, wassen en ontsmetting van veewagens en kisten;
   c.3) Slachtproces (onreine deel);
   c.4) Afwerking van het slachtproces (reine deel);
   c.5) Enkel bij gevogelte of konijnen, verpakken en etiketteren van het eindproduct;
   c.6) Opslag (gekoeld) en distributie (logistiek);
   De activiteiten zoals in 2° vermeld onder a) tot en met c) worden niet beoogd indien deze activiteiten worden uitgevoerd in een inrichting die een erkenning 1.1.3 (Slachting op landbouwbedrijven) moet verkrijgen, zoals voorzien in bijlage 2 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen.
   3° schoonmaakactiviteiten: de werken of diensten vermeld in artikel 1, § 1, vijfde lid van het koninklijk besluit van 9 februari 1971 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en bevoegdheid.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-12-21/16, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.4.§ 1. [3 Voor de gedetacheerde werknemers bevat de melding bedoeld in artikel 140 van voornoemde wet van 27 december 2006 de volgende categorieën gegevens :
   1° Identificatiegegevens van de werknemer, waaronder het nationaal identificatienummer in het land van oorsprong, indien dit bestaat. Indien de werknemer beschikt over een identificatienummer van het Rijksregister of het nummer van de Kruispuntbank bedoeld in artikel 8 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, volstaat dit nummer;
   2° De identificatiegegevens betreffende de werkgever en zijn lasthebber indien deze laatste de melding van detachering doet. In het geval dat de werkgever en zijn lasthebber reeds beschikken over een ondernemingsnummer of een identificatienummer bij de sociale zekerheid, ingeval het gaat om een natuurlijke persoon die niet de hoedanigheid heeft van een onderneming in de zin van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, volstaat dit nummer;
   3° De identificatiegegevens van de Belgische gebruiker. In het geval dat deze reeds beschikt over een ondernemingsnummer of identificatienummer bij de sociale zekerheid, indien het gaat om een natuurlijke persoon die niet de hoedanigheid heeft van onderneming in de zin van de voornoemde wet van 16 januari 2003, volstaat dit nummer;
   4° De voorziene begin- en einddatum van de detachering in België;
   5° De aard van de diensten verricht in het kader van de detachering in België;
   6° Ingeval van uitzendarbeid, het erkenningsnummer van het buitenlands uitzendbureau, wanneer deze erkenning voorgeschreven is;
   7° Wanneer de arbeid betrekking heeft op ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf nr. 124, de vermelding of de arbeider, voor de periode van de tewerkstelling in België, in toepassing van de regelingen waaraan zijn werkgever in het land van vestiging is onderworpen, al dan niet voordelen geniet die vergelijkbaar zijn met de voordelen bedoeld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2013 gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, geregistreerd onder het nummer 11735/CO/124 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 april 2014;
   8° De plaats waar, in België, de arbeidsprestaties worden geleverd;
   9° Het werkrooster;
   10° De identificatiegegevens en de contactgegevens van de verbindingspersoon [4 bedoeld in artikel 7/2, § 1, eerste lid,]4 van de wet van 5 maart 2002 betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan, waaronder :
   - zijn naam, voornamen en geboortedatum. In het geval dat de verbindingspersoon beschikt over een Belgisch identificatienummer bij de sociale zekerheid, volstaat dit nummer;
   - de hoedanigheid waarin deze verbindingspersoon optreedt;
   - zijn fysieke en elektronische adressen alsook een telefoonnummer waarop hij kan worden gecontacteerd.]3
  § 2. [1 Voor de gedetacheerde zelfstandigen bevat de melding bedoeld in artikel 154 van voornoemde programmawet van 27 december 2006 de volgende gegevens :
   1° Identificatiegegevens van de zelfstandige, waaronder zijn nationaal identificatienummer of btw-nummer in het land van oorsprong, indien dit bestaat. In het geval dat deze reeds beschikt over een ondernemingsnummer of identificatienummer bij de sociale zekerheid indien het gaat om een natuurlijke persoon die niet de hoedanigheid heeft van onderneming in de zin van de voornoemde wet van 16 januari 2003, volstaat dit nummer;
   2° Identificatiegegevens betreffende de Belgische gebruiker. In het geval dat deze reeds beschikt over een ondernemingsnummer of identificatienummer bij de sociale zekerheid, indien het gaat om een natuurlijke persoon die niet de hoedanigheid heeft van onderneming in de zin van de voormelde wet van 16 januari 2003, volstaat dit nummer;
   3° De voorziene begin- en einddatum van de detachering in België;
   4° De plaats waar in België de arbeidsprestaties worden geleverd;
   5° De vermelding of de zelfstandige in het kader van de detachering al dan niet activiteiten verricht in de bouwsector.]1
  § 3. [2 ....]2.
  § 4. [2 ....]2.
  ----------
  (1)<KB 2013-03-19/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
  (2)<KB 2013-12-20/13, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
  (3)<KB 2017-09-14/03, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-10-2017>
  (4)<KB 2022-10-02/01, art. 5, 009; Inwerkingtreding : 10-11-2022>

Art.5.[1 Voor gedetacheerde werknemers of gedetacheerde zelfstandigen die regelmatig werkzaamheden uitoefenen op het grondgebied van België en één of meerdere andere landen kan de melding zoals voorzien in artikel 4 gedaan worden voor een periode van maximaal 12 maanden en kan deze telkens na afloop van deze periode verlengd worden voor een volgende periode van maximaal 12 maanden.
   De bepalingen van dit artikel gelden evenwel niet voor activiteiten in de bouwsector of in de sector van de uitzendarbeid.
   In de zin van dit besluit wordt verstaan onder regelmatig werkzaamheden uitoefenen op het grondgebied van België en één of meerdere andere landen : een activiteit die structureel in verschillende landen wordt uitgeoefend waarvan een substantieel deel in België, waardoor de betrokken persoon frequent korte periodes in België voor beroepsredenen aanwezig is.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-03-19/01, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2013>

Art.6.[1 Indien de detachering niet plaatsvindt in de gemelde periode, moet de aangever zijn melding annuleren]1
  ----------
  (1)<KB 2013-03-19/01, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2013>

Art.7.De melding bedoeld in artikelen 141 en 155 van voornoemde programmawet van 27 december 2006 bevat de volgende gegevens :
  1° Identificatiegegevens van de aangever. In het geval dat deze reeds beschikt over een ondernemingsnummer of identificatienummer bij de sociale zekerheid, indien het gaat om een natuurlijke persoon die niet de hoedanigheid heeft van onderneming in de zin van de voormelde wet van 16 januari 2003, volstaat dit nummer.
  2° Identificatiegegevens met betrekking tot de gedetacheerde werknemer of zelfstandige [1 ...]1. In het geval dat deze reeds beschikt over een identificatienummer van het Rijksregister of Identificatienummer van de Kruispuntbank bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet van 15 januari 1990, volstaat dit nummer.
  3° Identificatiegegevens met betrekking tot de werkgever van de gedetacheerde werknemer [1 ...]. [1 In het geval dat deze reeds beschikt]1 over een ondernemingsnummer of identificatienummer bij de sociale zekerheid, indien het gaat om een natuurlijke persoon die niet de hoedanigheid heeft van onderneming in de zin van de voormelde wet van 16 januari 2003, volstaat dit nummer.
  ----------
  (1)<KB 2013-12-20/13, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2013>

Art.8. Zijn vrijgesteld van de verplichting opgelegd door artikelen 141 en 155 van voornoemde programmawet van 27 december 2006 om via elektronische weg aan de bevoegde instelling de hierbij bedoelde werknemers of zelfstandigen te melden :
  - elke natuurlijke persoon, indien de tewerkstelling van de gedetacheerde werknemers of zelfstandigen bedoeld in artikel 141 of 155 van voornoemde programmawet van 27 december 2006 voor strikt private doeleinden geschiedt.

Art.9.Worden, onverminderd de plichten van de officieren van gerechtelijke politie, aangewezen als ambtenaren en beambten belast met het toezicht op de uitvoering van Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 :
  1° [2 ...]2
  2° de [1 ...]1 inspecteurs van de Algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
  3° de sociale [1 ...]1 inspecteurs van de Algemene directie Inspectie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
  4° de [1 sociale inspecteurs]1 van de Algemene directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
  5° de [1 sociale inspecteurs]1 van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, aangewezen overeenkomstig artikel 22 van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie;
  6° de [1 sociale inspecteurs]1 van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.
  Als een van deze aangewezen ambtenaren feiten vaststelt die onder de bevoegdheid vallen van een andere dienst belast met het toezicht op de huidige wet, dan maakt deze ambtenaar onmiddellijk aan de bevoegde controledienst de elementen over die nodig zijn voor de vaststelling van de inbreuk.
  ----------
  (1)<KB 2013-03-19/01, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2013>
  (2)<KB 2017-06-22/02, art. 23, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2017>

Art.10. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder activiteiten in de bouwsector : alle activiteiten in de bouwsector die betrekking hebben op van nature onroerende goederen of op onroerende goederen door incorporatie en die de verwezenlijking, het herstel, het onderhoud, de wijziging of de vernietiging van bouwwerken beogen, en met name de volgende werkzaamheden :
  1° uitgravingswerk;
  2° grondwerk;
  3° opbouw;
  4° montage en demontage van geprefabriceerde elementen;
  5° inrichting of uitrusting;
  6° verbouwing;
  7° renovatie;
  8° herstelling;
  9° ontmanteling;
  10° afbraak;
  11° onderhoud;
  12° onderhoud - schilder- en schoonmaakwerken;
  13° sanering.

Art.11. De mededeling door andere instanties van gegevens die in de gegevensbank bedoeld in artikel 163, eerste lid, van voornoemde programmawet van 27 december 2006, moeten worden opgenomen, geschiedt via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2007.

Art. 13. Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Werk en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.