5 MAART 2007. - Koninklijk besluit houdende oprichting van de Hoge Gezondheidsraad(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-03-2007 en tekstbijwerking tot 01-09-2023)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De opdracht van de Hoge Gezondheidsraad.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - De organen en functies van de Raad.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - [1 De experts, het College, de Leden en de Commissie voor Deontologie]1
Art. 6-7, 7/1
HOOFDSTUK V. - De werking van de Raad.
Art. 8-10
HOOFDSTUK VI. - [1 De Voorzitter en de Ondervoorzitters van de Raad en de coördinerende experten van de verschillende activiteitendomeinen en hun vervangers]1
Art. 11, 11/1
HOOFDSTUK VII. - Het Secretariaat, de Coördinator, de Wetenschappelijke Coördinator en de Administratieve Secretaris.
Art. 12-14
HOOFDSTUK VIII. - Het Bureau.
Art. 15
HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen.
Art. 16-19
HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 20-22
2007022843 2007A22843 2014024128 2023044599 2023044601 2023044603
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.Voor toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Raad : de Hoge Gezondheidsraad;
2° Expert : één van de [1 driehonderd]1 experts die door de Minister worden benoemd, zoals bedoeld onder artikel 6;
[1 2° /1 Uitgenodigd expert : een expert die niet tot de benoemde experts behoort en door de Raad wordt uitgenodigd om aan zijn werkzaamheden deel te nemen;]1
3° Lid : één van de [1 dertig]1 leden van het College, zoals bedoeld onder artikel 7;
4° Minister : de federale minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;
5° [1 Verslaggever : persoon die binnen een werkgroep wordt aangesteld voor het schrijven van een verslag;]1
6° Secretariaat : het administratief en wetenschappelijk Secretariaat van de Raad zoals bedoeld onder artikel 12;
[1 7° Commissie voor Deontologie : de commissie belast met het adviseren van de Raad inzake belangen en belangenconflicten, zoals bedoeld onder artikel 7/1;
8° Werkgroep : tijdelijke groepering van experten rond een bepaald onderwerp met als doel daarrond een advies op te stellen;
9° Activiteitendomein : indeling van de activiteiten van de Raad in groepen in het belang van de praktische organisatie van de werkzaamheden.]1
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
HOOFDSTUK II. - De opdracht van de Hoge Gezondheidsraad.
Art.2. Er wordt een Hoge Gezondheidsraad opgericht bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art.3. Rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap heeft de Raad tot opdracht om, op vraag of op eigen initiatief, onafhankelijke adviezen, aanbevelingen of rapporten te verstrekken inzake volksgezondheid met als doel het beleid ter zake te ondersteunen.
Art.4. In het kader van de uitoefening van zijn opdracht, werkt de Raad samen met nationale en internationale instanties bevoegd in dezelfde of aanverwante domeinen.
HOOFDSTUK III. - De organen en functies van de Raad.
Art.5.De Raad is samengesteld uit :
1° experts, zoals bepaald in artikel 6;
2° een College, zoals bepaald in artikel 7;
3° een voorzitter en twee ondervoorzitters, zoals bepaald in artikel 11.
De Raad wordt bijgestaan door een [1 Commissie voor Deontologie, zoals bepaald in artikel 7/1 en een]1 Secretariaat, zoals bepaald in artikel 12.
[1 ...]1
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
HOOFDSTUK IV. - [1 De experts, het College, de Leden en de Commissie voor Deontologie]1
----------
(1)
Art.6.§ 1. Op voordracht van de Raad [1 ...]1 benoemt de Minister maximum [1 driehonderd]1 experts [1 bij voorkeur]1 binnen de personen die een band hebben met de universitaire, wetenschappelijke of ermee gelijkgestelde instellingen omwille van hun bijzondere bekwaamheden in verband met de opdracht van de Raad. Zij worden benoemd tot expert van de Hoge Gezondheidsraad.
Daartoe verricht het College een oproep tot kandidaten die over een bijzondere kennis en ervaring beschikken in één of meerdere vakdomeinen die met de volksgezondheid verband houden. [1 ...]1
Uit de ingediende kandidaturen weerhoudt het College, door stemming, een selectie van maximum [1 driehonderd]1 experts, gebaseerd op deskundigheid, spreiding over de verschillende domeinen inzake volksgezondheid, integriteit en gekende beschikbaarheid en inzet. [1 De kandidaten mogen de leeftijd van zeventig jaar niet bereikt hebben op datum van het van kracht worden van hun benoeming. Deze leeftijdsgrens geldt niet voor de experts die op dat ogenblik lid zijn van het College.]1
Daarbij houdt het College terdege rekening met een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de kandidaten op het vlak van taalrol, geslacht en verdeling over de diverse universitaire en wetenschappelijke instellingen.
§ 2. Hun mandaat duurt zes jaar en is hernieuwbaar. Het loopt ten einde wanneer de expert de leeftijd van [1 vijfenzeventig]1 jaar bereikt.
Wanneer een expert, om welke reden dan ook, zijn mandaat niet kan beëindigen, kan hij worden vervangen voor de duur die het mandaat nog loopt. De expert die hem vervangt wordt benoemd onder dezelfde voorwaarden als de expert die hij vervangt.
[1 Wanneer na de oproep en benoeming van de groep experten de Raad het nodig en nuttig acht om nog bijkomende experten te benoemen, dan loopt het mandaat van deze laatsten tot dezelfde datum als dat van de reeds benoemde experten.]1
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
Art.7.§ 1. Het College bestaat uit [2 dertig]2 leden, door Ons benoemd op voordracht van de Minister, onder de experts bedoeld in artikel 6, na voorstel door de Raad [1 ...]1.
Daartoe verricht het College een oproep tot kandidaten tussen de door de Minister benoemde experts.
Uit de ingediende kandidaturen weerhoudt het College, door stemming, een selectie van [2 dertig]2 kandidaat-leden, gebaseerd op deskundigheid, spreiding over de verschillende domeinen inzake volksgezondheid en gekende beschikbaarheid en inzet. [1 De kandidaten mogen de leeftijd van zeventig jaar niet bereikt hebben op datum van het van kracht worden van hun benoeming.]1
Daarbij houdt het College terdege rekening met een zo evenwichtig mogelijke verdeling van de kandidaten op het vlak van taalrol, geslacht en verdeling over de diverse universitaire en wetenschappelijke instellingen.
§ 2. [1 Het mandaat van de leden duurt drie jaar en is hernieuwbaar. Het mandaat loopt ten einde wanneer het lid de leeftijd van drieënzeventig jaar bereikt.]1
Wanneer een lid, om welke reden dan ook, zijn mandaat niet kan beëindigen, kan hij worden vervangen voor de duur die het mandaat nog loopt. Het lid dat hem vervangt wordt benoemd onder dezelfde voorwaarden als het lid dat hij vervangt.
[1 Het College kan aan de Minister voorstellen om een lid, dat minder dan de helft van de vergaderingen aanwezig is, te vervangen.]1
§ 3. Om de drie jaar wordt het College voor één derde vernieuwd.
Deze vernieuwing voor één derde zal voor de eerste maal worden toegepast het vierde jaar na de installatie van het College. Het huishoudelijk reglement bepaalt hiertoe nadere regels.
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 5, 1°, 3°-5°, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
(2)<KB 2014-02-02/01, art. 5,2°, 002; Inwerkingtreding : onbepaald , die slechts in werking treedt bij de volgende vervanging van een derde van de leden van het College, zoals bepaald in artikel 7, paragraaf 3>
Art. 7/1. [1 De Raad wordt bijgestaan door een Commissie voor Deontologie die de Raad adviseert inzake belangen en belangenconflicten.
Zij is samengesteld uit benoemde experts die geen lid zijn van het College, of uitgenodigde experts of gewezen experts van de Raad, bij voorkeur ex-leden van het College, een jurist van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, een vertegenwoordiger van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek en een vertegenwoordiger van het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties.
De Minister benoemt de leden, het College van de Raad duidt de voorzitter aan.
De Commissie kan personen met nuttige ervaring ter zake uitnodigen om deel te nemen aan zijn werkzaamheden.
Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake de Commissie voor Deontologie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-02-02/01, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
HOOFDSTUK V. - De werking van de Raad.
Art.8. Het College stelt het huishoudelijk reglement van de Raad op. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister. Het huishoudelijk reglement bepaalt de verdere organisatie en de manier van werken van de Raad.
Art.9.§ 1. Naast de adviezen die de Raad op eigen initiatief verstrekt, behandelt de Raad vragen om advies die hem worden voorgelegd :
1° door de Minister of door de Minister die het Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft of door de diensten van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, [1 Sciensano]1, het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
2° door alle diensten wettelijk gemachtigd om een advies aan de Raad te vragen.
Indien een andere Minister of een andere administratie of andere dienst een vraag aan de Raad wil voorleggen, dient dit te gebeuren via de Minister.
§ 2. De adviezen, aanbevelingen en verslagen van de Raad worden overgemaakt aan de aanvrager met kopie aan de Minister en vervolgens, desgevallend, verspreid onder de actoren op het domein van de Volksgezondheid.
Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake de verspreiding van de adviezen, aanbevelingen en verslagen.
§ 3. Het College stelt jaarlijks een algemeen verslag op over de werkzaamheden van de Raad.
§ 4. De Raad kan ook op ieder moment bijzondere rapporten opstellen over bepaalde vraagstukken.
----------
(1)<KB 2018-03-28/02, art. 89, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2018>
Art.10.§ 1. Het College is het beslissingsorgaan van de Raad.
§ 2. Het College kan slechts op geldige wijze beraadslagen als één derde van zijn leden aanwezig is. Zijn beslissingen worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of van degene die hem ter zitting vervangt beslissend.
§ 3. Indien het derde van de leden zoals bedoeld in paragraaf 2, niet aanwezig is op de eerste vergadering, kan een tweede vergadering met dezelfde punten op de agenda worden bijeengeroepen en het College zal geldig kunnen beraadslagen en besluiten, ongeacht het aantal aanwezige leden.
§ 4. Het College kan elke persoon van wie hij het advies wenst in te winnen [1 ...]1, raadplegen of horen.
§ 5. [1 ...]1
§ 6. [1 De leden van het College kunnen deelnemen aan alle werkgroepen van de Raad.]1
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
HOOFDSTUK VI. - [1 De Voorzitter en de Ondervoorzitters van de Raad en de coördinerende experten van de verschillende activiteitendomeinen en hun vervangers]1
----------
(1)
Art.11.De voorzitter en de twee ondervoorzitters van de Raad worden door Ons benoemd onder de leden van het College, na advies van het College, op voordracht van de Minister.
[1 Hun mandaat duurt drie jaar en is hernieuwbaar met die beperking dat een voorzitter en een ondervoorzitter maximaal drie opeenvolgende periodes in eenzelfde functie mogen zetelen.]1
[2 Ten minste één van de twee ondervoorzitters heeft een verschillende taalrol dan de voorzitter.]2
Wanneer de voorzitter of één van de ondervoorzitters, om welke reden dan ook, zijn mandaat niet kan beëindigen, wordt het lid dat hem vervangt, benoemd voor de duur die het mandaat nog loopt. Het lid dat hem vervangt wordt benoemd onder dezelfde voorwaarden als het lid dat hij vervangt.
Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake de vervanging van de voorzitter en ondervoorzitters.
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
(2)<KB 2023-07-09/10, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-03-2023>
Art. 11/1. [1 Voor ieder activiteitendomein van de Raad worden door het College een coördinerend expert en één of meer vervangers aangesteld uit de benoemde experten. De coördinerend experten en hun vervangers worden bij voorkeur gekozen onder de leden van het College.
Hun mandaat duurt drie jaar en is hernieuwbaar.
Hun taak bestaat erin een bepaald activiteitendomein te coördineren.
Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake de aanstelling van de coördinerend experten van de activiteitendomeinen van de Raad en hun vervangers en de taken waarmee ze belast zijn.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2014-02-02/01, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
HOOFDSTUK VII. - Het Secretariaat, de Coördinator, de Wetenschappelijke Coördinator en de Administratieve Secretaris.
Art.12. § 1. De Raad wordt bijgestaan door een administratief en wetenschappelijk secretariaat.
§ 2. De aan het Secretariaat verbonden wetenschappelijke secretarissen bereiden, in de hun toebedeelde disciplines, de dossiers voor. Zij nemen met raadgevende stem deel aan de werkzaamheden van het College indien ze daartoe opgeroepen worden.
Art.13.[1 Het Secretariaat beschikt over een coördinator, een wetenschappelijk coördinator en een administratief secretaris en over wetenschappelijke en administratieve medewerkers.]1
De coördinator is belast met het dagelijks beheer van het Secretariaat. Hij wordt bijgestaan door de wetenschappelijk coördinator voor het wetenschappelijk secretariaat en door de administratieve secretaris voor het administratief secretariaat.
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
Art.14. De Voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu stelt de coördinator, de wetenschappelijke coördinator en de administratieve secretaris van de Raad aan onder de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, na advies van het College. Indien ze van hun functie worden ontheven wordt eveneens het advies van het College gevraagd.
HOOFDSTUK VIII. - Het Bureau.
Art.15.De voorzitter, de twee ondervoorzitters, de coördinator, de wetenschappelijke coördinator en de administratieve secretaris vormen het Bureau van de Raad. Het Bureau kan andere personen uitnodigen aan zijn werkzaamheden deel te nemen.
Het Bureau bereidt de aan het College voor te leggen dossiers voor en waakt over de uitvoering van zijn beslissingen. De andere bevoegdheden waarover het Bureau beschikt worden hem door het College gedelegeerd.
[1 In het bijzonder keurt het Bureau de aanstelling goed van verslaggevers binnen de werkgroepen en beslist het over aanbevelingen van de Commissie voor Deontologie inzake belangenconflicten.]1
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen.
Art.16.Geen enkel lid van het College, expert [1 , uitgenodigd expert]1 of uitgenodigd persoon kan uit dien hoofde een bezoldiging genieten.
Aan de leden van het College, experts, [1 uitgenodigde experts,]1 uitgenodigde personen en [1 ...]1 verslaggevers worden echter vergoedingen voor reis- en verblijfskosten alsmede zitpenningen toegekend, tenzij het ambtenaren betreft, overeenkomstig het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid afhangen.
Daarenboven wordt aan de [1 ...]1 verslaggevers [1 ...]1 een honorarium toegekend waarvan het bedrag wordt bepaald door het ministerieel besluit van 14 mei 1993 tot vaststelling van de toe te kennen bedragen voor de terugbetaling van de rapporten uitgevoerd met het oog op de adviesverlening van de Hoge Gezondheidsraad.
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
Art.17.De leden en experts van de Raad geven bij hun [1 kandidatuurstelling]1 aan het Secretariaat een overzicht van [1 hun belangen in relatie tot]1 hun taken voor de Raad. Zij zijn gehouden spontaan alle veranderingen daaromtrent op elk ogenblik mede te delen. Daarenboven dienen zij, bij het werken rond een specifiek dossier, eventuele bijkomende of specifieke [1 belangen]1 te melden.
Ook [1 uitgenodigde experten]1 geven een overzicht van [1 hun belangen]1.
[1 De Commissie voor Deontologie brengt een advies uit over de belangen van de experten, meer bepaald of deze belangen een belangenconflict zouden kunnen vormen dat dermate ernstig is dat de betrokkene niet zou kunnen deelnemen aan de werkzaamheden van de Raad of dat maatregelen ter beheersing van het conflict nodig zijn; zij maakt dit advies over aan het Bureau.]1
[1 Het Bureau neemt een beslissing over de inhoud van dit advies, desgevallend na raadpleging van de voorzitter van de werkgroep en van het College. Indien deze beslissing niet overeenkomt met het advies van de Commissie voor Deontologie, motiveert het Bureau deze beslissing.]1
[1 De regels vastgelegd in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel zijn van toepassing op het personeel van het secretariaat van de Raad en op de uitgenodigde ambtenaren, voor zover zij optreden als vertegenwoordigers van hun administratie.]1
[1 Het huishoudelijk reglement bepaalt nadere regels inzake het beheer van belangenconflicten.]1
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
Art.18.De leden van het College, de experts, [1 de uitgenodigde experts,]1 de uitgenodigde personen en het secretariaat behandelen alle inlichtingen waarvan ze naar aanleiding van hun opdracht kennis zouden krijgen, vertrouwelijk.
Deze bepaling geldt niet voor de inhoud van adviezen en aanbevelingen die gepubliceerd zijn.
----------
(1)<KB 2014-02-02/01, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 11-04-2014>
Art.19. De uittredende voorzitter, ondervoorzitters en leden kunnen respectievelijk erevoorzitter, ereondervoorzitters en ereleden benoemd worden. Deze benoeming gebeurt door Ons.
HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.20. Worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 15 mei 1849 houdende de invoering van een Hoge Gezondheidsraad op het Departement van Binnenlandse Zaken;
2° het koninklijk besluit van 14 september 1919 dat betrekking heeft op de reorganisatie van de Hoge Gezondheidsraad, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 1990, 20 juni 1994, 11 april 1995, 31 mei 1996 en 19 april 1999;
3° het koninklijk besluit van 29 januari 2003 houdende aanduiding van ereleden en leden van de Hoge Gezondheidsraad gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 2003 zelf gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 2004.
Art.21. Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van dit besluit, neemt de Raad alle wettelijke en reglementaire bevoegdheden van de huidige Hoge Gezondheidsraad over.
De huidige Hoge Gezondheidsraad functioneert verder tot de nieuwe Raad is benoemd.
De huidige leden, voorzitter en ondervoorzitters blijven in functie tot de nieuwe voorzitter en ondervoorzitters zijn benoemd.
Art. 22. De Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.