13 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de examens over de ondernemersvaardigheden(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-04-2007 en tekstbijwerking tot 29-03-2024)
TITEL I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
Art. 1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 2-3
TITEL II. - Samenstelling van de examencommissies.
Art. 4
Art. 4 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 5
Art. 5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 6
Art. 6 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 7-8
Art. 8 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 9
Art. 9 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
TITEL III. - Retributie en volgorde van deelname.
Art. 10
Art. 10 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 11
TITEL IV. - Organisatie en verloop van de examens.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 12
Art. 12 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK II. - Niet-geautomatiseerde examens.
Art. 13
Art. 13 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 14
Art. 14 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK III. - Geautomatiseerde examens.
Art. 15
TITEL V. - Resultaat en wederinschrijving.
Art. 16
Art. 16 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 17-18
Art. 18 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
TITEL VI. - Opheffings- en uitvoeringsbepalingen.
Art. 19-20
TITEL I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. De Minister bevoegd voor de Middenstand, hierna de Minister genoemd, richt per taalrol de volgende centrale examencommissies op :
1° een centrale examencommissie voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer;
2° een centrale examencommissie voor ieder van de beroepsbekwaamheden, opgelegd door een reglementeringsbesluit genomen in uitvoering van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, van de wet van 24 december 1958 waarbij beroepsuitoefeningvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen, of van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.
Art.1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De minister bevoegd voor Economie, hierna de Minister genoemd, richt per taalrol een centrale examencommissie op voor elk van de beroepsbekwaamheden, opgelegd door een reglementeringsbesluit genomen in uitvoering van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.2. Iedere examencommissie stelt de vragen op voor de examens die tot haar bevoegdheid behoren, bepaalt hun respectief belang en oordeelt over de gerezen geschillen. Ingeval van niet-geautomatiseerd examen, ondervraagt zij de kandidaten.
De examencommissies komen samen op verzoek van de Minister of de gevolmachtigde ambtenaar.
Art.3. De Minister bepaalt voor ieder examen de plaats, de minimale frequentie en de wijze van examineren.
TITEL II. - Samenstelling van de examencommissies.
Art.4. § 1. Iedere examencommissie telt drie leden, onder wie een voorzitter en een ondervoorzitter. Zij worden door de Minister benoemd.
§ 2. Voor de examencommissie voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer dragen de bevoegde Gemeenschaps- of Gewestelijke overheden, minstens zes kandidaten voor, van wie er drie tot de sector van de voortdurende vorming van de Middenstand en drie tot de onderwijssector behoren.
§ 3. De Minister benoemt bovendien voor ieder niet-geautomatiseerd examen ten minste één Duitstalig lid, op voordracht van de Duitstalige Gemeenschap of de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen.
Art.4_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De Minister benoemt minstens twee leden per examencommissie.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.5. De overheden en Raad, bedoeld in artikel 4, beschikken voor hun voordrachten over een termijn van zestig dagen nadat hun daarom werd verzocht. Is die termijn verstreken zonder dat de voordracht van de leden is meegedeeld, dan kan de Minister naar eigen keuze leden benoemen.
Art.5_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 ...]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.6. De leden moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° voor de examencommissie voor de basiskennis van het bedrijfsbeheer : een diploma bezitten van het hoger onderwijs en een praktijkervaring van vijf jaar hebben van leerkracht in het middelbaar onderwijs.
Deze praktijkervaring moet zijn verworven binnen de tien jaar die de dag van de benoeming voorafgaan.
2° voor de examencommissies voor de beroepsbekwaamheden : een praktijkervaring van vijf jaar hebben, als zelfstandige in de betrokken beroepsactiviteit, of als voltijdse leerkracht in een secundaire technische school of secundaire beroepsschool met betrekking tot de leerstof die rechtstreeks verband houdt met de betrokken beroepsbekwaamheid.
Deze praktijkervaring moet zijn verworven binnen de tien jaar die de dag van de benoeming voorafgaan.
3° de leeftijd van zestig jaar niet hebben bereikt op de dag van hun benoeming.
Art.6_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De leden van de centrale examencommissies hebben een praktijkervaring van vijf jaar die verworven is binnen de tien jaar die de benoeming voorafgaan. De praktijkervaring is verworven als zelfstandige of bedrijfsleider in de betrokken beroepsactiviteit, of als leerkracht in een technische of beroepsschool met betrekking tot de leerstof die rechtstreeks verband houdt met de betrokken beroepsbekwaamheid.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.7. De leden worden benoemd voor een termijn van zes jaar. Hun mandaat kan worden hernieuwd.
Wanneer een lid voortijdig wordt vervangen, voltooit het nieuwe lid het mandaat van zijn voorganger.
Art.8. De Minister benoemt onder de ambtenaren van niveau A van de Afdeling van de Reglementering van de Algemene Directie voor het K.M.O.-Beleid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand, en Energie, een regeringscommissaris en een plaatsvervanger. voor elk van de examencommissies.
Art.8_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 ...]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.9. Het secretariaat wordt waargenomen door de Afdeling van de Reglementering van de Algemene Directie voor het K.M.O.-Beleid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand, en Energie.
Art.9_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. Het secretariaat wordt waargenomen door [1 de Dienst Economie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel]1.
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 40, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
TITEL III. - Retributie en volgorde van deelname.
Art.10. § 1. Zij die willen deelnemen aan een examen betalen een retributie van 35 euro per inschrijving. De Minister bepaalt de wijze van betaling.
Iedere inschrijving waarvoor de retributie vóór het examen niet werd betaald, is nietig.
§ 2. De retributie is in geen geval terugvorderbaar. Zij geeft geen recht tot inschrijving voor een volgende zitting noch voor een ander examen.
Art.10_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. § 1. Zij die willen deelnemen aan een examen betalen een retributie van 35 euro per inschrijving. De Minister bepaalt de wijze van betaling. Iedere inschrijving waarvoor de retributie vóór het examen niet werd betaald, is nietig. § 2. De retributie is in geen geval terugvorderbaar. Zij geeft geen recht tot inschrijving voor een volgende zitting noch voor een ander examen. [1 Het secretariaat kan beslissen de inschrijving voor een volgende zitting toe te laten, in het geval van een van de volgende behoorlijk verantwoorde afwezigheden: 1° medische redenen; 2° een overlijden; 3° geboorte van een kind.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 41, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.11. De kandidaten nemen deel aan het examen, in de volgorde van hun inschrijving en na betaling. De inschrijvingslijst wordt gehouden door het secretariaat.
TITEL IV. - Organisatie en verloop van de examens.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art.12. § 1. Het examen moet op één dag worden afgelegd.
§ 2. De examens worden afgenomen in het Nederlands, het Frans of het Duits volgens de taal die de aanvrager in zijn aanvraag gebruikt.
§ 3. Voor ieder onderdeel van het examen wordt een maximaal aantal te behalen punten bepaald. Deze regeling wordt de kandidaten ter beschikking gesteld gedurende de ganse duur van het examen. De kandidaat slaagt als hij de helft van het totaal te behalen punten behaalt.
§ 4. De secretaris neemt per kandidaat nota van alle behaalde en te behalen punten en de eventuele beraadslagingen. De beraadslagingen worden ondertekend door de leden van de examencommissie.
§ 5. In geval van niet-geautomatiseerd niet-geslaagd examen, verduidelijkt de examencommissie schriftelijk en omstandig voor iedere vraag de redenen waarom de kandidaat heeft gefaald.
De beslissingen van de examencommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de zitting doorslaggevend.
Art.12_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 § 1. Het examen wordt op één dag afgelegd. § 2. Voor ieder onderdeel van het examen wordt een maximaal aantal te behalen punten bepaald. De kandidaat slaagt als hij de helft van het totaal te behalen punten of, indien de commissieleden dat voorafgaandelijk uitdrukkelijk bepalen, de helft van de te behalen punten van elk aangewezen onderdeel behaalt. Het secretariaat neemt per kandidaat nota van alle behaalde en te behalen punten en de eventuele beraadslagingen. De resultaten en de beraadslagingen worden ondertekend door de leden van de examencommissie.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 42, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
HOOFDSTUK II. - Niet-geautomatiseerde examens.
Art.13. In geval van niet-geautomatiseerd examen roept het secretariaat de kandidaten en de regeringscommissaris op. Deze oproep moet ten minste vijftien dagen voor de dag van het examen gebeuren.
Het secretariaat roept ook de bevoegde examencommissie op. De oproep moet ten minste vijftien dagen voor de dag van het examen gebeuren. De opgeroepen juryleden bevestigen ten minste acht dagen vóór de dag van het examen, hun aanwezigheid op het examen.
Art.13_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. In geval van niet-geautomatiseerd examen roept het secretariaat de kandidaten [1 ...]1 op. Deze oproep moet ten minste vijftien dagen voor de dag van het examen gebeuren. Het secretariaat roept ook de bevoegde examencommissie op. De oproep moet ten minste vijftien dagen voor de dag van het examen gebeuren. De opgeroepen juryleden bevestigen ten minste acht dagen vóór de dag van het examen, hun aanwezigheid op het examen.
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.14. § 1. Alleen een regelmatig samengestelde examencommissie van minstens twee leden kan tijdens een niet-geautomatiseerd examen zitting houden.
Wanneer Duitstalige kandidaten deelnemen aan een niet-geautomatiseerd examen, is minstens één lid Duitstalig.
§ 2. Op straffe van nietigheid van het examen van de betrokken bloed- of aanverwant, mag geen commissielid aanwezig zijn op een examen afgelegd door een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad.
§ 3. De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij verhindering van deze laatste.
Art.14_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. § 1. [1 Alleen een regelmatig samengestelde examencommissie van minstens twee leden kan tijdens een niet-geautomatiseerd examen zitting houden. In geval van overmacht kan een lid zitting houden, mits aanwezigheid van een ambtenaar van de Dienst Economie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.]1 § 2. Op straffe van nietigheid van het examen van de betrokken bloed- of aanverwant, mag geen commissielid aanwezig zijn op een examen afgelegd door een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. § 3. [1 ...]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
HOOFDSTUK III. - Geautomatiseerde examens.
Art.15. § 1. In geval van geautomatiseerd examen roept het secretariaat de geregistreerde kandidaten ten minste vijftien dagen vóór de dag van het examen op.
§ 2. De plaatsen die wegens onvoorziene omstandigheden open blijven, kunnen worden ingenomen door niet-opgeroepen kandidaten.
TITEL V. - Resultaat en wederinschrijving.
Art.16. Iedere kandidaat ontvangt onmiddellijk na afloop het resultaat van zijn geautomatiseerd examen, en ten laatste vijftien dagen na afloop van een niet-geautomatiseerd examen.
Art.16_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 De kandidaten ontvangen ten laatste vijftien dagen na afloop van het examen hun resultaat.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 45, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
Art.17. Hij of zij die slaagt in een examen, ontvangt een getuigschrift.
Art.18. Een kandidaat die niet geslaagd is in een examen over beroepsbekwaamheid, kan maar na verloop van ten minste drie maanden deelnemen aan eenzelfde examen.
Art.18_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. Een kandidaat die niet geslaagd is in een examen over beroepsbekwaamheid, kan maar na verloop van ten minste drie maanden deelnemen aan eenzelfde examen. [1 Het secretariaat kan de inschrijving van een kandidaat weigeren indien de kandidaat: 1° meer dan tweemaal over een periode van twaalf maanden, zonder behoorlijke verantwoording niet aanwezig was op een examen; 2° zich onbehoorlijk of agressief heeft gedragen tijdens een examen; 3° onregelmatigheden, fraude of corruptie heeft begaan of gepoogd te begaan tijdens een examen. Het secretariaat bepaalt de duur van het inschrijvingsverbod in functie van de ernst van de feiten, zonder dat zij 2 jaar mag overschrijden.]1
----------
(1)<BESL 2024-03-07/22, art. 46, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
TITEL VI. - Opheffings- en uitvoeringsbepalingen.
Art.19. In het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 16 juni 2003, worden opgeheven :
1° Hoofdstuk V;
2° de bijlagen I tot IV.
Art. 20. Onze Minister bevoegd voor de Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 februari 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE.