6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten.
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 13 van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003, worden volgende wijzigingen aangebracht :
a) het tweede lid wordt aangevuld met volgende bepaling :
" Dit betekent ondermeer dat hij tijdens het proces van bemiddeling geen standpunt inneemt. ";
b) een vierde lid, luidend als volgt wordt toegevoegd :
" Teneinde de onafhankelijkheid van de ombudsfunctie niet in het gedrang te brengen, is de functie van ombudspersoon onverenigbaar met :
a) een leidinggevende functie of beheersfunctie in een instelling of dienst die aangesloten is bij het samenwerkingsverband en waarvoor de ombudsfunctie bevoegd is in toepassing van artikel 11, tweede lid, zoals de functie van directeur, hoofdgeneesheer, hoofd van het verpleegkundig departement of voorzitter van de medische raad;
b) een lidmaatschap binnen het comité zoals bedoeld in artikel 10;
c) het uitoefenen, in een instelling of dienst die aangesloten is bij het samenwerkingsverband en waarvoor de ombudsfunctie bevoegd is in toepassing van artikel 11, tweede lid, van een functie in het kader waarvan gezondheidszorg als beroepsbeoefenaar wordt verstrekt, zoals bedoeld in de patiëntenrechtenwet;
d) een functie of een activiteit in een vereniging die de verdediging van de belangen van patiënten tot doel heeft. "
Art.2. In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° een punt 1°bis wordt ingevoegd luidend als volgt :
" 1°bis de ombudsfunctie derwijze is georganiseerd dat de ombudspersoon vanaf het ogenblik dat de klacht voor bemiddeling wordt neergelegd tot de mededeling van het resultaat van de afhandeling bemiddelt tussen de patiënt en de betrokken beroepsbeoefenaar; ";
2° in punt 4° worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) tussen de woorden " nodige " en het woord " administratieve " wordt de vermelding " lokalen en, " ingevoegd;
b) het punt wordt aangevuld met de volgende bepaling :
" Dit houdt in het bijzonder in dat de ombudspersoon beschikt over een eigen en exclusief telefoonnummer, een eigen en exclusief e-mail-adres en een antwoordapparaat dat aangeeft gedurende welke uren men de ombudspersoon kan contacteren. Bovendien dient de ombudspersoon te beschikken over een geëigende ontvangstruimte. "
Art.3. Aan artikel 17 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt :
" De ombudspersoon kan daartoe alle informatie inzamelen die hij nuttig acht in het kader van de bemiddeling. De ombudspersoon legt deze informatie, zonder daarbij een standpunt in te nemen, voor aan de bij de bemiddeling betrokken partijen. "
Art. 4. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 maart 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
R. DEMOTTE.