Details





Titel:

23 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 2, 3°, b, 28, § 2, en 53 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-03-2007 en tekstbijwerking tot 10-09-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2010203162  2019204310  2021204124  2024200339 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, verstaat men onder " onderneming zonder handels- of industriële finaliteit ", de technische bedrijfseenheid bedoeld in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven die zich situeert in één of meerdere juridische entiteiten die één van de volgende vormen aanneemt :
  1° de vereniging zonder winstoogmerk;
  2° de internationale vereniging zonder winstoogmerk;
  3° de instelling of stichting van openbaar nut;
  4° de feitelijke vereniging, voorzover het gaat om ondernemingen zonder handels- of industriële finaliteit;
  5° de vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen enkel vermogensvoordeel nastreven;
  6° de ziekenfondsen of landsbonden van ziekenfondsen;
  7° de beroepsverenigingen.

Art.2. Het bijzonder comité, bedoeld in artikel 28, § 2, van de voornoemde wet van 26 juni 2002, wordt samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties en vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties. Het totaal aantal leden van het bijzonder comité is gelijk aan dat van de leden die zitting hebben in het beheerscomité bedoeld in artikel 28, § 1, van de voornoemde wet van 26 juni 2002.

Art.3. De vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van werkgevers worden benoemd op voordracht van de Confederatie van Social Profit Ondernemingen of op voordracht van de Hoge Raad voor Zelfstandigen en Kleine en Middelgrote Ondernemingen.

Art.4. De vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties worden benoemd op voordracht van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties.

Art.5.[1 § 1.Met toepassing van artikel 53, eerste lid, van de voornoemde wet van 26 juni 2002, neemt het Fonds bedoeld in artikel 27 van dezelfde wet :
   - [3 33 % ten laste van 98,57 % van het totale bedrag]3 van de werkloosheidsuitkeringen die door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden uitbetaald aan de werknemers wier arbeidsovereenkomst in haar uitvoering is geschorst met toepassing van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
   - [3 27 % ten laste van 98,57 % van het totale bedrag]3 van de werkloosheidsuitkeringen die door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden uitbetaald aan de werknemers wier arbeidsovereenkomst in haar uitvoering is geschorst of die van een regeling van gedeeltelijke arbeid genieten met toepassing van artikel 77/4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.]1
  ----------
  (1)<KB 2012-03-05/09, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2012>
  (2)<KB 2019-09-29/13, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (3)<KB 2021-08-29/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2021>

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2007.

Art. 7. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.