13 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen in de aardappelverwerkende industrie die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren (PC 118), van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst.
Art. 1-6
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen in de aardappelverwerkende industrie die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, zijnde de ondernemingen met als hoofdactiviteit :
- het schillen en/of versnijden van aardappelen;
- en/of verwerken van aardappelen tot een halffabrikaat door koken, bakken, pureren of drogen;
- en/of het produceren van een afgewerkt product in de vorm van frieten, kroketten, chips, puree, vlokken, granulaten of aanverwanten, op basis van aardappelen of van halffabrikaat op basis van aardappelen.
Art.2. Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, mits ervan kennis wordt gegeven door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen.
De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werkman, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de kennisgeving niet inbegrepen.
Art.3. De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag twaalf weken niet overschrijden en kan maximum tweeënzeventig werkloosheidsdagen omvatten.
Art.4. De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving moet de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst zal ingaan en de datum waarop deze schorsing een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen gesteld worden.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en treedt buiten werking op 1 januari 2008.
Art. 6. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 februari 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
P. VANVELTHOVEN.