Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1998002123 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 35, § 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 2002 en 12 december 2002, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 35. § 1. Aan de ambtenaar in dienstactiviteit wordt, bij de geboorte of de adoptie van een kind, een ouderschapsverlof toegestaan dat kan genomen worden :
  - hetzij gedurende een periode van drie maanden in het raam van de volledige onderbreking van de loopbaan bedoeld in artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen; op vraag van de ambtenaar kan deze periode worden opgesplitst in maanden;
  - hetzij gedurende een periode van zes maanden in het raam van de halftijdse onderbreking van de loopbaan bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet; op vraag van de ambtenaar kan deze periode worden opgesplitst in periodes van twee maanden of een veelvoud hiervan;
  - hetzij gedurende een periode van vijftien maanden in het raam van de onderbreking van de loopbaan met één vijfde zoals bedoeld in artikel 102 van voornoemde wet; op vraag van de ambtenaar kan deze periode worden opgesplitst in periodes van vijf maanden of een veelvoud hiervan.
  De ambtenaar heeft de mogelijkheid om bij het opnemen van zijn ouderschapsverlof gebruik te maken van de verschillende modaliteiten vermeld in het eerste lid. Bij een wijziging van opnamevorm moet rekening worden gehouden met het principe dat één maand volledige loopbaanonderbreking gelijk is aan twee maanden halftijdse loopbaanonderbreking en gelijk is aan vijf maanden loopbaanonderbreking met één vijfde. "

Art.2. Artikel 35, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
  " Wanneer het verlof genomen wordt naar aanleiding van de geboorte van een kind, moet het genomen worden vooraleer het kind de leeftijd van zes jaar bereikt heeft. "

Art.3. In de Franse tekst, wordt in artikel 35, § 1, derde lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999, het woord " famille " vervangen door het woord " ménage ".

Art.4. In artikel 35, § 1, vierde lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999, wordt vervangen als volgt :
  " Wanneer het kind voor ten minste 66 % getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler I van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag, wordt het recht op ouderschapsverlof toegekend uiterlijk tot het kind acht jaar wordt.
  Aan de voorwaarde van de zesde of de achtste verjaardag moet zijn voldaan uiterlijk gedurende de periode van het ouderschapsverlof. "

Art.5. In artikel 35, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2005, wordt een derde lid toegevoegd luidende als volgt :
  " Een toelage van 86,32 EUR per maand wordt toegekend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening aan de ambtenaar die zijn loopbaan met een vijfde onderbreekt. Indien de ambtenaar uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen die hij ten laste heeft, wordt dit bedrag van 86,32 EUR vervangen door 116,08 EUR. "

Art.6. Artikel 117, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 mei 1999, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 2002, wordt aangevuld met de volgende leden :
  " Ingeval van zware ziekte van een kind dat hoogstens 16 jaar oud is en van wie de ambtenaar uitsluitend of hoofdzakelijk de last draagt in de zin van artikel 1 van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, wordt, wanneer de ambtenaar alleenstaand is, de maximumperiode van de onderbreking van loopbaan bedoeld in het tweede lid van deze paragraaf uitgebreid naar 24 maanden ingeval van volledige onderbreking van de loopbaan en wordt de maximumperiode van vermindering van arbeidsprestaties ingeval van gedeeltelijke onderbreking van de loopbaan uitgebreid naar 48 maanden.
  De periodes van volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking kunnen enkel worden opgenomen met periodes van minimum één maand en maximum drie maanden, aaneensluitend of niet.
  Onder alleenstaande in de zin van dit artikel wordt verstaan de ambtenaar die uitsluitend en effectief samenwoont met één of meerdere van zijn kinderen.
  Ingeval van toepassing van het achtste lid van dit artikel moet de ambtenaar bovendien het bewijs leveren van de samenstelling van zijn gezin door middel van een attest dat wordt afgeleverd door de gemeentelijke overheid en waaruit blijkt dat het personeelslid op het moment van de aanvraag uitsluitend en effectief samenwoont met één of meerdere van zijn kinderen.
  Voor iedere verlenging van een periode van volledige en gedeeltelijke loopbaanonderbreking dient de ambtenaar dezelfde procedure te volgen en de door dit koninklijk besluit vereiste attest(en) in te dienen. "

Art.7. Dit besluit is van toepassing op alle aanvragen die worden ingediend vanaf de inwerkingtreding ervan.

Art. 8. Onze Minister van Werk en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 18 december 2006.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Werk,
  P. VANVELTHOVEN
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  C. DUPONT.