30 MAART 2007. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan [beschermde residentiële afnemers] <MB2020-04-03/18, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-06-2007 en tekstbijwerking tot 31-03-2023)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Toepassingsvoorwaarden.
Art. 4-5
HOOFDSTUK III. - Procedure.
Art. 6-7
HOOFDSTUK IV.
Art. 8-13
HOOFDSTUK V. - Wijzigings- opheffings- en eindbepalingen.
Art. 14-16
2014011440 2016011348 2018010333 2019010456 2019011492 2019013640 2020020743 2021034419
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[1 De definities, vervat in artikel 1 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, zijn van toepassing op dit besluit.]1
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.2.
<Opgeheven bij W 2023-03-15/09, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 31-03-2023>
Art.3.
<Opgeheven bij W 2023-03-15/09, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 31-03-2023>
HOOFDSTUK II. - Toepassingsvoorwaarden.
Art.4.De aardgasondernemingen die aardgas leveren [1 aan elke beschermde residentiële afnemer]1, moeten dit doen tegen maximumprijzen vastgesteld in overeenstemming met dit besluit.
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.5.Een aardgasonderneming kan enkel van de toepassing van het sociaal tarief vrijgesteld worden, wanneer de gasonderneming door de [1 beschermde residentiële afnemer]1 bij aangetekend schrijven in kennis wordt gesteld van het feit dat deze laatste niet langer van het sociaal tarief wenst te genieten. In dit geval wordt het door de klant gekozen commercieel tarief van de betrokken aardgasonderneming, toegepast vanaf de datum van in kennis stelling tot de datum dat de [1 beschermde residentiële afnemer]1 bij aangetekend schrijven opnieuw de toepassing van het sociaal tarief vraagt.
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
HOOFDSTUK III. - Procedure.
Art.6.[1 Het sociaal tarief wordt trimestrieel vastgesteld zoals bepaald in dit besluit en door de Commissie bekendgemaakt op haar website en in het Belgisch Staatsblad. Tegelijkertijd deelt ze dit sociaal tarief mee aan de Minister bevoegd voor Economie en aan de Minister bevoegd voor Energie.
De driemaandelijkse tariefperiodes beginnen telkens op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. De bekendmaking van het sociaal tarief in het Belgisch Staatsblad gebeurt minstens vijftien dagen voor het begin van elke tariefperiode.]1
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.7.[1 § 1. De energiecomponent van het sociaal tarief in een gegeven kwartaal wordt vastgesteld op grond van het laagste commerciële tarief aangeboden in de maand voorafgaand aan dat kwartaal, voor zover dat tarief wordt aangeboden door een leverancier die minstens sinds twaalf maanden ononderbroken actief is in één van de drie gewesten en die minstens 1% van het marktaandeel in België vertegenwoordigt.
Worden niet in aanmerking genomen:
1° de punctuele promotionele tarieven, zoals welkomstkortingen of reducties voor het aanbrengen van cliënteel;
2° de groepsaankopen;
3° de tarieven die een investering van de eindafnemer vergen, zoals het verwerven van aandelen;
4° de tarieven die de onderschrijving van bijkomende diensten vergen, hetzij in hetzelfde contract, hetzij via een gekoppeld contract;
5° de tarieven die voorafbetaling vergen.
§ 2. De netwerkcomponent van het sociaal tarief omvat vervoer en distributie. De distributiecomponent in een gegeven kwartaal wordt vastgesteld op grond van het laagste distributienettarief in de Belgische distributiezones in de maand voorafgaand aan dat kwartaal, op voorwaarde dat binnen deze zone minstens 1% van de Belgische bevolking woont.]1
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
HOOFDSTUK IV.
Art.8.[1 Het sociaal tarief bevat geen forfaitaire kosten of abonnementsgelden en wordt uitgedrukt in een bedrag in euro/kWh.
Capacitaire tariefcomponenten en andere niet-forfaitaire kosten worden door de commissie omgezet in euro/kWh met het oog op de berekeningen, bedoeld in artikel 7.
De berekeningen, bedoeld in artikel 7, gebeuren aan de hand van bestaande opdelingen van de residentiële klanten en op grond van een typeklant met een jaarverbruik van 23.260 kWh.]1
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.9.[1 Het resultaat, berekend met toepassing van de artikelen 7 en 8, vermeerderd met de toepasselijke belastingen en heffingen, wordt geplafonneerd wanneer:
1° het meer dan 15% hoger ligt dan het sociaal tarief van de voorafgaande periode.
2° het meer dan 25% hoger ligt dan het gemiddelde van de sociale tarieven van de vier voorafgaande kwartalen.
De plafonnering houdt in dat het sociaal tarief wordt beperkt tot het niveau van het laagste van deze twee plafonds.
De aldus in mindering gebrachte bedragen worden het volgende kwartaal gerecupereerd, in zoverre ze de plafonds van dat kwartaal niet te boven gaan.]1
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.10.[1 Het sociaal tarief is gelijk aan het tarief bekomen op grond van de in artikelen 7 tot 9 vermelde berekening.]1
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.11.
<Opgeheven bij MB 2020-04-03/18, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.12.Leveranciers mogen geen onderscheid maken betreffende de door hen toegepaste promoties naargelang een klant al dan niet [1 beantwoordt aan de voorwaarden van beschermde residentiële afnemer]1 en de levering van aardgas aan deze residentieel beschermde klant kan aan geen strengere voorwaarden onderworpen worden dan deze die gelden voor de klanten met een gelijkaardig afnameprofiel die niet [1 tot die categorie behoren]1.
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
Art.13.[1 Onverminderd artikel 6 wordt het sociaal tarief]1 bekendgemaakt op de website van de commissie, de leveranciers en de distributienetbeheerders.
----------
(1)<MB 2020-04-03/18, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 30-04-2020>
HOOFDSTUK V. - Wijzigings- opheffings- en eindbepalingen.
Art.14. Het ministerieel besluit van 23 december 2003 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan de beschermde residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.15. Dit besluit treedt in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 16. Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.