27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van het open mechanisme voor het aanwijzen van de aanbieder van de universele telefoongids (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-07-2007 en tekstbijwerking tot 24-01-2011)
Afdeling I. - Definities.
Art. 1
Afdeling II. - Kandidatuur.
Art. 2-9
Afdeling III. - Onderzoek van de kandidaturen.
Art. 10-11
Afdeling IV. - Slotbepaling.
Art. 12
Afdeling I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " Wet " : de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;
2° " Instituut " : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;
3° " Universele telefoongids " : het element van de universele dienst inzake elektronische communicatie als bedoeld in artikel 86 van de wet;
4° " Fonds " : het fonds voor de universele dienst inzake elektronische communicatie, zoals bedoeld in artikel 92 van de wet.
Afdeling II. - Kandidatuur.
Art.2. Elke persoon die aangewezen wil worden om de universele telefoongids aan te bieden stelt zich hiertoe kandidaat volgens de vormvereisten en overeenkomstig de voorwaarden zoals vastgesteld in dit besluit.
Art.3. § 1. De kandidatuur wordt als volgt ingediend :
1° tussen 9 en 17 u. op werkdagen en uiterlijk op de datum en het tijdstip die door het Instituut zijn bepaald en in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt;
2° bij het Instituut, Sterrenkundelaan 14, bus 21, 1210 Brussel, tegen overhandiging van een ontvangstbewijs;
3° in zes exemplaren, waaronder een origineel exemplaar dat ondertekend is door de personen of de gemachtigde vertegenwoordigers van de personen in wier naam de kandidaatstelling geschiedt.
§ 2. De kandidatuur bevat de volgende gegevens :
1° het adres, het telefoon- en faxnummer in België waarop de kandidaat tijdens de werkdagen tussen 9 en 17 uur kan worden bereikt. Dit adres vormt voor deze procedure het officiële adres van de kandidaat;
2° een gedetailleerde beschrijving van de voorwaarden, met name op kwalitatief en tarifair gebied, zoals de kandidaat die voorstelt voor het aanbieden van de universele telefoongids;
3° alle nuttige informatie betreffende de kandidaat, in het bijzonder zijn juridisch statuut en zijn financiële structuur;
4° een gedetailleerd onderzoek van de financiële prognoses;
5° referenties inzake ervaring en competentie die nuttig zijn voor het aanbieden van de universele telefoongids.
Art.4. De kandidaatstelling die overeenkomstig dit besluit geschiedt bindt onverkort de kandidaat voor de hele procedure van aanwijzing, alsook voor de hele periode waarin de universele telefoongids wordt aangeboden.
Art.5. De kandidaten kunnen geen enkele wijziging in hun dossier aanbrengen na de uiterste datum die door het Instituut overeenkomstig artikel 3 § 1, 1° is vastgelegd.
Art.6. Indien het Instituut het opportuun acht, kan het elke kandidaat uitnodigen om in zijn lokalen te Brussel een presentatie en toelichting te geven van en bij zijn kandidatuurdossier. Deze presentatie mag niet langer duren dan een werkdag.
Art.7. Alle kosten die tijdens en naar aanleiding van de procedure tot aanwijzing door de kandidaat worden gemaakt zijn volledig voor zijn rekening.
Art.8.Kan worden uitgesloten van de procedure van aanwijzing, elke kandidatuur die uitgaat van een kandidaat :
a) die verkeert in een staat van faillissement, vereffening, staking van werkzaamheden of van [1 gerechtelijke reorganisatie]1;
b) die zijn faillissement heeft erkend of het voorwerp vormt van een vereffeningsprocedure of [1 gerechtelijke reorganisatie]1.
----------
(1)<KB 2010-12-19/15, art. 80, 002; Inwerkingtreding : 03-02-2011>
Art.9. Elke handeling, overeenkomst of afspraak die de normale mededingingsvoorwaarden kan vervalsen is verboden. De kandidaatstellingen die geschieden na een dergelijke handeling, overeenkomst of afspraak worden van ambtswege uitgesloten van de procedure van aanwijzing.
Afdeling III. - Onderzoek van de kandidaturen.
Art.10. De kandidatuurdossiers worden door het Instituut onderzocht op grond van hun respectieve verdiensten.
Die verdiensten worden beoordeeld op grond van :
- de totale kostprijs, zoals die door de kandidaat is voorgesteld en voor zover die niet hoger is dan de nettokostprijs zoals vastgesteld door de Raad van het Instituut, voor de verrichting van de universele telefoongids die door het fonds moet worden gefinancierd;
- alle kwantitatieve en kwalitatieve elementen die de kandidaat voorstelt voor de uitvoering van de voorwaarden voor de verrichting die vastgesteld zijn door de wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Indien het onderzoek van de kandidaturen door het Instituut tot de conclusie leidt dat verschillende kandidaturen een gelijkwaardig niveau van verdiensten vertonen, zal het Instituut die kandidaturen opnieuw onderzoeken, waarbij het rekening houdt met alle kwantitatieve of kwalitatieve elementen die door de kandidaten zijn voorgesteld ter aanvulling van de voorwaarden inzake verrichting die vastgesteld zijn in de wet en de uitvoeringsbesluiten ervan en die niet door het fonds mogen worden gefinancierd.
Het Instituut publiceert in het Belgisch Staatsblad, samen met de informatie bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, de methode voor het evalueren van de kandidaturen en, in voorkomend geval de weging van de criteria voor het evalueren van de verdiensten van de kandidatuurdossiers.
Art.11. Het Instituut legt aan de Minister een gemotiveerd verslag voor waarin de verdiensten van de verschillende kandidaturen worden geanalyseerd.
Afdeling IV. - Slotbepaling.
Art. 12. Onze Minister tot wiens bevoegdheid de elektronische communicatie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en van Consumentenzaken,
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE
De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
M. VERWILGHEN.