Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

27 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1986011377 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 10 van het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien wordt vervangen als volgt :
  " § 1. In het geval bepaald in artikel 17, § 1, tweede lid, van de wet, wordt de beschrijving slechts toereikend geacht indien de octrooiaanvraag de relevante gegevens bevat waarover de aanvrager beschikt, betreffende de kenmerken van het gedeponeerde biologisch materiaal alsook de vermeldingen van de depositaris en van het nummer van het depot.
  De depositarissen die erkend zijn overeenkomstig artikel 7 van het Verdrag van Boedapest van 28 april 1977 inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening, worden als depositaris erkend.
  De vermeldingen van de depositaris en van het nummer van het depot worden verstrekt :
  a) binnen een termijn van zestien maanden te rekenen vanaf de indiening, of, indien een voorrang wordt opgeëist, vanaf de voorrangsdatum;
  b) tot de datum van indiening van een verzoek met het oog op de bespoediging van de verlening van het octrooi krachtens artikel 22, § 2, tweede lid, van de wet.
  § 2. Het gedeponeerde biologisch materiaal is door de afgifte van een monster toegankelijk :
  a) tot de eerste publicatie van de octrooiaanvraag, uitsluitend voor de aanvrager of zijn gemachtigden;
  b) tussen de eerste publicatie van de aanvraag en de verlening van het octrooi, voor eenieder die daarom verzoekt of, indien de aanvrager daarom verzoekt, uitsluitend voor een onafhankelijke deskundige;
  c) na de octrooiverlening en niettegenstaande herroeping of nietigverklaring van het octrooi, voor eenieder die daarom verzoekt.
  § 3. De afgifte van het monster geschiedt slechts indien de verzoeker zich ertoe verplicht voor de geldigheidsduur van het octrooi :
  a) geen monster van het gedeponeerde biologisch materiaal of van een daarvan afgeleid materiaal aan derden beschikbaar te stellen
  en
  b) geen monster van het gedeponeerde biologisch materiaal of van een daarvan afgeleid materiaal behoudens voor experimentele doeleinden te gebruiken, tenzij de aanvrager of de houder van het octrooi uitdrukkelijk van een dergelijke verplichting afziet.
  § 4. Indien de aanvraag wordt afgewezen of ingetrokken, is het gedeponeerde materiaal op verzoek van de aanvrager gedurende 20 jaar vanaf de datum van de indiening van de octrooiaanvraag uitsluitend voor een onafhankelijk deskundige toegankelijk. In dat geval zijn de bepalingen van § 3 van toepassing.
  § 5. De in § 2, b), en in § 4 bedoelde verzoeken van de aanvrager mogen uiterlijk op de datum waarop de technische voorbereidingen van de publicatie van de octrooiaanvraag worden geacht te zijn voltooid, worden ingediend.
  § 6. Bij gebrek aan aanwijzing in onderlinge overeenstemming tussen de aanvrager en de persoon die verzoekt dat het gedeponeerde biologisch materiaal toegankelijk is, wordt de in § 2, onder b), en in § 4 bedoelde onafhankelijk deskundige door de bevoegde rechter aangewezen. "

Art.2. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidende :
  " Art. 10bis. § 1. Indien het overeenkomstig artikel 10 gedeponeerd biologisch materiaal ophoudt bij de erkende depositaris toegankelijk te zijn, wordt een nieuw depot van het materiaal toegestaan binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de onderbreking werd betekend aan de aanvrager of aan de octrooihouder, hetzij door de erkende depositaris, hetzij door de Dienst.
  Een afschrift van het ontvangstbewijs van het nieuw depot afgeleverd door de erkende depositaris, vergezeld van de aanduiding van het nummer van de octrooiaanvraag of van het octrooi zelf, wordt meegedeeld aan de Dienst binnen de vier maanden te rekenen van de datum van het nieuw depot.
  § 2. Wanneer de onderbreking het gevolg is van de niet-leefbaarheid van de cultuur, wordt het nieuw depot gedaan bij de erkende depositaris die het oorspronkelijk depot heeft ontvangen. In de andere gevallen kan het worden gedaan bij een andere erkende depositaris.
  § 3. Bij elk nieuw depot wordt een door de aanvrager ondertekende verklaring gevoegd waarbij wordt erkend dat het opnieuw gedeponeerde biologisch materiaal hetzelfde is als het materiaal dat het voorwerp van het oorspronkelijk depot vormde. "

Art. 3. Onze minister bevoegd voor economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 27 februari 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie,
  M. VERWILGHEN.