12 MAART 2007. - Wet tot wijziging van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting voor wat het hof van beroep te Bergen en de rechtbank van eerste aanleg te Gent betreft en tot tijdelijke toelating tot overtallige benoemingen van magistraten, wat het hof van beroep te Bergen betreft (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-2007 en tekstbijwerking tot 29-12-2023)
Art. 1-5
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art.2. In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en gewijzigd bij de wetten van 29 november 2001, 11 maart 2004, 14 december 2004, 10 augustus 2005 en 20 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° vanaf 1 april 2007, worden de cijfers " 18 " en " 6 " die voorkomen in de kolommen " Raadsheren " en " Substituut-procureurs-generaal " tegenover de zetel Bergen, respectievelijk vervangen door de cijfers " 19 " en " 7 ";
2° vanaf 1 januari 2008, worden de cijfers " 19 ", " 7 ", " 7 " en " 10 " die voorkomen in de kolommen " Raadsheren ", " Advocaten-generaal ", " Substituut-procureurs-generaal " en " Griffiers " tegenover de zetel Bergen, respectievelijk vervangen door de cijfers " 20 ", " 8 ", " 6 " en " 11 ".
Art.3. In de tabel III " Rechtbanken van eerste aanleg ", gevoegd bij dezelfde wet, vervangen bij de wet van 20 juli 1998 en gewijzigd bij de wetten van 28 maart 2000, 16 juli 2002, 11 maart 2004 en 14 december 2004, worden de cijfers " 7 " en " 31 " die voorkomen in de kolommen " Ondervoorzitters " en " Rechters " tegenover de zetel Gent, respectievelijk vervangen door de cijfers " 8 " en " 32 ".
Art.4.Er kan gedurende een periode die aanvangt op 1 januari 2008 en die verstrijkt op 31 december [5 2025]5, overgegaan worden tot de benoeming in overtal van een raadsheer bij het Hof van beroep te Bergen en van een substituut-procureur-generaal bij het parket van dit Hof.
----------
(1)<W 2015-11-23/02, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2015>
(2)<W 2018-05-25/02, art. 70, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2017>
(3)<W 2020-07-31/03, art. 62, 008; Inwerkingtreding : 31-12-2019>
(4)<W 2021-12-23/07, art. 85, 009; Inwerkingtreding : 31-12-2021>
(5)<W 2023-12-19/08, art. 45, 010; Inwerkingtreding : 31-12-2023>
Art. 5.Er kan benoemd worden op de plaatsen in overtal bedoeld in artikel 4, na 31 december [5 2025]5, indien de Koning daartoe beslist bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, genomen op basis van een evaluatie aan de hand van een meting van de werklast van de hoven van beroep op grond van een uniform registratiesysteem en uiterlijk voor het verstrijken van deze periode. Bij ontstentenis van beslissing, verdwijnen de overtallen naar gelang er plaatsen openvallen.
Het koninklijk besluit bedoeld in het vorige lid houdt op uitwerking te hebben op het einde van de zesde maand volgend op de datum van inwerkingtreding ervan, tenzij het voor die dag bij wet is bekrachtigd.
----------
(1)<W 2015-11-23/02, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2015>
(2)<W 2018-05-25/02, art. 71, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2017>
(3)<W 2020-07-31/03, art. 63, 008; Inwerkingtreding : 31-12-2019>
(4)<W 2021-12-23/07, art. 86, 009; Inwerkingtreding : 31-12-2021>
(5)<W 2023-12-19/08, art. 46, 010; Inwerkingtreding : 31-12-2023>