Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2007 en tekstbijwerking tot 02-06-2014)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau D.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau D.
Art. 2
Afdeling II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 3 in niveau D.
Onderafdeling I. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30A of 30C.
Art. 3
Onderafdeling II. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30S1.
Art. 4-6
HOOFDSTUK III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau C.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau C.
Art. 7
Afdeling II.
Art. 8-10
Afdeling III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 2 in de graad van financieel assistent.
Art. 11-15
Afdeling IV.
Art. 16-20
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau B.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau B.
Art. 21
Afdeling II. - Integratie van sommige ambtenaren van niveau 2+ in niveau B.
Art. 22-29
HOOFDSTUK V. [1 - Ambtshalve benoeming in de gemene loopbaan van de ambtenaren van het niveau A die titularis zijn van een bijzondere titel en toekenning aan de personeelsleden van niveau A van een functie opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A.]1
Art. 30-32
HOOFDSTUK VI.
Art. 33
HOOFDSTUK VII.
Art. 34
HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 35-50
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2010003608  2013002004  2013002052  2014003202 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
  1° koninklijk besluit van 5 september 2002 : het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;
  2° het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 : het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Rijksbesturen;
  3° het koninklijk besluit van 22 november 2007 : het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;
  4° weddencomplement : de complementen bepaald in artikel 14 van het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;
  5° bezoldiging : jaarwedde verhoogd, in voorkomend geval, met het weddencomplement;
  6° Minister : de Minister die de Begroting onder zijn bevoegdheid heeft.

HOOFDSTUK II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau D.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau D.
Art.2.§ 1. In niveau D worden de volgende graden opgericht :
  - financieel medewerker;
  - assistent bij financiën, afgeschafte graad.
  § 2. De graad van financieel medewerker wordt enkel bij wege van verandering van graad [2 of bij wege van mobiliteit]2 toegekend, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in bijlage 2.
  § 3. [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 161, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<KB 2014-04-19/50, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Afdeling II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 3 in niveau D.
Onderafdeling I. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30A of 30C.
Art.3.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Onderafdeling II. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30S1.
Art.4.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.5.§ 1. [1 ...]1
  § 2. De personeelsleden die gewezen titularissen waren van de graad van assistent bij financiën, bezoldigd in de weddenschaal 30S1, en die ambtshalve benoemd werden in de graad van financieel medewerker, hervinden, met uitwerking op de dag vóór hun opruststelling of hun overlijden, de werkelijke geldelijke anciënniteit die zij hadden bij hun integratie in niveau D, vermeerderd met de duur van de in dat niveau gepresteerde diensten.
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.6.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau C.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau C.
Art.7.In niveau C worden de volgende graden opgericht :
  - financieel assistent;
  - adjunct-financieel assistent, afgeschafte graad.
  De graad van financieel assistent wordt enkel bij wege van verandering van graad of bij wege van overgang naar het hogere niveau [1 of bij wege van mobiliteit]1 toegekend, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in bijlage 2.
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Afdeling II.   
Art.8.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.9.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.10.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 2 in de graad van financieel assistent.
Art.11.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.12.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.13.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.14.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.15.[1 ...]1
  [1 ...]1
  [1 De ambtenaren bedoeld in eerste lid zoals het van toepassing was voor de opheffing ervan behouden de weddenschaal en het weddencomplement waarop zij gerechtigd waren in hun geschrapte graad indien deze bezoldiging de wedde overtreft verbonden aan de graad van administratief assistent.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 163, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling IV.   
Art.16.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.17.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.18.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.19.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.20.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK IV. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau B.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau B.
Art.21. In niveau B worden de volgende graden opgericht :
  - financieel en administratief deskundige, afgeschafte graad;
  - verificateur, afgeschafte graad;
  - eerstaanwezend verificateur, afgeschafte graad.

Afdeling II. - Integratie van sommige ambtenaren van niveau 2+ in niveau B.
Art.22.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.23.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.24.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.25.§ 1. [1 ...]1
  § 2. De personeelsleden die gewezen titularissen waren van een graad van niveau 2+ en die ambtshalve benoemd werden in een graad van niveau B, hervinden, met uitwerking op de dag vóór hun opruststelling of hun overlijden, de werkelijke geldelijke anciënniteit die zij hadden bij hun integratie in niveau B, vermeerderd met de duur van de in dat niveau gepresteerde diensten.
  ----------
  (1)<KB 2013-10-25/05, art. 165, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.26.[1 § 1. De titularissen van de graad van financieel deskundige die door hun inschaling overeenkomstig artikel 25, zoals van toepassing op datum van 31 december 2009, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan hun reële geldelijke anciënniteit krijgen telkens, op de datum waarop een tussentijdse verhoging in hun weddeschaal wordt toegekend na 31 december 2009, twee jaar bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, of 1 jaar vanaf 1 januari 2017.
   De toepassing van het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat de fictieve geldelijke anciënniteit de reële geldelijke anciënniteit overschrijdt. Indien het verschil tussen de reële geldelijke anciënniteit en de fictieve geldelijke anciënniteit minder bedraagt dan twee jaar, wordt de bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, bedoeld in het eerste lid, beperkt tot dit verschil.
   Met ingang van de datum waarop de reële geldelijke anciënniteit gelijk is aan de fictieve geldelijke anciënniteit wordt deze laatste opgeheven voor de ambtenaren bedoeld in het eerste lid.
   § 2. Onder voorbehoud van paragraaf 1, wordt de fictieve geldelijke anciënniteit opgeheven voor de ambtenaren die overeenkomstig artikel 25, zoals van toepassing op datum van 31 december 2009, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan hun reële geldelijke anciënniteit, indien zij op grond van hun fictieve geldelijke anciënniteit bezoldigd worden in de maximumwedde van hun weddeschaal.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2009>

Art.27.[1 § 1. De titularissen van de graad van financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) die door hun inschaling overeenkomstig artikel 25 of artikel 28, § 2, zoals van toepassing op datum van 31 december 2011, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan de reële geldelijke anciënniteit krijgen telkens, op de datum waarop een tussentijdse verhoging in hun weddeschaal wordt toegekend na 31 december 2011, twee jaar bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, of 1 jaar vanaf 1 januari 2017.
   De toepassing van het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat de fictieve geldelijke anciënniteit de reële geldelijke anciënniteit overschrijdt. Indien het verschil tussen de reële geldelijke anciënniteit en de fictieve geldelijke anciënniteit minder bedraagt dan twee jaar, wordt de bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, bedoeld in het eerste lid, beperkt tot dit verschil.
   Met ingang van de datum waarop de reële geldelijke anciënniteit gelijk is aan de fictieve geldelijke anciënniteit wordt deze laatste opgeheven voor de ambtenaren bedoeld in het eerste lid.
   § 2. Onder voorbehoud van paragraaf 1, wordt de fictieve geldelijke anciënniteit opgeheven voor de ambtenaren die overeenkomstig artikel 25 of artikel 28, § 2, zoals van toepassing op datum van 31 december 2011, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan hun reële geldelijke anciënniteit, indien zij op grond van hun fictieve geldelijke anciënniteit bezoldigd worden in de maximumwedde van hun weddeschaal.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2011>

Art.28.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.29.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK V. [1 - Ambtshalve benoeming in de gemene loopbaan van de ambtenaren van het niveau A die titularis zijn van een bijzondere titel en toekenning aan de personeelsleden van niveau A van een functie opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A.]1   ----------   (1)
Art.30.[1 § 1. De ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk drager zijn van een titel hierna opgenomen in kolom 1, benoemd in de klasse vermeld in kolom 2 en bezoldigd in de weddeschaal vermeld in kolom 3 worden ambtshalve drager van de titel vermeld in kolom 4, benoemd in de klasse vermeld in kolom 5 en bezoldigd in de weddeschaal vermeld in kolom 6:


1 2 3 4 5 6
1° Attaché van financiën/Attaché des finances A1 A11 Attaché A1 A11
2° Attaché van financiën/Attaché des finances A1 A12 Attaché A1 A12
3° Attaché van financiën/Attaché des finances A2 A21 Attaché A2 A21
4° Attaché van financiën/Attaché des finances A2 A22 Attaché A2 A22
5° Eerste attaché van financiën/Premier attaché des finances A2 A21 Attaché A2 A21
6° Eerste attaché van financiën/Premier attaché des finances A2 A22 Adviseur/Conseiller A3 A31
7° Eerste attaché van financiën/Premier attaché des finances A2 A23 Adviseur/Conseiller A3 A32
8° Directeur A3 A31 Adviseur/Conseiller A3 A32
9° Directeur A3 A32 Adviseur/Conseiller A3 A33
10° Directeur A3 A33 Adviseur/Conseiller A3 A33
11° Auditeur-generaal van Financiën/Auditeur général des finances A4 A42 Adviseur-generaal/
   Conseiller general
A4 A42
12° Auditeur-generaal van Financiën/Auditeur général des finances A4 A43 Adviseur-generaal/Conseiller general A4 A43
§ 2. Op de in paragraaf 1 bedoelde benoemingen zijn de volgende bepalingen van toepassing:
   1° artikel 27, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, zoals van toepassing op 1 september 2013;
   2° artikel 25, zoals van toepassing op datum van 1 september 2013.
   § 3. De klasseanciënniteit van de ambtenaren die overeenkomstig paragraaf 1 ambtshalve worden benoemd in de hogere klasse vangt aan op de datum van deze benoeming.
   § 4. Onverminderd de artikelen 36 en 37 behouden de ambtenaren, bedoeld in de paragraaf 1, die geslaagd zijn voor een gecertificeerde opleiding de hieraan verbonden premie voor competentieontwikkeling voor de nog lopende geldigheidsduur en, in voorkomend geval, het hieraan oorspronkelijk verbonden recht op bevordering in de hogere weddeschaal onder de voorwaarden bepaald voor het Rijkspersoneel van het Federaal Openbaar Ambt.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.31.[1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder een functie: een functie opgenomen in de bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.32.[1 Indien nog geen functie werd toegekend aan statutaire of contractuele personeelsleden van het niveau A, kent de Voorzitter van het directiecomité of zijn gemachtigde hen een functie toe die werd geclassificeerd in de klasse waarin zij benoemd zijn of in dienst werden genomen.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

HOOFDSTUK VI.   
Art.33.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK VII.   
Art.34.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.35.[1 De ambtenaren bedoeld in artikel 30, § 1, die, op de datum dat zij ambtshalve drager worden van de titel van attaché, gerechtigd zijn op een complement behouden dit ten persoonlijke titel in de klassen A1 en A2.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.36.[1 De ambtenaren bedoeld in artikel 30, § 1, eerste lid, 6°, die als titularis van de weddeschaal A22 geslaagd zijn of zullen slagen voor een gecertificeerde opleiding waarvan de geldigheidsduur aanvangt voor de inwerkingtreding van dit besluit, behouden het voordeel van hun slagen en worden bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding bevorderd in de weddeschaal A32 onder de voorwaarden bepaald voor het Rijkspersoneel van het Federaal Openbaar Ambt.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.37.[1 Onverminderd artikel 36, de ambtenaren bedoeld in artikel 30, § 1, eerste lid, 8°, die als titularis van de weddeschaal A31 geslaagd zijn of zullen slagen voor een gecertificeerde opleiding waarvan de geldigheidsduur aanvangt voor de inwerkingtreding van dit besluit, behouden het voordeel van hun slagen en worden bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding bevorderd in de weddeschaal A33 onder de voorwaarden bepaald voor het Rijkspersoneel van het Federaal Openbaar Ambt.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.38.[1 De ambtenaren bedoeld in artikel 30, § 1, eerste lid, 8° en 9°, kunnen als adviseur nooit een lagere bezoldiging hebben dan deze die zij zouden hebben genoten als directeur.
   Voor de toepassing van het eerste lid dient te worden verstaan onder bezoldiging: de wedde, het complement en de premie voor competentieontwikkeling.
   De premie voor competentieontwikkeling kan slechts worden uitbetaald onder de voorwaarden bepaald voor het Rijkspersoneel van het Federaal Openbaar Ambt.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.39.[1 De ambtenaren bedoeld in artikel 30, § 1, 10° behouden hun complement ten persoonlijke titel voor de duur dat zij benoemd blijven in de klasse A3.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.40.[1 De ambtenaren bedoeld in artikel 30, § 1, die op de datum dat zij ambtshalve drager worden van de titel van adviseur-generaal, gerechtigd zijn op een complement behouden dit ten persoonlijke titel voor de duur dat zij benoemd blijven in de klasse A4.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.41.[1 De ambtenaren die als titularis van een titel vermeld in kolom 1 van de tabel, bedoeld in artikel 30, § 1, werden bevorderd in een titel bedoeld in kolom 4 krijgen minimaal de bezoldiging die zij zouden hebben gehad, in uitvoering van hetzelfde artikel, mochten zij niet bevorderd zijn geweest in deze laatste titel.
   Voor de toepassing van het eerste lid dient te worden verstaan onder bezoldiging, deze zoals gedefinieerd in artikel 38, tweede lid.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2013>

Art.42.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.43. In niveau 1 worden de volgende graden opgericht :
  - attaché van financiën;
  - eerste attaché van financiën;
  - directeur;
  - auditeur-generaal van financiën.

Art.44.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.45.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.46.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.47.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.48.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.49.
  <Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.50. Onze Minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 22 november 2007.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole.

GeschrapteWeddenschaalNieuwe graadWeddenschaalWijze van
graadverbonden verbondeninschaling
 aan de aan dein de
 geschrapte nieuweweddenschaal
 graad graadverbonden
    aan de
    nieuwe graad
Assistent bij30AAdministratiefDA1Inschaling op
Financien medewerker geldelijke
    ancienniteit
Assistent bij30CAdministratiefDA1Inschaling op
Financien medewerker geldelijke
    ancienniteit
Assistent bij30S1FinancieelDF1Inschaling op
Financien medewerker bezoldiging
    (1)
Assistent bij30S2FinancieelCF1Inschaling op
Financien assistent geldelijke
    ancienniteit
Assistent bij30S3FinancieelCF1Inschaling op
Financien assistent geldelijke
    ancienniteit
Bestuurs-20AFinancieelCF1Inschaling op
assistent assistent geldelijke
(bedoeld in   ancienniteit
artikel 11,    
# 1, 2°)    
Bestuurs-20BFinancieelCF1Inschaling op
assistent assistent geldelijke
(bedoeld in   ancienniteit
artikel 11,    
# 1, 1° en 2°)    
Bestuurs-20EFinancieelCF2Inschaling op
assistent assistent geldelijke
(bedoeld in   ancienniteit
artikel 11,    
# 1, 2°)    
Bestuurschef22AFinancieelCF3Inschaling op
(bedoeld in assistent geldelijke
artikel 11,   ancienniteit
# 1, 2°)    
Bestuurs-20BAdjunct-CA1Inschaling op
assistent financieel geldelijke
(bedoeld in assistent, ancienniteit
artikel 16, afgeschafte  
# 1, 2°) graad  
Bestuurs-20EAdjunct-CA2Inschaling op
assistent financieel geldelijke
(bedoeld in assistent, ancienniteit
artikel 16, afgeschafte  
# 1, 2°) graad  
Bestuurschef22AAdjunct-CA3Inschaling op
(bedoeld in financieel geldelijke
artikel 16, assistent, ancienniteit
# 1, 1°) afgeschafte  
  graad  
Verificateur26EFinancieelBF1Inschaling op
  deskundige geldelijke
    ancienniteit
Verificateur26HFinancieelBF2Inschaling op
  deskundige bezoldiging
    (1)
Eerstaanwezend28CFinancieel enBF3Inschaling op
Verificateur administratief bezoldiging
  deskundige, (1)
  afgeschafte  
  graad  
Eerstaanwezend28S2Financieel enBF3Inschaling op
Verificateur administratief bezoldiging
  deskundige, (1)
  afgeschafte  
  graad 

  (1) Zie het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole.
  Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 22 november 2007 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Art. N2.[1 Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole


NIVEAU C  
Financieel assistent  
1.a) Verandering van graad : administratief assistent of adjunct-financieel assistent (afgeschafte graad) : laureaat van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel assistent. A. De vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent bestaat slechts uit één proef bestaande uit één of meer delen met betrekking tot de specifieke competenties vereist voor de functie.
1.b) Overgang naar het hogere niveau : financieel medewerker laureaat van de vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent. B. De proef over de beroepsbekwaamheid toetst de specifieke competenties vereist voor de functie.
2. Mobiliteit: overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt. C. De vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent en de proef over de beroepsbekwaamheid maken het voorwerp uit van één en dezelfde organisatie.
 Om te slagen moeten de kandidaten ten minste 60% van de punten behalen voor de volledige vergelijkende selectie of de proef over de beroepsbekwaamheid en zo zij uit meerdere gedeelten bestaat dient bijkomend op elk deel minstens 50 % van de punten te worden behaald.
 D. De rangschikking van de kandidaten bedoeld in kolom 1, sub 1.a) en 1.b) gebeurt als volgt :
 1 de laureaat van de vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleent tot de graad van financieel assistent of de proef over de beroepsbekwaamheid waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;
 2 onder laureaten van een vergelijkende selectie of proef over de beroepsbekwaamheid die werd afgesloten op dezelfde datum, de laureaat die de meeste punten behaalde voor het geheel van de verschillende delen;
 3 onder laureaten die hetzelfde aantal punten behaalden :
 a) de ambtenaar met de grootste gecumuleerde niveauanciënniteit in de niveaus C, 2, D en 3;
 b) bij gelijkheid tussen de ambtenaren bedoeld in a) de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;
 c) bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar.
 E. Bij wege van overgangsbepaling wordt de administratief assistent of adjunct-financieel assistent (afgeschafte graad), laureaat van een examen voor bevordering tot een graad van rang 34 of examen voor verhoging tot de weddenschaal 30S2 of een examen voor verhoging tot de graad van sectiechef bij financiën, geacht geslaagd te zijn voor de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel assistent.
 Voor de toepassing van het vorige lid wordt geen rekening gehouden met de examens voor verhoging in de graden van hoofdoperateur-mechanograaf 1e klasse of hoofdoperateur-mechanograaf 2e klasse.
 Om te kunnen worden benoemd tot financieel assistent dient hij een vacante betrekking te solliciteren, hij kan zijn rechten op verandering van graad ten vroegste doen gelden bij de benoemingsprocedure waaraan de laureaten deelnemen van de eerste selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent of de eerste proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot deze graad en georganiseerd werd voor de behoeften van de entiteit waar de betrekking te begeven is.
 Voor hun rangschikking overeenkomstig sub D worden de datum en de punten in aanmerking genomen van het examen waarop zij zich kunnen beroepen.
 F. De laureaten van de proef over de beroepsbekwaamheid of de vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleent tot de graad van financieel assistent behouden onbeperkt het voordeel van hun uitslag.


NIVEAU D  
Financieel medewerker  
1. Verandering van graad : administratief medewerker laureaat van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel medewerker. A. De proef over de beroepsbekwaamheid toetst de specifieke competenties vereist voor de functie.
2. Mobiliteit: overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt. B. Om te slagen moeten de kandidaten ten minste 60 % van de punten behalen.
 C. De rangschikking van de kandidaten bedoeld in kolom 1, sub 1, gebeurt als volgt:
 1° de laureaat van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel medewerker waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten;
 2° onder laureaten van een proef over de beroepsbekwaamheid die werd afgesloten op dezelfde datum, de laureaat die de meeste punten behaalde;
 3° onder laureaten die hetzelfde aantal punten behaalden, de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;
 4° bij gelijke graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;
 5° bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar.
 D. De laureaten van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel medewerker behouden onbeperkt het voordeel van hun uitslag.
]1
  ----------
  (1)<KB 2014-04-19/50, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013>