22 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2007 en tekstbijwerking tot 02-06-2014)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau D.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau D.
Art. 2
Afdeling II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 3 in niveau D.
Onderafdeling I. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30A of 30C.
Art. 3
Onderafdeling II. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30S1.
Art. 4-6
HOOFDSTUK III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau C.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau C.
Art. 7
Afdeling II.
Art. 8-10
Afdeling III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 2 in de graad van financieel assistent.
Art. 11-15
Afdeling IV.
Art. 16-20
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau B.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau B.
Art. 21
Afdeling II. - Integratie van sommige ambtenaren van niveau 2+ in niveau B.
Art. 22-29
HOOFDSTUK V. [1 - Ambtshalve benoeming in de gemene loopbaan van de ambtenaren van het niveau A die titularis zijn van een bijzondere titel en toekenning aan de personeelsleden van niveau A van een functie opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A.]1
Art. 30-32
HOOFDSTUK VI.
Art. 33
HOOFDSTUK VII.
Art. 34
HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 35-50
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
1° koninklijk besluit van 5 september 2002 : het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;
2° het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 : het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Rijksbesturen;
3° het koninklijk besluit van 22 november 2007 : het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;
4° weddencomplement : de complementen bepaald in artikel 14 van het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;
5° bezoldiging : jaarwedde verhoogd, in voorkomend geval, met het weddencomplement;
6° Minister : de Minister die de Begroting onder zijn bevoegdheid heeft.
HOOFDSTUK II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau D.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau D.
Art.2.§ 1. In niveau D worden de volgende graden opgericht :
- financieel medewerker;
- assistent bij financiën, afgeschafte graad.
§ 2. De graad van financieel medewerker wordt enkel bij wege van verandering van graad [2 of bij wege van mobiliteit]2 toegekend, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in bijlage 2.
§ 3. [1 ...]1
----------
(1)<KB 2013-10-25/05, art. 161, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
(2)<KB 2014-04-19/50, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
Afdeling II. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 3 in niveau D.
Onderafdeling I. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30A of 30C.
Art.3.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Onderafdeling II. - De integratie van de assistenten bij financiën bezoldigd in de weddenschaal 30S1.
Art.4.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.5.§ 1. [1 ...]1
§ 2. De personeelsleden die gewezen titularissen waren van de graad van assistent bij financiën, bezoldigd in de weddenschaal 30S1, en die ambtshalve benoemd werden in de graad van financieel medewerker, hervinden, met uitwerking op de dag vóór hun opruststelling of hun overlijden, de werkelijke geldelijke anciënniteit die zij hadden bij hun integratie in niveau D, vermeerderd met de duur van de in dat niveau gepresteerde diensten.
----------
(1)<KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.6.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau C.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau C.
Art.7.In niveau C worden de volgende graden opgericht :
- financieel assistent;
- adjunct-financieel assistent, afgeschafte graad.
De graad van financieel assistent wordt enkel bij wege van verandering van graad of bij wege van overgang naar het hogere niveau [1 of bij wege van mobiliteit]1 toegekend, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in bijlage 2.
----------
(1)<KB 2014-04-19/50, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2013>
Afdeling II.
Art.8.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.10.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Afdeling III. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de integratie van sommige ambtenaren van niveau 2 in de graad van financieel assistent.
Art.11.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.12.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.13.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.14.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 162, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.15.[1 ...]1
[1 ...]1
[1 De ambtenaren bedoeld in eerste lid zoals het van toepassing was voor de opheffing ervan behouden de weddenschaal en het weddencomplement waarop zij gerechtigd waren in hun geschrapte graad indien deze bezoldiging de wedde overtreft verbonden aan de graad van administratief assistent.]1
----------
(1)<KB 2013-10-25/05, art. 163, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Afdeling IV.
Art.16.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.17.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.18.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.19.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.20.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK IV. - Bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de graden van niveau B.
Afdeling I. - Oprichting van bijzondere graden in niveau B.
Art.21. In niveau B worden de volgende graden opgericht :
- financieel en administratief deskundige, afgeschafte graad;
- verificateur, afgeschafte graad;
- eerstaanwezend verificateur, afgeschafte graad.
Afdeling II. - Integratie van sommige ambtenaren van niveau 2+ in niveau B.
Art.22.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.23.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.24.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 164, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.25.§ 1. [1 ...]1
§ 2. De personeelsleden die gewezen titularissen waren van een graad van niveau 2+ en die ambtshalve benoemd werden in een graad van niveau B, hervinden, met uitwerking op de dag vóór hun opruststelling of hun overlijden, de werkelijke geldelijke anciënniteit die zij hadden bij hun integratie in niveau B, vermeerderd met de duur van de in dat niveau gepresteerde diensten.
----------
(1)<KB 2013-10-25/05, art. 165, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.26.[1 § 1. De titularissen van de graad van financieel deskundige die door hun inschaling overeenkomstig artikel 25, zoals van toepassing op datum van 31 december 2009, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan hun reële geldelijke anciënniteit krijgen telkens, op de datum waarop een tussentijdse verhoging in hun weddeschaal wordt toegekend na 31 december 2009, twee jaar bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, of 1 jaar vanaf 1 januari 2017.
De toepassing van het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat de fictieve geldelijke anciënniteit de reële geldelijke anciënniteit overschrijdt. Indien het verschil tussen de reële geldelijke anciënniteit en de fictieve geldelijke anciënniteit minder bedraagt dan twee jaar, wordt de bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, bedoeld in het eerste lid, beperkt tot dit verschil.
Met ingang van de datum waarop de reële geldelijke anciënniteit gelijk is aan de fictieve geldelijke anciënniteit wordt deze laatste opgeheven voor de ambtenaren bedoeld in het eerste lid.
§ 2. Onder voorbehoud van paragraaf 1, wordt de fictieve geldelijke anciënniteit opgeheven voor de ambtenaren die overeenkomstig artikel 25, zoals van toepassing op datum van 31 december 2009, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan hun reële geldelijke anciënniteit, indien zij op grond van hun fictieve geldelijke anciënniteit bezoldigd worden in de maximumwedde van hun weddeschaal.]1
----------
(1)<KB 2014-04-19/50, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2009>
Art.27.[1 § 1. De titularissen van de graad van financieel en administratief deskundige (afgeschafte graad) die door hun inschaling overeenkomstig artikel 25 of artikel 28, § 2, zoals van toepassing op datum van 31 december 2011, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan de reële geldelijke anciënniteit krijgen telkens, op de datum waarop een tussentijdse verhoging in hun weddeschaal wordt toegekend na 31 december 2011, twee jaar bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, of 1 jaar vanaf 1 januari 2017.
De toepassing van het eerste lid mag niet tot gevolg hebben dat de fictieve geldelijke anciënniteit de reële geldelijke anciënniteit overschrijdt. Indien het verschil tussen de reële geldelijke anciënniteit en de fictieve geldelijke anciënniteit minder bedraagt dan twee jaar, wordt de bijkomende fictieve geldelijke anciënniteit, bedoeld in het eerste lid, beperkt tot dit verschil.
Met ingang van de datum waarop de reële geldelijke anciënniteit gelijk is aan de fictieve geldelijke anciënniteit wordt deze laatste opgeheven voor de ambtenaren bedoeld in het eerste lid.
§ 2. Onder voorbehoud van paragraaf 1, wordt de fictieve geldelijke anciënniteit opgeheven voor de ambtenaren die overeenkomstig artikel 25 of artikel 28, § 2, zoals van toepassing op datum van 31 december 2011, een fictieve geldelijke anciënniteit toegekend kregen die kleiner is dan hun reële geldelijke anciënniteit, indien zij op grond van hun fictieve geldelijke anciënniteit bezoldigd worden in de maximumwedde van hun weddeschaal.]1
----------
(1)<KB 2014-04-19/50, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 31-12-2011>
Art.28.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art.29.
<Opgeheven bij KB 2013-10-25/05, art. 166, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK V. [1 - Ambtshalve benoeming in de gemene loopbaan van de ambtenaren van het niveau A die titularis zijn van een bijzondere titel en toekenning aan de personeelsleden van niveau A van een functie opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A.]1
----------
(1)
Art.30.[1 § 1. De ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk drager zijn van een titel hierna opgenomen in kolom 1, benoemd in de klasse vermeld in kolom 2 en bezoldigd in de weddeschaal vermeld in kolom 3 worden ambtshalve drager van de titel vermeld in kolom 4, benoemd in de klasse vermeld in kolom 5 en bezoldigd in de weddeschaal vermeld in kolom 6:
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
1° Attaché van financiën/Attaché des finances | A1 | A11 | Attaché | A1 | A11 |
2° Attaché van financiën/Attaché des finances | A1 | A12 | Attaché | A1 | A12 |
3° Attaché van financiën/Attaché des finances | A2 | A21 | Attaché | A2 | A21 |
4° Attaché van financiën/Attaché des finances | A2 | A22 | Attaché | A2 | A22 |
5° Eerste attaché van financiën/Premier attaché des finances | A2 | A21 | Attaché | A2 | A21 |
6° Eerste attaché van financiën/Premier attaché des finances | A2 | A22 | Adviseur/Conseiller | A3 | A31 |
7° Eerste attaché van financiën/Premier attaché des finances | A2 | A23 | Adviseur/Conseiller | A3 | A32 |
8° Directeur | A3 | A31 | Adviseur/Conseiller | A3 | A32 |
9° Directeur | A3 | A32 | Adviseur/Conseiller | A3 | A33 |
10° Directeur | A3 | A33 | Adviseur/Conseiller | A3 | A33 |
11° Auditeur-generaal van Financiën/Auditeur général des finances | A4 | A42 | Adviseur-generaal/ Conseiller general | A4 | A42 |
12° Auditeur-generaal van Financiën/Auditeur général des finances | A4 | A43 | Adviseur-generaal/Conseiller general | A4 | A43 |
Geschrapte | Weddenschaal | Nieuwe graad | Weddenschaal | Wijze van |
graad | verbonden | verbonden | inschaling | |
aan de | aan de | in de | ||
geschrapte | nieuwe | weddenschaal | ||
graad | graad | verbonden | ||
aan de | ||||
nieuwe graad | ||||
Assistent bij | 30A | Administratief | DA1 | Inschaling op |
Financien | medewerker | geldelijke | ||
ancienniteit | ||||
Assistent bij | 30C | Administratief | DA1 | Inschaling op |
Financien | medewerker | geldelijke | ||
ancienniteit | ||||
Assistent bij | 30S1 | Financieel | DF1 | Inschaling op |
Financien | medewerker | bezoldiging | ||
(1) | ||||
Assistent bij | 30S2 | Financieel | CF1 | Inschaling op |
Financien | assistent | geldelijke | ||
ancienniteit | ||||
Assistent bij | 30S3 | Financieel | CF1 | Inschaling op |
Financien | assistent | geldelijke | ||
ancienniteit | ||||
Bestuurs- | 20A | Financieel | CF1 | Inschaling op |
assistent | assistent | geldelijke | ||
(bedoeld in | ancienniteit | |||
artikel 11, | ||||
# 1, 2°) | ||||
Bestuurs- | 20B | Financieel | CF1 | Inschaling op |
assistent | assistent | geldelijke | ||
(bedoeld in | ancienniteit | |||
artikel 11, | ||||
# 1, 1° en 2°) | ||||
Bestuurs- | 20E | Financieel | CF2 | Inschaling op |
assistent | assistent | geldelijke | ||
(bedoeld in | ancienniteit | |||
artikel 11, | ||||
# 1, 2°) | ||||
Bestuurschef | 22A | Financieel | CF3 | Inschaling op |
(bedoeld in | assistent | geldelijke | ||
artikel 11, | ancienniteit | |||
# 1, 2°) | ||||
Bestuurs- | 20B | Adjunct- | CA1 | Inschaling op |
assistent | financieel | geldelijke | ||
(bedoeld in | assistent, | ancienniteit | ||
artikel 16, | afgeschafte | |||
# 1, 2°) | graad | |||
Bestuurs- | 20E | Adjunct- | CA2 | Inschaling op |
assistent | financieel | geldelijke | ||
(bedoeld in | assistent, | ancienniteit | ||
artikel 16, | afgeschafte | |||
# 1, 2°) | graad | |||
Bestuurschef | 22A | Adjunct- | CA3 | Inschaling op |
(bedoeld in | financieel | geldelijke | ||
artikel 16, | assistent, | ancienniteit | ||
# 1, 1°) | afgeschafte | |||
graad | ||||
Verificateur | 26E | Financieel | BF1 | Inschaling op |
deskundige | geldelijke | |||
ancienniteit | ||||
Verificateur | 26H | Financieel | BF2 | Inschaling op |
deskundige | bezoldiging | |||
(1) | ||||
Eerstaanwezend | 28C | Financieel en | BF3 | Inschaling op |
Verificateur | administratief | bezoldiging | ||
deskundige, | (1) | |||
afgeschafte | ||||
graad | ||||
Eerstaanwezend | 28S2 | Financieel en | BF3 | Inschaling op |
Verificateur | administratief | bezoldiging | ||
deskundige, | (1) | |||
afgeschafte | ||||
graad |
NIVEAU C | |
Financieel assistent | |
1.a) Verandering van graad : administratief assistent of adjunct-financieel assistent (afgeschafte graad) : laureaat van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel assistent. | A. De vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent bestaat slechts uit één proef bestaande uit één of meer delen met betrekking tot de specifieke competenties vereist voor de functie. |
1.b) Overgang naar het hogere niveau : financieel medewerker laureaat van de vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent. | B. De proef over de beroepsbekwaamheid toetst de specifieke competenties vereist voor de functie. |
2. Mobiliteit: overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt. | C. De vergelijkende selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent en de proef over de beroepsbekwaamheid maken het voorwerp uit van één en dezelfde organisatie. |
Om te slagen moeten de kandidaten ten minste 60% van de punten behalen voor de volledige vergelijkende selectie of de proef over de beroepsbekwaamheid en zo zij uit meerdere gedeelten bestaat dient bijkomend op elk deel minstens 50 % van de punten te worden behaald. | |
D. De rangschikking van de kandidaten bedoeld in kolom 1, sub 1.a) en 1.b) gebeurt als volgt : | |
1 de laureaat van de vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleent tot de graad van financieel assistent of de proef over de beroepsbekwaamheid waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten; | |
2 onder laureaten van een vergelijkende selectie of proef over de beroepsbekwaamheid die werd afgesloten op dezelfde datum, de laureaat die de meeste punten behaalde voor het geheel van de verschillende delen; | |
3 onder laureaten die hetzelfde aantal punten behaalden : | |
a) de ambtenaar met de grootste gecumuleerde niveauanciënniteit in de niveaus C, 2, D en 3; | |
b) bij gelijkheid tussen de ambtenaren bedoeld in a) de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit; | |
c) bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. | |
E. Bij wege van overgangsbepaling wordt de administratief assistent of adjunct-financieel assistent (afgeschafte graad), laureaat van een examen voor bevordering tot een graad van rang 34 of examen voor verhoging tot de weddenschaal 30S2 of een examen voor verhoging tot de graad van sectiechef bij financiën, geacht geslaagd te zijn voor de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel assistent. | |
Voor de toepassing van het vorige lid wordt geen rekening gehouden met de examens voor verhoging in de graden van hoofdoperateur-mechanograaf 1e klasse of hoofdoperateur-mechanograaf 2e klasse. | |
Om te kunnen worden benoemd tot financieel assistent dient hij een vacante betrekking te solliciteren, hij kan zijn rechten op verandering van graad ten vroegste doen gelden bij de benoemingsprocedure waaraan de laureaten deelnemen van de eerste selectie voor overgang naar de graad van financieel assistent of de eerste proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot deze graad en georganiseerd werd voor de behoeften van de entiteit waar de betrekking te begeven is. | |
Voor hun rangschikking overeenkomstig sub D worden de datum en de punten in aanmerking genomen van het examen waarop zij zich kunnen beroepen. | |
F. De laureaten van de proef over de beroepsbekwaamheid of de vergelijkende selectie voor overgang die toegang verleent tot de graad van financieel assistent behouden onbeperkt het voordeel van hun uitslag. |
NIVEAU D | |
Financieel medewerker | |
1. Verandering van graad : administratief medewerker laureaat van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel medewerker. | A. De proef over de beroepsbekwaamheid toetst de specifieke competenties vereist voor de functie. |
2. Mobiliteit: overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt. | B. Om te slagen moeten de kandidaten ten minste 60 % van de punten behalen. |
C. De rangschikking van de kandidaten bedoeld in kolom 1, sub 1, gebeurt als volgt: | |
1° de laureaat van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel medewerker waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten; | |
2° onder laureaten van een proef over de beroepsbekwaamheid die werd afgesloten op dezelfde datum, de laureaat die de meeste punten behaalde; | |
3° onder laureaten die hetzelfde aantal punten behaalden, de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit; | |
4° bij gelijke graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit; | |
5° bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. | |
D. De laureaten van de proef over de beroepsbekwaamheid die toegang verleent tot de graad van financieel medewerker behouden onbeperkt het voordeel van hun uitslag. |