26 MAART 2007. - Ministerieel besluit houdende de oprichting van de hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen en de bepaling van de bevoegdheden van het enig kantoor der douane en accijnzen en van zijn hulpkantoren. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-04-2007 en tekstbijwerking tot 04-10-2019)
Art. 1-8
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
Artikel 1. Onverminderd de artikelen 2 en 3, hierna, worden hulpkantoren van het enig kantoor der douane en accijnzen, hierna genoemd hulpkantoren, opgericht en opgesomd in bijlage 1.
Art.2. Een hulpkantoor Brussel (Tabak) A. wordt opgericht. Dit hulpkantoor is belast met het beheer van fiscale kentekens inzake gefabriceerde tabak.
Art.3. De volgende hulpkantoren met uitsluitend accijnsbevoegdheden worden opgericht : Antwerpen A., Brussel A., Luik A. en Zottegem A..
Art.4.§ 1. [1 Het enig kantoor van de douane en accijnzen opgericht bij ministerieel besluit van 19 juli 2006 houdende de oprichting van het enig kantoor van de douane en accijnzen staat in voor :
1) de elektronische verwerking van de gegevens voor de inning, de invordering, de terugbetaling, de kwijtschelding van de verschuldigde sommen of de sommen waarvoor de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen belast is om ze te innen, in te vorderen, terug te betalen of kwijt te schelden voor rekening van derden;
2) de aanvaarding, de opvolging, de intrekking, de wijziging van akten van borgtocht voor de waarborgen die overeenkomstig de wetgeving gesteld moeten worden;
3) de controle van alle financiële transacties;
4) de opmaak van de boekhoudkundige staten en de jaarrekeningen.
De ambtenaar belast met de leiding van dit departement is rekenplichtige in de zin van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale staat.]1
§ 2. Tot de volledige automatisering van de taken bedoeld in § 1 wordt de Administrateur Douane en Accijnzen gemachtigd, om organisatorische redenen, douane- of accijnsdiensten aan te duiden die, geheel of gedeeltelijk, met het verrichten van die taken worden belast.
§ 3. Voor de elektronische verwerking in het kader van de in § 1 bedoelde taken, wordt de Administrateur Douane en Accijnzen gemachtigd de praktische voorschriften te bepalen die in het geval van het niet-functioneren van de elektronische systemen moeten worden gevolgd.
----------
(1)<MB 2019-09-13/06, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 14-10-2019>
Art.5. De hulpkantoren hebben attributen, openingsuren en ambtsgebieden zoals respectievelijk gedefinieerd in bijlagen 1, 2 en 3.
Art.6.De hulpkantoren zijn bevoegd, binnen de perken van hun attributen, hun openingsuren en hun ambtsgebied, voor de volgende taken :
1° de behandeling van schriftelijke aangiften inzake douane en accijnzen die aldaar worden ingediend om, met name, door de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen in het elektronisch systeem van het enig kantoor te worden ingebracht;
[1 1° /1 De verwerking van alle aangiften op papier die er worden ingediend alsook van alle elektronische aangiften waarvan ze kantoor van bestemming of kantoor van verzending/uitvoer zijn;]1
2° de manuele verrichtingen die verband houden met de douane- en accijnsregelingen en met de douane- en accijnsprocedures betreffende de in het elektronisch systeem van het enig kantoor ingebrachte aangiften inzake douane en accijnzen;
3° de bewaring en de verkoop van in beslag genomen, verbeurdverklaarde, onbeheerde of aan de Schatkist afgestane goederen;
4° het ontvangen van betalingen in speciën of daarmee gelijkgestelde betaalmiddelen;
5° het verrichten in opdracht van de bevoegde overheid van kleine uitgaven in speciën.
----------
(1)<MB 2019-09-13/06, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 14-10-2019>
Art.7. Worden opgeheven :
1° het ministerieel besluit van 24 december 1992 betreffende de kantoren der douane of der accijnzen;
2° het ministerieel besluit van 5 maart 1997 betreffende de kantoren der douane, der accijnzen of der douane en accijnzen;
3° het ministerieel besluit van 12 september 1997 betreffende de kantoren der douane, der accijnzen of der douane en accijnzen;
4° het ministerieel besluit van 1 december 1998 betreffende de kantoren der douane, der accijnzen of der douane en accijnzen;
5° de artikelen 2 en 3 van het ministerieel besluit van 25 oktober 1999 betreffende de ambtsgebieden van de diensten van de Administratie der douane en accijnzen.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 4 juni 2007.
BIJLAGEN.
Art. N1.Bijlage 1. ATTRIBUTEN.
Algemene nota's.
Voor de toepassing van deze bijlage :
1. hebben de hiernavolgende afkortingen de daarnaast vermelde betekenis :
A. Accijnzen
D. Douane
D.A. Douane en Accijnzen
D.E. Douane en entrepot van het type F
D.A.E. Douane, accijnzen en entrepot van het type F
2. wordt verstaan onder :
a) plaats voor tijdelijke opslag : een door de douane erkende plaats die afhangt van het desbetreffende hulpkantoor;
b) niet bevoegd als controlehulpkantoor : een hulpkantoor dat geen bevoegdheid heeft voor het beheer van de regelingen actieve veredeling, passieve veredeling, behandeling onder douanetoezicht, prefinancieringverwerking en douane-entrepot;
c) goederencomptabiliteit - luchtvracht of goederencomptabiliteit - zeevracht : een hulpkantoor waar het bepaalde in artikel 17bis van het ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen van toepassing is.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 13-04-2007, p. 20448-20457).
GEWIJZIGD BIJ :
<MB 2009-07-14/07, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2008>
Art. N2.Bijlage 2 DAGEN EN UREN VAN OPENSTELLING.
(Tabel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 13-04-2007, p. 20458-20462).
GEWIJZIGD BIJ :
<MB 2009-07-14/07, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2008>
<MB 2014-02-21/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
Art. N3.Bijlage 3 AMBTSGEBIED VAN DE HULPKANTOREN.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 13-04-2007, p. 20463-20467).
GEWIJZIGD BIJ :
<MB 2009-07-14/07, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-03-2008>