25 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de belastingvermindering voor uitgaven voor beveiliging van een privéwoning tegen inbraak of brand. (NOTA : Bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2008-07-24/35, art. 12, 4).
Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In het hoofdstuk 1 van het KB/WIB 92 wordt een afdeling XXV undecies ingevoegd, omvattende de artikelen 63.15 tot 63.18, opgesteld als volgt :
" Afdeling XXV undecies - Vermindering voor uitgaven voor beveiliging van een privé-woning tegen inbraak en brand (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 145.31)
Art. 63.15. De uitgaven voor de beveiliging van privé-woningen tegen inbraak worden in aanmerking genomen voor zover ze zijn opgenomen in één van de volgende categorieën :
a) de uitgaven betreffende de levering en de plaatsing van de volgende inbraakvertragende gevelelementen :
1° specifiek inbraakwerend glas;
2° beveiligingssystemen voor deuren, ramen, luiken, garagepoorten, lichtkoepels, dakvensters, keldergaten en hekken zoals veiligheidssloten, slotbeveiligingssystemen, grendelbeveilingssystemen en kierstandhouders;
3° gepantserde deuren;
b) de uitgaven betreffende de levering en de plaatsing van alarmsystemen en de componenten ervan, bedoeld in het artikel 1, § 4, van de Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, en betreffende de kosten die gepaard gaan met het beheer van alarmen door een in het kader van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, vergunde alarmcentrale;
c) de uitgaven betreffende de levering en plaatsing van een camerasysteem uitgerust met een registratiesysteem.
De dienstverrichtingen betreffende de uitgaven vermeld in het eerste lid, moeten worden uitgevoerd door een persoon die, op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst voor de uit te voeren werken, overeenkomstig artikel 401 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 geregistreerd is als aannemer.
Naast de voorwaarde bedoeld in het tweede lid, moeten de dienstverrichtingen betreffende de uitgaven vermeld in het eerste lid, b, worden uitgevoerd, wat de plaatsing van een alarmsysteem betreft, door een overeenkomstig de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid erkende beveiligingsonderneming, en moeten, wat het alarmbeheer betreft, deze dienstverrichtingen worden verzekerd door een in het kader van dezelfde wet vergunde alarmcentrale.
Art. 63.16. De uitgaven voor de beveiliging van privé-woningen tegen brand worden in aanmerking genomen voor zover ze zijn opgenomen in één van de volgende categorieën :
a) de uitgaven betreffende de levering en de plaatsing van waterblussers met additief van 6 kg of polyvalente poederblussers van 6 kg, conform de reeks normen NBN EN 3 " Draagbare blustoestellen ", met inbegrip van het blustoestel dat wordt geplaatst voor het automatisch blussen in verwarmingslokalen op stookolie;
b) de uitgaven betreffende de levering en de plaatsing van deuren met een brandweerstand van " een half uur " geplaatst :
1° tussen de garage en de woning;
2° aan de binnenkant van de keuken;
3° tussen het slaap en woongedeelte van de woning;
4° aan de binnenkant van het verwarmingslokaal.
De dienstverrichtingen betreffende de uitgaven vermeld in het eerste lid moeten worden uitgevoerd door een geregistreerde aannemer zoals in artikel 63.15, tweede lid.
Naast de voorwaarde bedoeld in het tweede lid, moeten de dienstverrichtingen betreffende de uitgaven vermeld in het eerste lid, b, worden uitgevoerd conform de geldende reglementering inzake de preventie van brand en ontploffing.
Art. 63.17. De aannemer of onderneming bedoeld in artikelen 63.15 en 63.16 garandeert de conformiteit van de werken op basis van de elementen die voorkomen in bijlage IIter.
Ten dien einde moet de door de geregistreerde aannemer of erkende onderneming uitgereikte factuur, of de bijlage ervan :
a) de woning aangeven waar de werken worden uitgevoerd;
b) de volgende formule bevatten :
" Verklaring met toepassing van artikel 63.15 en/of artikel 63.16 van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel 145.31 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Ik, ondergetekende....., bevestig dat :
- ... (per maatregel de vermeldingen overnemen dien worden opgelegd door bijlage IIter van het KB/WIB 92)
- ...
... (datum)
... (naam)
... (handtekening). "
Art. 63.18. § 1. De belastingplichtige die het voordeel vermeld in artikel 145.31 van het genoemde Wetboek vraagt, moet de volgende documenten ter beschikking van de Federale Overheidsdienst Financiën houden :
- de facturen betreffende de leveringen en de prestaties die aan de basis liggen van de uitgaven bedoeld in artikel 145.31 van hetzelfde Wetboek;
- het betalingsbewijs van de bedragen die voorkomen op die facturen.
§ 2. Naast de voorwaarde bedoeld in § 1, moet de belastingplichtige die het voordeel van de bepalingen van artikel 145.31 van het voornoemd Wetboek vraagt, wat de levering en plaatsing van een camerasysteem uitgerust met een registratiesysteem bedoeld in artikel 63.15, eerste lid, c, betreft, het origineel of een kopie van het attest dat bewijst dat het systeem werd aangegeven bij de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zoals bedoeld door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, ter beschikking van de Federale Overheidsdienst Financiën houden. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking vanaf aanslagjaar 2008.
Art.3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Onze Vice-Eerste en Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 februari 2007.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage IIter. - Vermeldingen die verplicht moeten voorkomen op de factuur betreffende de uitgaven opgesomd in artikel 145.31 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met het oog op het beveiligen van een woning tegen diefstal of brand (KB/WIB 92, artikelen 63.15 tot 63.18).
Maatregel 1 : Beveiliging tegen diefstal.
A. Aangaande de uitgaven betreffende de levering en de plaatsing van inbraakvertragende gevelelementen :
1° betreffende de beveiligingssystemen voor deuren, ramen, luiken, garagepoorten, lichtkoepels, dakvensters, keldergaten en hekken : de geregistreerde aannemer bevestigt dat de beveiligingssystemen en de plaatsing ervan daadwerkelijk de weerstand verzekeren of versterken van de gevelelementen van de woning zodat een minimale weerstand wordt gewaarborgd van drie minuten aan de inbraakpogingen die worden uitgevoerd met behulp van volgende instrumenten : een schroevendraaier, een tang en een wig.
Om de weerstand van de geïnstalleerde gevelelementen te waarborgen, kan de geregistreerde aannemer refereren aan de klasse 2 van de Europese voornormen ENV 1627 tot 1630 of elk ander voorgeschreven document dat hetzelfde prestatieniveau waarborgt in termen van inbraakwerendheid in afwachting van de publicatie van de toekomstige Europese normen EN 1627 tot 1630. De geregistreerde aannemer zal naar deze laatste normen kunnen refereren om de weerstand van de geïnstalleerde gevelelementen te waarborgen;
2° in het bijzonder, betreffende het specifiek inbraakwerend glas : de geregistreerde aannemer bevestigt dat het glas minstens een gelaagde kant heeft (geplaatst aan de binnenkant) conform met de klasse P4A van de Europese norm EN 356. Het glas moet worden geplaatst volgens de richtlijnen van de norm NBN S 23-002 (STS 38) of volgens de instructies van de glasfabrikanten.
B. Aangaande de uitgaven betreffende de levering en de plaatsing van alarmsystemen en de componenten ervan : de erkende beveiligingsonderneming bevestigt dat het geïnstalleerde materieel wordt gecertificeerd volgens het kwaliteitslabel INCERT of volgens een gelijkaardige kwaliteitsnorm voorgesteld door de sector van de veiligheidsondernemingen.
C. Betreffende de kosten die gepaard gaan met het alarmbeheer : de vergunde alarmcentrale bevestigt de aansluiting van het alarmsysteem door het ondertekenen van een schriftelijke overeenkomst.
Maatregel 2 : Beveiliging tegen brand.
Aangaande de uitgaven betreffende de deuren met een brandweerstand van " een half uur " : de geregistreerde aannemer bevestigt dat deze geplaatst zijn op basis van een proefprocesverbaal, waarvan alle details worden gerespecteerd. De proef is uitgevoerd volgens NBN 713-020 " Brandweerstand van bouwelementen " of EI/1 30 volgens NBN EN 13501-2 " Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 2 : classificatie gebruik makend van gegevens van brandweerstandsproeven met uitsluiting van producten voor gebruik in ventilatiesystemen ".
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 februari 2007 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de belastingvermindering voor uitgaven voor beveiliging van een privé-woning tegen inbraak of brand.
ALBERT
Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse zaken,
P. DEWAEL.