21 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels waarbij ambtenaren van de [algemene] fiscale administraties ter beschikking worden gesteld van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur teneinde hen bij te staan in de uitoefening van hun taken.<KB2017-05-31/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-02-2007 en tekstbijwerking tot 14-06-2017)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De terbeschikkingstelling.
Art. 2-7
HOOFDSTUK III. [1 - Toestand van de ter beschikking gestelde ambtenaar in zijn algemene administratie van oorsprong.]1
Art. 8-10
HOOFDSTUK IV. - Toestand van de ter beschikking gestelde ambtenaar ten aanzien van de Procureur des Konings of van de arbeidsauditeur.
Art. 11
HOOFDSTUK V.
Art. 12
HOOFDSTUK VI. - Tuchtregeling waaraan de ter beschikking gestelde ambtenaar is onderworpen.
Art. 13-14
HOOFDSTUK VII. - Tenlasteneming van de bezoldiging, vergoedingen en toelagen die zijn verschuldigd aan de ter beschikking gestelde ambtenaar.
Art. 15
HOOFDSTUK VIII. - Beslissing om de terbeschikkingstelling te beeindigen.
Art. 16
HOOFDSTUK IX. - Vervanging van de ter beschikking gestelde ambtenaar.
Art. 17
HOOFDSTUK X. [1 - Terugkeer van de ambtenaar in zijn algemene administratie van oorsprong na het beëindigen van zijn terbeschikkingstelling.]1
Art. 18
HOOFDSTUK XI. - Onverenigbaarheden en verbodsbepalingen.
Art. 19-20
HOOFDSTUK XII. - Diverse bepalingen.
Art. 21-22
HOOFDSTUK XIII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 23-26
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1.In dit besluit moet worden verstaan onder :
1° terbeschikkingstelling : de terbeschikkingstelling van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur van ambtenaren die afkomstig zijn van een [1 algemene]1 fiscale administratie, overeenkomstig artikel 71 van de wet van 28 december 1992 houdende fiscale financiële en diverse bepalingen;
2° ter beschikking gestelde ambtenaar : de ambtenaar van een [1 algemene]1 fiscale administratie door de Minister van Financiën ter beschikking gesteld van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
3° [1 ...]1
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK II. - De terbeschikkingstelling.
Art.2. De terbeschikkingstelling geldt voor een termijn van zes jaar.
Zij is hernieuwbaar voor termijnen van maximum twee jaar, mits eensluidend advies van de betrokken procureur-generaal.
De in het eerste lid bedoelde termijn van zes jaar wordt verdeeld in drie termijnen van twee jaar. Op het einde van elke termijn wordt de terbeschikkingstelling stilzwijgend verlengd behalve bij toepassing van artikel 16, § 2.
Art.3. De lijst met het aantal ambtenaren dat in elk ambtsgebied van een hof van beroep ter beschikking wordt gesteld, met vermelding van hun administratieve standplaats, gaat als bijlage.
Art.4.Om aangewezen te kunnen worden voor een terbeschikkingstelling moeten de ambtenaren :
1° [1 vast benoemd zijn in het niveau B of in de klasse A1 tot A3 van het niveau A en bij hun laatste evaluatie de vermelding "uitzonderlijk" of "voldoet aan de verwachtingen" hebben gekregen;]1
2° een nuttige ervaring van minimum vier jaar inzake fiscale materies aantonen. ".
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
Art.5. De terbeschikkingstelling gebeurt na incompetitiestelling volgens de principes van artikel 72, § 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel.
De procedure van incompetitiestelling wordt georganiseerd per administratieve standplaats.
Art.6.[1 Aan de hand van de postulaties worden de kandidaten gerangschikt door het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën. De rangschikking wordt opgesteld per administratieve standplaats, zoals vermeld in de bijlage.
Om die rangschikking vast te stellen houdt het Directiecomité rekening met de beroepsbekwaamheid inzonderheid met het oog op de vereisten geformuleerd in artikel 4, 2°.
Wanneer het Directiecomité van oordeel is dat verscheidene kandidaten als gelijkwaardig moeten worden beschouwd, wordt voorrang verleend aan de ambtenaren van het niveau A.
De orde van voorrang onder de ambtenaren van het niveau A wordt als volgt geregeld :
1. de ambtenaar benoemd in de hoogste klasse;
2. onder de ambtenaren benoemd in eenzelfde klasse, de ambtenaar met de grootste klasseanciënniteit;
3. bij gelijke klasseanciënniteit van ambtenaren behorend tot eenzelfde klasse, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;
4. bij gelijke dienstanciënniteit van ambtenaren behorend tot eenzelfde klasse, de oudste ambtenaar.
Onder de ambtenaren van het niveau B, wordt voorrang verleend aan de titularissen van de graad van fiscaal deskundige.
Onverminderd het vijfde lid, wordt de orde van voorrang onder de ambtenaren van het niveau B als volgt geregeld :
1. de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;
2. bij gelijke graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;
3. bij gelijke dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar.]1
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
Art.7. De Minister van Financiën wijst de ter beschikking te stellen ambtenaren aan op voordracht van het Directiecomité en op eensluidend advies van de betrokken procureur-generaal.
HOOFDSTUK III. [1 - Toestand van de ter beschikking gestelde ambtenaar in zijn algemene administratie van oorsprong.]1
----------
(1)
Art.8.De periode van terbeschikkingstelling wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit in de [1 algemene]1 administratie van oorsprong.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
Art.9.[1 De ter beschikking gestelde ambtenaar behoudt in zijn algemene administratie van oorsprong zijn rechten op bevordering, verandering van graad en mutatie.
Te dien einde bekomt hij de nodige dienstvrijstellingen voor deelname aan opleidingen en loopbaanexamens.
Hij behoudt, onverminderd het eerste lid, zijn weddeschaal, de schaalbonificaties, het complement, het weddecomplement, het supplement, alsook zijn premies en toelagen, voor zover hij de toekenningsvoorwaarden verder vervult.
Voor de toepassing van dit artikel dienen het complement, het weddecomplement en het supplement te worden begrepen, zoals ze werden gedefinieerd in artikel 6, 2° tot 4°, van het koninklijk besluit van 3 maart 2005 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Financiën.]1
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
Art.10.De ambtenaar verkrijgt de weddenverhogingen alsmede, tot en met de klasse A3, de bevorderingen, [1 ...]1 de veranderingen van graad of de mutaties waarop hij aanspraak kan maken, op het ogenblik waarop hij ze zou verkrijgen of ze zou verkregen hebben indien hij in zijn dienst was gebleven.
De ambtenaar die een bevordering, [1 ...]1 een verandering van graad of een mutatie heeft verkregen wordt ter beschikking gehouden van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, onverminderd de toepassing evenwel van artikel 16, § 1, eerste lid, 1° en tweede lid.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK IV. - Toestand van de ter beschikking gestelde ambtenaar ten aanzien van de Procureur des Konings of van de arbeidsauditeur.
Art.11. De ter beschikking gestelde ambtenaar is onderworpen aan het hiërarchische gezag van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur.
Hij is tijdens de duur van de terbeschikkingstelling onderworpen aan de werkregeling, aan de verlofregeling, aan de plichten en aan de arbeidstijdregeling van toepassing op de leden van het parket waarvan hij ter beschikking gesteld werd.
HOOFDSTUK V.
Art.12.
<Opgeheven bij KB 2017-05-31/05, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK VI. - Tuchtregeling waaraan de ter beschikking gestelde ambtenaar is onderworpen.
Art.13. Tijdens de terbeschikkingstelling blijft de ambtenaar onderworpen aan de regels van de tuchtregeling die van toepassing zijn bij de Federale Overheidsdienst Financiën.
Art.14. Elke tekortkoming van de ter beschikking gestelde ambtenaar wordt door de procureur des Konings of de arbeidsauditeur aan de Minister van Financiën gemeld.
HOOFDSTUK VII. - Tenlasteneming van de bezoldiging, vergoedingen en toelagen die zijn verschuldigd aan de ter beschikking gestelde ambtenaar.
Art.15. De bezoldiging, de vergoedingen en de toelagen van de ter beschikking gestelde ambtenaar worden ten laste genomen door de Federale Overheidsdienst Justitie, overeenkomstig de hierna volgende regels.
De uitbetaling ervan gebeurt door de Federale Overheidsdienst Financiën aan de hand van de gegevens die worden verstrekt door de procureur des Konings of de arbeidsauditeur.
De Federale Overheidsdienst Justitie stort per kwartaal aan de Federale Overheidsdienst Financiën de bedragen terug die krachtens het tweede lid werden uitbetaald.
HOOFDSTUK VIII. - Beslissing om de terbeschikkingstelling te beeindigen.
Art.16.§ 1. De terbeschikkingstelling mag vervroegd worden beëindigd :
1° op verzoek van de betrokken ambtenaar, na eensluidend advies van de procureur-generaal;
2° op gemotiveerd verzoek van de procureur-generaal, na de ambtenaar vooraf te hebben gehoord;
3° indien een andere straf dan [1 ...]1 de terechtwijzing aan de ambtenaar werd opgelegd bij toepassing van de tuchtregeling;
4° [1 wanneer de ambtenaar benoemd wordt in een betrekking behorend tot de klasse A4]1.
De beslissing van de Minister van Financiën waarbij de terbeschikkingstelling wordt beëindigd overeenkomstig het eerste lid, 1° en 4°, kan worden afhankelijk gemaakt van het in acht nemen van een opzeggingstermijn van maximum zes maanden.
[1 De terbeschikkingstelling wordt van ambtswege beëindigd wanneer de ambtenaar wordt aangesteld in een managementfunctie of in een staffunctie.]1
§ 2. Aan het einde van elke in artikel 2 bedoelde termijn van twee jaar, mits een vooropzeg door de ambtenaar of door de procureur-generaal van ten minste drie maanden voor het verstrijken van deze termijn, kan de terbeschikkingstelling worden beëindigd.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK IX. - Vervanging van de ter beschikking gestelde ambtenaar.
Art.17.Na advies van de overheid belast met de algemene leiding van de betreffende [1 algemene]1 fiscale administratie kan de Minister van Financiën met inachtneming van de dienstnoodwendigheden beslissen of de betrekking van de ter beschikking gestelde ambtenaar als vacant moet worden beschouwd, en dit van bij het begin van de terbeschikkingstelling.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK X. [1 - Terugkeer van de ambtenaar in zijn algemene administratie van oorsprong na het beëindigen van zijn terbeschikkingstelling.]1
----------
(1)
Art.18.Indien de betrekking waarvan de ter beschikking gestelde ambtenaar titularis is, werd toegekend, wordt hij bij voorrang en van ambtswege aangesteld in een andere definitief vacante betrekking met eenzelfde graad of eenzelfde titel en [1 klasse]1 in de nabije omgeving van zijn vorige administratieve standplaats.
Indien geen enkele betrekking met eenzelfde graad of titel en [1 klasse]1 vacant is in de nabije omgeving van zijn vorige administratieve standplaats, wordt de ambtenaar er aangesteld in een definitief vacante betrekking met een graad of titel waaraan een lagere weddeschaal is verbonden, dit met behoud van het voordeel van zijn hogere weddeschaal. Deze aanstelling blijft van toepassing tot op het moment wanneer hij er, ofwel een betrekking van zijn graad of verbonden aan zijn titel en [1 klasse]1, ofwel een bevordering met inachtneming van de geldende rangschikkingsregels voor de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Financiën, bekomt.
De principes opgenomen in het eerste en tweede lid zijn van toepassing op de betrekking die betrokkene door toepassing van artikel 10 zou hebben bekleed bij wijze van bevordering, [1 ...]1 verandering van graad of mutatie.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK XI. - Onverenigbaarheden en verbodsbepalingen.
Art.19.De ter beschikking gestelde ambtenaar mag geen zaken behandelen die hij behandeld heeft of waarvan hij kennis had in gevolge zijn functies bij zijn [1 algemene]1 administratie van oorsprong. Hij mag eveneens geen melding maken aan de procureur des Konings of de arbeidsauditeur van informatie die op een gelijkaardige wijze werd verkregen, behalve bij naleving van de wetten en reglementen die ter zake van kracht zijn.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
Art.20.Na zijn terugkeer in zijn [1 algemene]1 administratie van oorsprong mag de ambtenaar geen zaken behandelen die hij heeft behandeld of waarvan hij kennis had ingevolge zijn functies bij de procureur des Konings of de arbeidsauditeur. Hij mag eveneens geen gebruik maken noch gewag maken van de informatie die hij verkregen heeft tijdens zijn terbeschikkingstelling, behalve bij naleving van de wetten en reglementen die ter zake van kracht zijn.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK XII. - Diverse bepalingen.
Art.21. Onverminderd artikel 14, deelt de procureur des Konings of de arbeidsauditeur alle nuttige informatie mee aan de Minister van Financiën voor de bijwerking van het persoonlijk dossier van de ter beschikking gestelde ambtenaar.
Art.22.De [1 algemene]1 administratie van oorsprong bezorgt de ter beschikking gestelde ambtenaar alle omzendbrieven, alle dienstorders en in het algemeen alle documentatie die ze aan de andere personeelsleden toestuurt.
----------
(1)<KB 2017-05-31/05, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 24-06-2017>
HOOFDSTUK XIII. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.23. Het koninklijk besluit van 17 juni 1994 tot vaststelling van de regels waarbij ambtenaren van de fiscale administraties ter beschikking worden gesteld van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur teneinde hen bij te staan in de uitoefening van hun taken, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 juli 1997 en 22 december 2000, wordt opgeheven.
Art.24. Het ministerieel besluit van 18 juni 1994 tot vaststelling van het aantal ambtenaren van het Ministerie van Financiën die in elk ambtsgebied van een hof van beroep ter beschikking worden gesteld van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur en van de administratieve standplaats waarin zij worden ter beschikking gesteld wordt opgeheven.
Art.25. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.26. Onze Minister bevoegd voor Financiën en Onze Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.[1 In het ambtsgebied van het hof van beroep bedoeld in kolom 1 van de hierna vermelde tabel, in de standplaatsen bepaald in kolom 2, wordt het aantal ambtenaren bedoeld in kolom 3 ter beschikking gesteld van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur.
1 | 2 | 3 |
Hof van beroep | Standplaats | Aantal ter beschikking gestelde ambtenaren |
Brussel | Brussel | 11 (7F+4N) |
Luik | Luik | 6 |
Gent | Gent | 5 |
Antwerpen | Antwerpen | 6 |
Bergen | Bergen Charleroi Doornik | 2 2 1 |